Giorgio Armani over het nut van goed in de spiegel te kijken, over smaak, kunst en onsterfelijkheid. “Iedereen denkt dat ik tot de jetset behoor. Ik ken een paar van die mensen, ik kan je verzekeren dat er niets is waarover ik met hen kan praten.”

Thanasis Lalas / Planet Syndication /Foto’s Roger Hutchings

Milaan, woensdagochtend halftien. Ik sta te wachten voor nummer 21 van de Via Borgonuovo, de hoofdingang van de kantoren van Giorgio Armani. Links zie ik plots de modelegende naderen in het gezelschap van een andere man. Armani besteedt geen aandacht aan wat er om hem heen gebeurt. Mensen staren, maar hun blik stoort hem niet. Hij loopt het gebouw binnen. Tien minuten later ben ik te gast in zijn kantoor, een vertrek vol boeken en met twee prachtige art-decofauteuils.

Giorgio Armani werd geboren op 11 juli 1934 in het Noord-Italiaanse Piacenza, hij ging er naar school, maar verhuisde later met zijn ouders naar Milaan. In 1955 ging hij geneeskunde studeren in Milaan, na twee jaar hield hij het echter voor bekeken en vond een baan in het warenhuis La Rinascente. In de jaren zestig werd hij assistent van Nino Cerrutti. Hij bleef er enige tijd, maar begon ook freelance voor andere bedrijven te werken. In de jaren zeventig ontmoette hij zijn latere partner Sergio Galeotti, die hem overtuigde om zelf een collectie te lanceren. Hun eerste werk (militaire jassen) viel vooral bij Amerikaanse modeontwerpers in de smaak. In 1980 droeg Richard Gere een Armani-pak in de film American Gigolo en de Italiaan was op slag beroemd. Nog meer filmsterren begonnen zijn kleren te dragen en er ontstond een typische Armani-stijl. In de jaren negentig kwam zijn imperium tot grote bloei. Hij introduceerde nieuwe lijnen als Emporio, A/X en Armani Jeans. Bernard Arnault van LVMH en Domenico Gucci wilden Armani opkopen. Armani overwoog om met zijn bedrijf naar de beurs te gaan. Uiteindelijk gingen beide transacties niet door. In plaats daarvan bleef hij groeien. In 2000 wijdde het Guggenheim Museum van New York een retrospectieve tentoonstelling aan zijn werk. Vorig jaar opende hij zijn eigen theater in Milaan en sloot zijn boekhouder het jaar af met records. De geconsolideerde inkomsten stegen met 23 procent tot 1,27 miljard euro. Zelfs na indrukwekkende investeringen en de opening van 33 winkels boekte Armani een nettowinst van 110 miljoen euro. En in februari van dit jaar lag de nieuwe Armani in de boekhandel: Armani backstage, een kijkboek in zwart-wit van Roger Hutchings. De bijna 68-jarige rust nog niet op zijn lauweren.

“Bedankt dat u naar Milaan wilde komen,” begint hij, “dat u de reis niet hebt afgelast.” Doordat Giorgio Armani op de dag van de aanslagen in New York was, werkt 11 september ook lang na. “Ja, dat kwam hard aan. Wij waren druk in de weer voor de opening van een nieuwe winkel. De dag nadat we in New York gearriveerd waren, gebeurde het. Doordat we er zo dichtbij waren, kreeg die tragische gebeurtenis een extra dimensie. Zo zit het leven in elkaar. Je plant alles, maar plots gebeurt er iets wat de hele wereld op z’n kop zet. Je kon het gewoon niet vatten met je mensenverstand, een ongelofelijke tragedie waarbij duizenden mensen het leven verloren. Alleen al denken aan de dood kan iemand totaal verlammen.”

Bent u bang voor de dood?

Natuurlijk, maar ik doe mijn best om er niet aan te denken. Ik geloof niet dat je op aarde ‘gedropt’ wordt met een opdracht. Het ene komt uit het andere voort en vandaag doe ik wat vandaag gedaan moet worden. Het mooie aan het leven is dat je dingen doet die je je nooit had kunnen voorstellen.

Hoe vinden we onze weg in het leven?

Eerlijk gezegd, ik weet het niet. Misschien wordt het een en ander duidelijk zodra je jezelf beter begrijpt. Je krijgt een nauwkeuriger beeld van het leven als je in de spiegel ziet wie je echt bent. Het komt er met andere woorden op neer jezelf te ontdekken.

Wanneer zag u zichzelf voor het eerst in de spiegel?

Ik was nog zeer jong toen ik al een heel kritische blik had op het leven. Maar je leert ook met je eigen fouten om te gaan zodat die je leven niet meer verstoren. Toen ik jong was bijvoorbeeld, was ik zeer bedeesd. Welnu, ik heb die eigenschap gebruikt om mensen voor mijn ideeën te winnen. Zo werd bedeesdheid een troef in plaats van een handicap. Allicht is dit het geheim van succes: je tekortkomingen kunnen omtoveren in troeven.

Maar hoe maak je van tekortkomingen evenveel troeven?

Ik geloof dat het een kwestie is van intelligentie en vaardigheid. Niet bang zijn om te zijn wie je bent, omdat elke persoonlijkheid uniek is. Maar je moet ook in die maatschappij meedraaien. Invloeden van buitenaf zijn zeer belangrijk en in mijn vak is dat zeker zo. Ik heb altijd ontworpen in een bepaalde stijl, maar tegelijk volgde ik de veranderingen in de mode wereldwijd. Ik probeerde die algemene trends subtiel te verwerken in mijn ontwerpen.

Kunt u zich voorstellen hoe iemand is aan de manier waarop hij of zij gekleed is?

De vraag is zo oud als de beschaving. Maken de kleren de man of is het omgekeerd? Ik geloof niet dat kleren iemand ‘maken’. Een vrouw mag dan nog zo elegant gekleed lopen, als ze dat niet op een intelligente manier doet, dan zal het beoogde effect er niet zijn. De manier waarop een man of een vrouw gekleed loopt, kan ons een idee geven van wat hij of zij denkt. De kleren zijn de spiegel van de gedachten.

Kunt u uw gedachten of smaak overdragen via kleren?

Ik maak zelf deel uit van het mode-establishment, ik ben een referentie, sommigen noemen me zelfs een modelegende. Een vrouw kan om die reden een van mijn ontwerpen dragen, maar als ze de filosofie die erachter steekt niet begrijpt, zal ze die kleding niet dragen zoals het hoort. Wie mijn ontwerpen draagt, moet intelligent zijn of maakt zichzelf belachelijk.

Was u ooit bang van uw eigen tekortkomingen?

Ontzettend! Daarom zit ik vol tegenstrijdigheden. Nu ik mezelf wat beter ken, kan ik bepaalde situaties kalm over me heen laten gaan. De oude vrees die mij geregeld overviel, is verdwenen.

Is verlies pijnlijk of belangrijk in het leven?

Zeker en vast, daarom herinneren wij ons elk verlies. Overwinningen vergeet ik snel, omdat er altijd wel een aspect aan vast hangt dat me niet zint. Bijvoorbeeld het idee dat ik ergens gearriveerd ben. Een overwinning is een station, geen eindbestemming.

En de nederlagen? Hoe voelt het aan een partner te verliezen in de fleur van zijn leven?

Voor mij was dat bijzonder pijnlijk. Het was alsof de deur van de nutteloosheid openging. Het is zeer belangrijk iemand te hebben voor wie je de dingen doet die je doet. Sergio was niet alleen mijn partner en medewerker, hij was mijn reden van bestaan. Hij gaf richting aan mijn gevoelens en mijn wensen.

Waarom komt er een einde aan het leven op het allermooiste moment?

Misschien is dat om wat schoonheid te bewaren voor de volgende generaties ( lacht). Op weg naar de ‘volwassenheid’ verwerf je allerlei materiële dingen, zoals een mooi huis, een snelle auto enzovoort. Je doet ervaringen op en verliest de lichtheid van je jeugd. De grenzen vervagen en je wilt almaar meer. Maar aan alles komt een einde! Anders zouden we alle pracht van de wereld zelf opsnoepen en zou er niets meer overblijven voor de volgende generaties. Toch zien sommigen dat niet in. De ene gooit met dollars, de tweede wil huizen vol Picasso‘s, nog anderen willen met alle vrouwen ter wereld naar bed! Iemand zonder grenzen gaat onverbiddelijk ten onder aan zijn hebzucht en zijn driften.

Waarom loont het leven de moeite geleefd te worden?

Misschien omdat we niet weten wanneer er een einde aan komt. Het blijft ons boeien. Het leven laat ons niet met rust en dat is al een reden voor ons bestaan. We worden elke morgen wakker en stappen enthousiast in de nieuwe dag, maar beseffen dat het de laatste kan zijn. Wie jong is, denkt niet aan het einde, maar leeft alsof hij onsterfelijk is.

Wordt u onsterfelijk door uw werk? Met andere woorden: kunt u de tijd trotseren?

Door mijn werk verlies ik contact met de tijd, dat klopt. In mijn werk moet ik elke keer weer van nul beginnen. Telkens weer een wedergeboorte. Door het tempo dat me opgelegd wordt, verlies ik uit het oog hoe de jaren voorbijgaan.

Voelt u zich een kunstenaar?

Ik zou een kunstenaar kunnen zijn, omdat ik artistieke aanleg heb: ik ben gevoelig voor schoonheid en haat lelijke of slecht gemaakte dingen. Ik ben zeer nieuwsgierig en alles wat me enigszins stoort, wil ik elimineren. Dat zijn allemaal eigenschappen van een kunstenaar.

Voor mij bevat kunst iets onwezenlijks, iets onverklaarbaars. Kunst behoort tot een totaal andere wereld dan diegene waar de meeste mensen in leven. Onlangs bezocht ik in Milaan een Picasso-tentoonstelling. Uit een van de schilderijen die hij in Parijs maakte, straalt zoveel kracht en harmonie dat Parijs de stad van onze verbeelding wordt. Dat is wat mij zo fascineert. Grote kunst raakt je, ze is een verjongingskuur, ze voert je mee naar een andere realiteit. Kunst is niet dat schilderij, maar de betekenis van de schepping.

Wat zou u willen zijn als u niet was wie u bent?

Schrijver. Omdat die in zijn eentje iets creëert wat achteraf voor iedereen bereikbaar is, zelfs na de dood van die schrijver. Wie schrijft die blijft, voor de eeuwigheid.

Een ‘normaal’ mens zijn, is maar sneu?

Ik zie dat niet zo negatief, je bent kunstenaar of je bent het niet. Je kunt ook overleven zonder het erg te vinden dat een tafel niet gedekt is zoals het hoort. Het leven is vaak veel gemakkelijker zo.

Wat gaat bij een kind teloor als het volwassen wordt?

Persoonlijk heb ik de beste tijd gehad als volwassene. Leven als een volwassene is het beste wat je kan overkomen. Zolang je jong bent, ontgaat je een heleboel dingen, omdat je dan nog op jacht bent. Voor wie genoeg heeft van voedsel, drank, seks en geld, opent zich een voller leven. Een jongere is behept met dierlijke instincten, maar bij een volwassene speelt alles zich meer af in de geest. Ik geef toe dat ik liever vrij met mijn verstand dan met mijn lichaam. Jammer genoeg is het leven als volwassene zo kort, je behoort zeer snel tot de senioren.

Wat kunnen mensen zich niet inbeelden als ze Giorgio Armani zien?

Soms zijn mensen die mij ontmoeten teleurgesteld. Ik lees dat in hun ogen. Ik ben te simpel om beroemd te zijn.

Wat bedoelt u met simpel?

Hoe zal ik dat uitleggen? Als ik een land bezoek dat ik niet ken, doe ik wat elke toerist doet. Ik wandel rond om me een idee te geven van het leven ter plekke, bezoek musea en tentoonstellingen. Met andere woorden: niets buitengewoons. Als ik vrienden bezoek, hoeven die me niet te ontvangen als een speciale gast. Daar heb ik een hekel aan. Ze vragen me waarom ik een Picasso-tentoonstelling bezoek tijdens de normale openingsuren, of ze niet beter een privé-bezoekje voor mij regelen. Terwijl ik op zo’n tentoonstelling óók wil kijken naar de verwondering van andere bezoekers. Een vip-behandeling belet je een normaal leven te leiden.

Hoe komt het dat beroemdheid sommige mensen naar het hoofd stijgt?

Er zijn veel dingen die je in de val kunnen lokken. Beroemdheid en succes kunnen je de illusie van verhevenheid geven. Het idee alleen al volstaat om gek te worden. Ook al probeer je dat mordicus te vermijden, toch blijft het risico altijd bestaan. Daar zorgt je entourage wel voor: ze plaatsen je op een voetstuk en isoleren je. Dat doen ze niet om je te beschermen – zoals ze zullen beweren – maar wel om als enigen in je buurt te kunnen komen. Dat is mij al zo vaak overkomen. Vroeger zat ik zelf achter het stuur, nu heb ik twee chauffeurs. Vroeger poetste ik mijn huis zelf en stond ik graag aan het fornuis. Nu doet een aantal mensen dat voor mij. Een beschermd bestaan is natuurlijk leuk, omdat ik me van een heleboel praktische problemen niets hoef aan te trekken. Toch voel ik mij soms een buitenaards wezen op mijn eigen planeet.

Als je mij zou vragen te kiezen tussen alles wat ik in mijn leven bereikt heb en niets, dan koos ik voor het laatste. Met ‘niets’ in handen, kun je de stier bij de horens vatten en streven naar ‘iets’. Je wordt een slaaf van de dingen die je veroverd hebt. Succes wordt een gevangenis.

Precies daarom wil ik telkens weer aan de slag gaan, elke keer opnieuw proberen. Het is niet makkelijk het bereikte comfort de rug toe te keren, maar het moet, al was het maar om in leven te blijven en om niet weg te kwijnen in een comfortabel kantoor. Ik ben niet de eerste die merkt hoe eenzaam het is aan de top.

Onlangs las ik in Time Magazine dat u in de mode-industrie de enige bent die nog niet door een financiële groep is ingepakt. Hebt u nooit gedacht dat een fusie u meer vrije tijd kon geven, en tegelijk een leuke reserve?

Om eerlijk te zijn, ik heb inderdaad getwijfeld toen men mij zeer interessante voorstellen deed, zowel op het financiële als op het persoonlijke vlak. Het juk van het dagelijkse bestuur zou van mijn schouders genomen worden en ik hoefde me alleen op de creativiteit te concentreren. Ik ben niet meer van de jongsten en weet dus best dat me niet veel tijd meer rest om van het leven te genieten. Dat was wat ik eerst dacht. Maar na rijp overleg wist ik dat het nu te laat is om nog van het leven te genieten! Zo’n besluit had ik twintig jaar geleden moeten nemen. Vertel mij overigens eens wat het feitelijke nut is van geld en comfort. Twintig dagen in een sterrenhotel op de Bahamas? Dat zegt me niets. Ik word liever omringd door mensen van wie ik hou en die allemaal keihard werken. Iedereen denkt dat mijn vrienden tot de jetset behoren. Ik ken een paar van die mensen, maar ik kan u verzekeren dat er niets is waarover ik met hen kan praten.

Tijd en geld verspillen, dat moet je van jongs af leren. Dat doe je niet zomaar. Leven als een rijke is een hele kunst. Ik heb hard leren werken. Dat is mijn leven. Iets anders heb ik niet geleerd en vrije tijd had ik ook nooit. Ik ben rijk en ik heb nogal wat huizen, maar als ik met vakantie ga, beschouw ik dat als een extraatje dat ik mezelf gun. Wat het onderscheid maakt, is je persoonlijke filosofie, de manier waarop je leeft.

Vreemd is dat. U creëert dingen voor een wereld waartoe u niet wilt behoren.

Dat klopt niet helemaal. Ik zeg alleen dat ik het liefst zo ver mogelijk uit de buurt blijf van de mensen die zich mijn allerduurste ontwerpen kunnen permitteren en dat ik geen deel uitmaak van hun wereld. De elite is voor mij een droomwereld. Zoals je je een idee vormt bij foto’s van een ver land, maar uiteindelijk ontgoocheld kunt zijn als je er rondloopt. Het leven van mannen en vrouwen in de zogenaamde high society is fundamenteel anders dan het mijne. Ik vind het wel boeiend kleding te ontwerpen die bij hun droomwereld past.

U bent een van die mensen die erin slagen herkenbare dingen te creëren. Armani, dat ziet men zonder naar het label te kijken. Alles wat u maakt, draagt uw signatuur. Hoe kan dat eigenlijk? Anders geformuleerd: wat maakt bijvoorbeeld een schilderij van Picasso zo meteen herkenbaar?

Dat is een moeilijke vraag. In de eerste plaats kan ik mezelf niet vergelijken met een schilder. Kunstcritici zien dingen in een schilderij die de kunstenaar helemaal niet bedoeld had. Voor mij is het combineren van een aantal elementen altijd weer een speciale oefening. Iets herwerken of kopiëren is vrij eenvoudig. Iets totaal nieuws ontwerpen is natuurlijk andere koek. Het is zeer moeilijk een lijn te trekken tussen wat voorafgaat en wat nieuw is, ook in mijn eigen creatie. En daarin ligt natuurlijk enig genie, zo u wilt, en vooral inspiratie. Wat mij betreft, heeft genie te maken met een fixatie op bepaalde dingen. Inspiratie spruit voort uit die fixatie.

Ik weet echt niet hoe iemand iets creëert dat meteen herkend wordt. Ik geloof dat ik dingen ontwerp die herkenbaar zijn aan bepaalde, niet noodzakelijk meteen opvallende details, maar die details zijn belangrijk en maken het hele verschil.

Worden uw creaties beïnvloed door uw persoonlijke smaak?

In feite besteed ik zelf nooit aandacht aan de stijl van mijn eigen kleding Ik ben niet de ideale man en ik weet dat. Ik ben niet groot en heb geen perfect lichaam. Daarom maak ik kleding die de onvolmaaktheden van het lichaam verdoezelt. Ik maak geen kleren voor de perfecte vrouw of man.

Is het nuttig om in het leven een ideaal te hebben?

Zeer zeker. Iedereen houdt van idealen. Mijn ideaal verschilt van iemand anders ideaal. Als man heb ik een ideaalbeeld van mannelijke schoonheid in mijn hoofd, met details over haar, neus, lichaam… Ik heb dat duidelijk voor ogen. Het ideaal gidst ons naar oplossingen, en dan heb ik het niet alleen over tastbare, materiële dingen. Wanneer ik een man of een vrouw zich zie opdoffen voor een avondje uit, moet ik vaak lachen. Ik kan me voorstellen hoe ze zich zullen voelen wanneer een intelligent, maar sjofel gekleed iemand de show steelt op dat feest, terwijl zij hopen geld hebben uitgegeven aan kleding en accessoires. Smaak is een allesomvattend concept dat zich niet beperkt tot een jurk of een pak.

Voelt u zich als een verkoper van goede smaak?

Ik vind dat ik een bepaalde levensstijl kan suggereren. Daarom ontwerp ik ook huishoudelijke objecten, maar ik kan ontwerpen voor zowat elk aspect van het dagelijks bestaan dat onze visie op schoonheid beïnvloedt. In alle bescheidenheid hoor, begrijp me niet verkeerd. Ik kan suggesties doen, maar geen expertise leveren, daarvoor ben ik niet gekwalificeerd. Maar mijn Fingerspitzengefühl kan op vele gebieden dienst doen.

Is er iets dat ons leven kan veranderen?

Geld. Geld verandert ons leven, wat men er ook van denkt.

Verandert onze mentaliteit?

Dat is niet zo makkelijk. Een eenvoudig iemand zal altijd eenvoudig blijven, ook al verdient hij plots hopen geld. Zo iemand ben ik.

Roger Hutchings, ‘Armani Backstage’, 108 zwartwitfoto’s, uitgever: Federico Motta Editora, 90 p., 35 euro.

“Een beschermd bestaan

is natuurlijk leuk,

maar succes wordt

een gevangenis.”

“Zolang je jong bent, ontgaat je een heleboel dingen, omdat je nog op jacht bent. Voor wie genoeg heeft van voedsel, drank, seks en geld, opent zich een voller leven.”

“Grote kunst raakt je, ze is een verjongingskuur, ze voert je mee naar een andere realiteit. Kunst is niet dat schilderij, maar de betekenis van de schepping.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content