Het schooljaar is nog maar net begonnen en het eerste rapport is al uitgedeeld. Vorige week maakte de prominente website Business of Fashion zijn Global Fashion School Rankings 2015 bekend. Het is de eerste keer dat op zo’n grote schaal een rangschikking is gemaakt van de beste modescholen ter wereld. De lijst is gebaseerd op een enquête waaraan meer dan vierduizend studenten en afgestudeerden hebben meegewerkt, aangevuld door 88 modeprofessionals. Zij werden gevraagd naar de internationale reputatie van de school, hun ervaringen daar en wat de opleiding voor hen op lange termijn heeft betekend. De modeafdeling van de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen behaalde voor haar masteropleiding een indrukwekkende derde plaats, voorafgegaan door twee scholen uit Londen : de Royal College of Art en Central Saint Martins.

“Ik ben heel blij met die erkenning”, zegt Walter Van Beirendonck, hoofd en zelf alumnus van de modeafdeling van de Antwerpse Academie. “En ik ben blij dat de drie modescholen die echt inzetten op creativiteit samen de top drie van deze ranking vormen. De Academie is een unieke plaats in de wereld, waar studenten van overal naartoe komen. Ze kunnen er vier jaar lang intensief werken aan hun identiteit en signatuur, begeleid door een professioneel team van docenten.”

Creativiteit heeft dus goed gescoord in deze ranking. Toch blijkt uit dezelfde enquête van de Business of Fashion ook dat slechts 58 procent van de studenten en alumni ’tevreden’ of ‘heel tevreden’ zijn met de zakelijke training die ze op school kregen. Dat doet de vraag rijzen of al dat artistiek geëxperimenteer niet in evenwicht moet worden gebracht met meer praktische vaardigheden.

Meer en meer scholen, van de London College of Fashion tot Parsons in New York, integreren daarom het zakelijke in hun creatieve curricula. In Antwerpen zal dat niet gebeuren : “Antwerpen is niet de school waar je business leert en daar voelen we ons niet slecht over”, zegt Van Beirendonck in een reactie. “Dat kunnen ze achteraf leren tijdens trainingen of door te werken voor bepaalde bedrijven. Als ze niet op een heel creatieve manier zijn opgeleid, dan kunnen ze nadien niet naar een ontwerper stappen en zijn assistent worden.” Als alumni van de Academie van Antwerpen aangeworven worden door modehuizen als Balenciaga en Dior “dan is dat in de eerste plaats voor hun creativiteit, en niet voor hun zakelijke vaardigheden.”

Creativiteit is de levenslijn van de mode. Zonder zou de industrie niet bestaan. We hebben originele ideeën nodig die de consument inspireren en doen verlangen. Maar dan moet een ontwerper wel eerst tot bij die consument raken.

modejournalist

ellen.de.wolf@knack.be

ELLEN DE WOLF

Slechts 58 procent van de mode-studenten en alumni zijn ’tevreden’ of ‘heel tevreden’ met de zakelijke training die ze op school kregen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content