‘Ons dagbed voor Moroso is niet alleen een meubel, het is ook een businessmodel.’ Nipa Doshi en Jonathan Levien, een koppel jonge ontwerpers uit Londen, over design in een geglobaliseerde wereld.

De pittige masala chai-thee staat klaar als we om 9 uur ’s ochtends aanbellen aan de afgebladderde industriële deur van de studio van Nipa Doshi en Jonathan Levien. Er is een designfestival in Londen en de twee jonge ontwerpers moeten – samen met hun Spaanse collega Jaime Hayon – de volgende dag een lezing geven over de toekomst van het Europees design. Wij krijgen bij hen thuis een generale repetitie.

2007 is een goed jaar voor jullie ?

Jonathan Levien : Niet uitzonderlijk beter dan de vorige jaren. Maar het klopt dat we internationaal gezien meer in beeld zijn gekomen.

Nipa Doshi : We hebben echt niet stilgezeten de laatste zes jaar. Alles valt nu samen : het project bij Moroso, de prijs van de Arts Council of England om schoenen te ontwerpen en een prijs van de British Council om paraplu’s te maken. In New York krijgen we nog een award.

Hoe hebben jullie Patrizia Moroso, creatief directeur bij Moroso, ontmoet ?

Jonathan Levien : Wij hebben haar geschreven. Een jaar geleden zijn we ons werk gaan presenteren en in januari kwam ze op bezoek. Ze zag waarmee we bezig waren en ze wilde samenwerken.

En dat heeft tot Charpoy, het dagbed, geleid ?

Jonathan : Ja. We wilden een combinatie van ambachtelijk werk uit India en de hightech van Moroso. Het textiel voor de matras wordt in India geproduceerd.

Nipa : Er werken zo’n zestig mensen in het atelier. Het werd in 1986 opgericht door een tante van mij, om vrouwen te helpen finan- cieel onafhankelijk te zijn. Ondertussen werken er ook mannen. De reden waarom we het textiel in India laten produceren, is gewoon omdat zij de meest bekwame uitvoerders van die techniek zijn.

Jonathan : Als je met de hand wil werken, moet je iets creëren dat een machine niet kan maken. Sommigen denken dat wij handwerk gebruiken uit nostalgie, maar daar heeft het niets mee te maken. Het is juist een optimistische en vooruitziende manier van werken. Het atelier groeit. We willen ook niet dat ál onze producten met de hand gemaakt worden. Soms is dat totaal niet relevant.

Nipa : Handwerk is een productiemethode, zoals ook een machine een productiemethode is. En het is bovendien een heel milieuvriendelijke manier van werken. In dit project combineren we twee hoogstaande technie-ken : het ambachtswerk uit India en de industriële finesse uit de meubelmakerij in Italië, waar Moroso gevestigd is. Als je mensen uit verschillende werelden samenbrengt, dan is het resultaat altijd spannend. Dit project gaat niet alleen over het creëren van een meubel, maar ook om een businessmodel. Hoe gaan we het maken ? Hoe kunnen we dat importeren ? Welk bedrijf is het beste om mee samen te werken ? Moroso dus.

Jonathan : We hadden ook een beperkte oplage kunnen maken. Maar dan zou het atelier er verder niets aan hebben. Een van de prettigste aspecten aan onze job is het contact met vaklui. Zij zorgen voor die hoge kwaliteit. De mensen, niet hun gereedschap. Door hen werk te geven, maken we ze relevant in de eenentwintigste eeuw.

Is dit fair trade ?

Nipa : Ik weet niet echt wat fair trade betekent. Ik denk dat we meer doen. Het is gewoon good trade. Het atelier en Moroso doen gewoon zaken. Mijn tante is een slimme vrouw. Zij werkt alleen tegen rechtvaardige prijzen. Haar medewerkers zijn al twintig jaar voor haar aan de slag. Ik zie hoe trots ze zijn. Zij willen goed werk leveren voor mij, voor Moroso, voor mijn tante. Ik wil dan ook dat ze erkenning krijgen voor wat ze doen.

Is het daarom dat jullie het textiel laten signeren door de medewerkers ?

Nipa : Ja, niet alleen door de makers, maar ook door de persoon die de tekeningen print, door de jongen die naar de markt gaat om papier, door de persoon die ze poetst. En ook onze naam staat erop.

Is dit meubel een typisch product van Doshi Levien ?

Jonathan : We vertrekken altijd vanuit een eerder antropologische achtergrond. Niet vanuit een technisch gegeven. Volgens ons is er genoeg hoogtechnologische knowhow in de bedrijven. Maar wat die bedrijven volgens ons nodig hebben is cultural understanding.

Nipa : En dan hebben we het niet alleen over high culture. Het gaat ook over hoe mensen leven. Elk nieuw project is iets dat we nog nooit gedaan hebben. We deden potten en pannen en meubels. Nu zijn we bezig met schoenen en paraplu’s.

Hebben jullie een taakverdeling ?

Jonathan : Laat ons zeggen dat we elk onze kwaliteiten hebben. Ik heb een achtergrond van industriële vormgeving. Ik ben dus sterk in technologie en productie. Ik heb ook een sculpturale achtergrond. Ik gebruik nog steeds mijn handen in het creatieproces.

Nipa : Ik heb geen idee wat mijn vaardigheden zijn, eigenlijk.

Jonathan (wijst naar het opnameapparaatje) : Dat staat nu dus officieel op tape.

Nipa (onverstoorbaar) : Ik ben meer ‘kwalitatief’ gericht. Ik zie goed waar een product naartoe moet. De visuele uitwerking, zeg maar.

Jonathan : Het is natuurlijk niet uit elkaar te houden. Het resultaat van ons werk is juist de verbinding tussen ons twee. Je zou kunnen zeggen dat…

Nipa : Ik ben sterk in kleuren, materialen, textiel, grafiek. En ik ben ook goed in yoga en koken.

www.doshilevien.com

Tekst Leen Creve I Portret Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content