In hartje Hasselt werd een historisch pandje met vakwerk opgeknapt : een confrontatie tussen oud en nieuw, glas en leem, staal en hout.

:: Info :www.lensass.be

We vinden Het Leerske aan de Havermarkt, op enkele meters van de Grote Markt. Dit zestiende-eeuwse vakwerkhuis toont ons hoe het middeleeuwse straatbeeld van de stad moet zijn geweest. Dit typisch Maaslandse huis kwam uiteraard in de hele streek voor : een overkraging en muren van vakwerk, dat zijn houten balken waartussen met leem bestreken houten spaanders of twijgen. Maar je vond ze ook elders, want in vroegere eeuwen stonden in bijna heel Europa, zowel in steden als op het platteland, huizen die volgens dit procédé zijn opgetrokken. Het was een handige, stevige en vrij goedkope bouwtechniek die ook gemakkelijk verbouwingen toeliet.

In het centrum van Hasselt staan er nog enkele vakwerkhuizen. Soms is het vakwerk aan het oog onttrokken door pleisterwerk, maar de structuur herken je toch aan de vorm van het gebouw. Het Leerske volgt bovendien nog de middeleeuwse rooilijn : de gevel staat een forse stap voor de (jongere) buren. Dat maakt het pand extra aantrekkelijk, onder meer door de kleine vensters in het stukje zichtbare zijgevel.

Het gebouw werd helemaal opgekalefaterd om er op de gelijkvloerse verdieping een optiekzaak en boven een woning in onder te brengen. Het project werd gerealiseerd door de architecten Bart Lens en Jo Broeckx. Beiden kozen voor een eigentijdse aanpak die wat van het originele gebouw rest respecteert en aanvult, terwijl wat ontbreekt modern wordt ingevuld. “Het gebouw verkeerde niet in goede staat en de oude elementen waren amper zichtbaar. De sporen van het vakwerk zaten verborgen achter platen. Beneden waren de meeste oude elementen verdwenen, waardoor we de handen vrij hadden om er een moderne optiekzaak in te richten. Boven waren er wel voldoende elementen om grote delen te reconstrueren”, aldus Bart Lens.

Om de verschillende niveaus van het vrij hoge gebouw optimaal te benutten werd er ooit een liftkoker gebouwd. “Gelukkig niet in de oude structuur, maar net daarbuiten. Die lift hebben we natuurlijk hergebruikt. Na alle aanvullingen en bijgebouwen te hebben afgebroken, hebben we het oude pand helemaal vrijgemaakt en door middel van glas met de lift verbonden. Dit zorgt voor een opvallend contrast tussen de oude houten gevels en het glazen vlies, die je goed ziet vanuit het gebouw zelf en van op het binnenhof. De lift werd bovendien groen gekaleid, een kleur die past bij het glas van de nieuwe architectuur.” Grote delen van het oude gebouw werden hersteld of gereconstrueerd, indien er voldoende sporen bewaard waren. “Zo vonden we zelfs oude binnenluiken terug en konden we het oude loodglas weer aanbrengen. Sommige plafonds werden als vroeger gepleisterd met troggewelven. Maar beneden restte er veel minder. Daar hebben we ons voor de structuur van de stalen ramen gebaseerd op de vorm van de oude. De optiekzaak kreeg een uitgesproken hedendaagse vormgeving, met een kaarsrechte structuur die het hele pand doorsnijdt. “Die moderne invulling belichaamt natuurlijk de commerciële kracht van de optiekzaak. Mocht het huis bijvoorbeeld ooit opnieuw volledig als woning dienst doen, dan kan die structuur weer helemaal worden aangepast.”

Hiermee onderstreept Bart de functionele kracht van zo’n oud gebouw van vakwerk, dat zich, net als een industriële metaalconstructie uit de negentiende eeuw makkelijk laat verbouwen en veranderen van functie. In een stedelijke structuur, waar zich per generatie een gedaanteverwisseling voltrekt, is dat van belang.

Tekst Piet Swimberghe l Foto’s Bieke Claessens

Vroeger stonden in bijna heel Europa vakwerkhuizen, het was een handig, stevig en vrij goedkoop procédé.De jury was lovend over het contrast tussen het authentieke vakwerk en het moderne glazen vlies.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content