Het zijn tijden met bedroevende gebeurtenissen. Bommen rijten mensen uit elkaar die zich enkel wilden verplaatsen, ik moet naar twee begrafenissen en ondertussen heb ik een kopvalling met loopneus. Overal in het land, op perrons en in het straatbeeld, hangt Lesley-Ann Poppe reclame te maken voor een onlinecasino. “Ook jij maakt kans”, belooft ze met de handen in de heupen aan de toevallige voorbijganger die een blik in haar royale decolleté vergund wordt. “Nu dubbele bonussen.” Op die subtiele wijze propageert zij twee van onze westerse waarden : het recht op gokverslaving, en het recht op tiet die je op elke straathoek in het gezicht geduwd wordt.

Ook jij maakt kans, denkt de reiziger die van het openbaar vervoer gebruikmaakt. We loeren naar elkaar, schichtiger dan gewoonlijk. Ons oog blijft haken aan wie een forse rugzak combineert met een grimmig uiterlijk. Het wordt stil als de tram plots stopt en er vijf agenten aan boord komen. Kogelvrije vesten, wapengordel. Zij omsingelen een man die een paar meter van ons vandaan onschuldig stond te sluimeren. De grootste agent vat post tussen de man en mijzelf en mijn dochter, als wil hij ons afschermen met zijn brede schouders. “Wil u ons volgen naar buiten ?”, zegt een van de politiemannen. Zonder een kik te geven doet de man wat ze vragen. Hij is al wat ouder, heeft een donkere huid en grijze krullen. Hij doet meer aan een schrijver of filosoof denken dan aan een terrorist of zakkenroller.

De tram zet zich weer in beweging. Ik vergeet het voorval snel, maar dochter (9) is onder de indruk. ’s Avonds wil zij niet eten, zij vraagt of de deur wel op slot is. “Die meneer was vast vergeten een ticketje aan te schaffen”, zeg ik, al weet ik dat zij voor dat soort smoezen inmiddels te oud is. “Ik vind het zo erg dat het geweer is uitgevonden”, zegt zij terwijl zij haar bestek bestudeert. “Met een mes kun je nog eten, maar met een geweer kun je alleen maar kwaad doen. Ik voel zelfs verdriet als zo’n terrorist wordt doodgeschoten.”

De volgende dag neem ik met haar opnieuw de tram, om te vermijden dat zij een blijvende schrik zou ontwikkelen voor dat handige vervoermiddel. Langs ons traject komen we weer talrijke keren Lesley-Ann tegen. Ook jij maakt kans, blijft zij ons onvermoeibaar beloven. Nog niet zo lang geleden zag ik in de krant pasfoto’s van de slachtoffers van de bomaanslagen. Mijn aandacht werd gezogen naar de gemassacreerde jonge vrouwen. Such a waste, moest ik denken. Voor iedereen is het ontoelaatbaar op een bleke dinsdagmorgen onschuldig in de lucht te worden geblazen, maar het voelt extra wrang als vruchtbaarheid op dergelijke wijze in de kiem gesmoord wordt. Erger nog zijn de kinderen en baby’s ; blijkbaar is leeftijd het doorslaggevende criterium voor de graad van ons afgrijzen. Zelden vragen wij ons af of de opgeblazene goed kon dammen of meeslepend wist te vertellen. Bepalend voor ons medeleven met wildvreemden is het aantal jaren dat het slachtoffer, statistisch gesproken, op deze aardkloot nog te gaan had.

Thuisgekomen proberen dochter en ik dreigingsniveau 3 van ons af te schudden. Wij kijken naar de film Inside out, waarin de psyche van een klein meisje op heerlijke wijze in beeld gebracht wordt. Daarna emballeren we het piepkleine pyjamaatje van Eskimo dat we kochten voor de buren. Daar is een kindje geboren dat naar de naam Ali zal luisteren. Wees welkom, Ali, dacht ik toen ik het kaartje zag met giraffes in allerlei kleuren. Ik wens je een vredige wereld met een jeugd zoals de mijne, waarin het grootste gevaar kwam uit de hoek van algebra en puistjes. Ik wens je een lang en gelukkig leven, waarin je kinderen kunt opvoeden in veiligheid.

Ook jij maakt kans. Zeg dat Lesley-Ann het beloofd heeft.

jp.mulders@skynet.be

JEAN-PAUL MULDERS

We loeren naar elkaar, schichtiger dan gewoonlijk. Ons oog blijft haken aan wie een forse rugzak combineert met een grimmig uiterlijk

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content