Vijfduizend vierkante kilometer hoogvlakte, ruwe gorges en beboste heuvelruggen. Pittoreske boerderijen, herdershutten en groteske châteaus. Het Franse departement van de Lozère is een juweel voor de fervente natuurliefhebber.

Wie even van het rustgevende Lozère proeft, waant zich een stapje dichter bij de hemel. En dat mag u ook letterlijk opvatten. De streek, zowat het hoogland van de provincie Languedoc-Roussillon, ligt boven op het Centraal Massief, dat uitkijkt over de Middellandse Zee. De Lozère ontvangt als eerste de warme zonnestralen die over de provincie strijken.

Het departement is op de eerste plaats een natuurgebied. De bevolkingsdichtheid, veertien per vierkante kilometer, ligt bijna achtmaal lager dan het Franse gemiddelde. Niet zo verwonderlijk als u weet dat tachtig procent van het Parc National des Cévennes in de Lozère ligt. De kern van dit bergachtige natuurdomein, sinds 1985 beschermd door de Unesco, omvat ruim 90.000 hectare land en huisvest duizenden planten, dieren en insecten. Door het park lopen wandel- en fietsroutes, maar u kunt het ook te paard verkennen. De bekendste wandelroute is de Route Stevenson, genoemd naar de Schotse auteur Robert Louis Stevenson die in 1878 twaalf dagen door de Cévennes trok met Modestine, de ezelin die zijn tassen mocht dragen. Verdeeld over evenveel dagen stapt u de 215 kilometer van noord naar zuid door het heuvellandschap van de Lozère en het middelgebergte van het natuurpark. Langs het traject liggen gîtes d’étape om uit te rusten en te overnachten, maar met de toestemming van de grondeigenaar mag u ook wildkamperen, behalve in het Parc des Cévennes. Handig weetje : u kunt ook een ezeltje huren om de bagage te helpen dragen.

In het zuidwesten van de Lozère liggen de indrukwekkende gorges, die van de Tarn en de Jonte. Wij klommen in La Malène aan boord van een barque, een soort gondelvaartuig, voor een tocht van acht kilometer door de Gorges du Tarn en werden overmand door zoveel rust en schoonheid. De gondelier leidt ons met behulp van een lichte motor en een lange stok door het ondiepe water, op sommige plaatsen amper vijftig centimeter, en wijst ons op onderaardse riviertjes, hollen van bevers en indrukwekkende rotssculpturen. Een absolute aanrader voor wie het liefst op zijn luie derrière van de zon en de overweldigende omgeving geniet. Actievelingen en avonturiers kunnen er ook met de kajak of kano door.

Maar de Lozère heeft meer dan gorges. Even indrukwekkend zijn de hoogvlakten, de causses, die je het gevoel geven op het dak van de wereld te zijn. Rij je het ene moment nog haarspeldbochtgewijs een ruwe rotsberg op, dan kom je op de top in een vredige natuur : een groen, glooiend landschap. In die uitgestrektheid zorgen enkel een herdershutje of enkele koeien voor accenten.

Plus beau village

Midden in de Lozère ligt Mende, de hoofdstad van het departement. Deze middeleeuwse stad is opgebouwd rond haar gotische kathedraal, waarvan de bouw in de veertiende eeuw begon en de reconstructie pas in de late negentiende eeuw werd voltooid. Het gebouw kreeg het in de godsdienstoorlogen zwaar te verduren, maar is naderhand volledig opnieuw opgetrokken. Van de vele kunstwerken en versieringen uit die tijd, vindt u in het gebouw enkel nog een aantal tapijten van Aubusson uit de zeventiende eeuw. Maar Mende is niet alleen interessant voor haar monumentale kathedraal, ook het oude stadscentrum is aangenaam om door te slenteren.

De Lozère is de streek van de ‘mooiste dorpjes van Frankrijk’. U kunt er bij wijze van spreken uw kont niet keren, of u kijkt tegen een bordje aan met ” plus beau village de France”. En dat is jammer genoeg niet altijd even terecht. Neem Sainte-Enimie, een pietluttig dorpje aan de oevers van de Tarn. Het plaatsje dankt zijn naam aan prinses Enimie, die volgens de overlevering van de lepra is genezen dankzij het water van de bron van de Burle. Die bron ligt nog altijd aan de rand van het dorp en is meteen ook de enige toeristische trekpleister van Sainte-Enimie. De rest van het dorpje, de smalle geplaveide straatjes en de gerestaureerde huizen proberen een soort middeleeuwse sfeer weer te geven, maar dat wekt veeleer een déjà vu op.

Gieren en grotten

De Lozère was lange tijd vrij onbekend gebied. Alleen al de gebrekkige bereikbaarheid maakte van het departement een weinig gevraagde bestemming bij reisbureaus. Vandaag verloopt een trip naar de Lozère een stuk eenvoudiger. Er is bijvoorbeeld de tgv waarmee u in amper vijf uur in Nîmes staat, of de luchthaven van Montpellier, op een boogscheut van de Lozère. Hoe ook, de streek krijgt stilaan plaats in reiscatalogussen. Daar horen de typische toeristische trekpleisters bij.

In Meyrueis, op de Causse Méjean, ligt het Aven Armand, een grot met een natuurlijke ingang van 75 meter diep. Nu lijkt de ene grot al gauw op de andere, een stalactiet meer of min maakt voor ons het verschil niet. Toch heeft het Aven Armand een streepje voor. Zijn grootste kamer meet liefst vijftig bij honderd meter, en heeft een volume van 120.000 m3. Groot genoeg om de Parijse Notre Dame onderdak te bieden. De grot mag dan net als alle andere een heleboel stalagmieten hebben in de vorm van madonna met kind’ ( geeuw), de afmeting van de ondergrondse kamer is beslist indrukwekkend.

Ga in de buurt ook zeker langs de Ferme Auberge Baret (Les Hérans). Om aan de naam ferme auberge te komen, moet de boerderij een bepaalde productie halen uit eigen kweek. Het vlees en de groenten die u in de herberg voorgeschoteld krijgt, komen dus veelal uit de eigen tuin. Verwacht hier geen chic kader met aangepaste bestekken voor voor-, hoofd- en nagerecht. De ingrediënten komen in grote potten op tafel en die schept u naar hartenlust op uw bord. Een uitgebreide kaart is er evenmin, maar deze auberge is ideaal voor wie houdt van de simpele en eerlijke keuken.

Nog te zien in de Lozère : wilde gieren. Als u meer geluk hebt dan wij tenminste. In het Belvédère des Vautours, het observatiecentrum in de Gorges de la Jonte waar de roofvogels dertig jaar geleden opnieuw werden uitgezet, speuren wij met een telescoop tevergeefs het hele buurte af. Geen gier te zien. In het centrum kunt u, dankzij camera’s die op de rotswanden werden aangebracht, ‘live’ het leven van een gierenfamilie in haar nest volgen. En voorzien van de deskundige, met humor doorspekte commentaar van de observator, is dat bijna net zo goed.

Maar het departement van de Lozère moet het eigenlijk niet van die typische toeristische attracties hebben. Wie naar de regio trekt, doet dat waarschijnlijk net om dat massatoerisme te ontlopen. Wat ons aardig is gelukt.

Overnachten en eten

In Florac Restaurant L’Adonis :

volledig vernieuwd restaurant met enkele kamers. Lekkere keuken met typische cevenol smaken. Menu vanaf 17 euro. 48, Rue du Pêcher, Florac,

+33 (0)4 66 45 00 63, gorges-du-tarn.

adonis@wanadoo.fr

Hôtel La Lozerette : klein tweesterrenhotelletje met charmante kamers. Overheerlijke keuken. Menu vanaf 28 euro. Dubbele kamer vanaf 30 euro. Cocurès, +33 (0)4 66 45 06 04,

lalozerette@wanadoo.fr

Aan de Gorges du Tarn

Château de La Caze : charmant kasteel aan de oevers van de Tarn in een prachtig park. Lekkere keuken. Dubbele kamer vanaf 108 euro.

Route des Gorges du Tarn, La Malène,

+33 (0)4 66 48 51 01,

www.chateaudelacaze.com

Manoir de Montesquiou : kasteeltje met twaalf kamers. Dubbele kamer vanaf 73 euro. Route des Gorges du Tarn, La Malène, +33 (0)4 66 48 51 12, www.manoir-montesquiou.com

In Meyrueis Ferme Auberge Baret (les Hérans) : heerlijke keuken met ingrediënten uit eigen kweek. Menu vanaf 14,30 euro. Hures-La-Parade,

+33 (0)4 66 45 84 42

Château d’Ayres : indrukwekkend kasteel in een vredig kader. Lekkere, traditionele keuken. Dubbele kamer vanaf 89 euro. Myrueis,

+33 (0)4 66 45 60 10,

www.chateau-d-ayres.com

Info Voor alle informatie over de Lozère, mailen naar Jessy Van Den Rijm in Antwerpen : positif.jessy@skynet.be

De toeristische dienst in de Lozère :

www.lozere-tourisme.com

Marjolijn Vanslembrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content