Zijn leven heeft veel weg van een Grieks drama. Een moeilijke jeugd, met daaropvolgend de nodige triomfen en nederlagen. Straatvechter, supertalent, teddybeer of macho? Gilles De Bilde laat zich niet in één woord vatten.

Ik beken. Voetbal heeft voor mij veel geheimen. Ik weet nog net dat ze bij een penalty – of is het bij een vrije schop? – met tien keurig naast elkaar gaan staan, met de handen op het kruis. Verder reikt mijn kennis niet. Al de uren die ik als een verliefde puber sleet in de kantine van een Kempense voetbalclub ten spijt. Toen was ik nog zo gek om elke zondag vrij te houden voor een lief dat alleen maar wou sjotten. Verstand komt met de jaren, zeggen ze. Feit is dat de naam van de club voorgoed uit mijn geheugen is gewist. Freudiaanse verdringing. Ik herinner me alleen nog de klok aan de muur die maar niet sneller wou tikken, terwijl ik met de andere madammen cola’s en koffies dronk om de tijd door te komen. Het eerste halfuur vond ik het nog amusant om te zien hoe al die mannetjes achter hetzelfde balletje liepen, maar na een uur was de pret er voor mij af en begon ik bij wijze van bezigheidstherapie de grassprietjes van het voetbalveld te tellen. De liefde was snel voorbij. Sindsdien heb ik er alles aan gedaan om voetbal te bannen uit mijn leven.

“Geen probleem”, klonk het op de redactievergadering. “We willen geen voetbalstuk, wel een artikel over de man Gilles De Bilde. Tenslotte heeft hij toch de uitstraling van een ‘echte’ man en echte mannen horen thuis in een mannenspecial.” Een ondeugende jongen, denk ik als ik hem de eerste keer ontmoet aan het oefenterrein van Anderlecht. Een blonde god met L’Oréal als medeplichtige. De journalist die hem uitriep tot de teddybeer van het Belgische voetbal was zeker geen vrouw. Alleen een man kan blind zijn voor zoveel sex-appeal. Om in de sfeer van de speelgoedindustrie te blijven: toy boy doet hem meer eer aan. Gilles De Bilde is het type waarvoor tienermeisjes drie maanden huisarrest riskeren, de klok in de voetbalkantine stil blijft staan en intelligente vrouwen zich plots ontpoppen tot hysterische supporters van paars-wit.

Vreemd genoeg heeft hij hetzelfde effect op vijftigjarige mannen met een hangbuikje. In de lobby van de club en later ook in het café waar ik hem interview, hangen ze rond hem als kinderen rond een goochelaar op een verjaardagsfeestje. “Excuseer dat ik stoor, Gilles, maar wil je een handtekening zetten op dit T-shirt? Het is voor een vriend van mij wiens zoon een hotel geopend heeft in Madagaskar.” ‘Gilles’ doet het allemaal met de glimlach. Of er nog een kamer voor hem vrij is, vraagt hij lachend. “Natuurlijk! Altijd welkom!” “Mijnheer De Bilde, ik heb net tickets gekocht voor de volgende match, wilt u alvast signeren?” Een zenuwachtig lachje, grote ogen vol bewondering. Deftige heren in maatpak worden in zijn nabijheid weer even de jongens van toen. Het zou me niet verbazen als enkelen onder hen zijn poster boven het bed hebben hangen. De Bilde is méér dan een voetballer, hij is rolmodel, idool en lustobject. “We hebben geen acteur met de allures van Brad Pitt, geen zanger als Robbie Williams, maar we hebben wel Gilles De Bilde, hij is zonder twijfel de Belgische David Beckham“, verklaart modestylist Olivier Rizzo.

Bij Anderlecht weten ze dat ondertussen ook wel. Zeventig procent van de supporterstruitjes die verkocht worden, draagt zijn naam. De Bilde zelf ontkent elke vergelijking. “Ik heb een gewone vriendin, terwijl de Beckhams een echt mediakoppel zijn. Ze zoeken de aandacht zelf. Het is niet toevallig dat Beckham naast zijn ‘gewoon’ contract bij Manchester United ook nog een imagocontract heeft bedongen. Als ik het op voorhand had geweten van die truitjes, had ik dat ook beter gedaan! (lacht) Neen, serieus, het is waar dat ik in het begin van mijn voetbalcarrière veel persbelangstelling heb gekregen, maar ik kan daar zelf weinig aan doen. Ik heb die zeventig procent ook niet zelf gekocht. Stel u voor, heel mijn living behangen met truitjes van mezelf. Ik denk dat het vooral te maken heeft met het feit dat ik hier vroeger ook gevoetbald heb en bovendien een echte Brusselaar ben. De mensen identificeren zich daar snel mee. Ik heb nooit verloochend een Anderlecht-man te zijn in hart en nieren. Het heeft meer met de sport te maken dan met iets anders.”

En al die vrouwen die plots naar het voetbal kijken, die hebben ook uitsluitend sportieve interesse? “Daar kan ik zelf moeilijk een antwoord op geven (grote grijns). Akkoord, uiterlijk zal meespelen, maar uiteindelijk blijft talent toch de basis, niet?” Hij mag de gelijkenissen hardnekkig ontkennen, één zaak heeft De Bilde toch gemeen met Beckham: beiden zijn onverbeterlijke fashionisto’s. Of we niet eens een week van job kunnen wisselen, stelt hij voor. Hij naar de defilés in Milaan, ik op het voetbalveld in Anderlecht. Terwijl mijn kans op een goede afloop nihil is (na de opwarming mogen ze het reanimatieteam erbij halen), zou Gilles het er ongetwijfeld goed afbrengen.

Zegna, Pal Zilleri, Armani, hij kent ze allemaal. Karl Lagerfeld vindt hij maar een vreemd mannetje, maar wat Versace doet, is helemaal het einde. Niet de zware lijn, wel de jeanscouture. Alleen van de laatste campagnes begrijpt hij maar weinig. “Die mannen in de reclame, dat zijn toch geen echte mannen. Dat zijn geen vrouwen. Onzijdig of zo? Nu voor mij niet gelaten, hoor. Dat ze doen wat ze willen, ik heb enkel oog voor de kleding. Als ik iets moois vind, koop ik het, ongeacht de merknaam die erin staat. Ik ben al wel eens een paar dagen gaan shoppen in Milaan. Dat was heel tof. Zijn de modellen nog altijd zo mager? Die hebben toch allemaal anorexia? Wie beslist dat eigenlijk? Ik begrijp dat echt niet. Dat zijn toch geen vrouwen meer. Geef mij maar Elle McPherson(zucht). Claudia Schiffer zegt me totaal niets, Tyra Banks wel. Maar meestal val ik wel op blond. Van Pamela Anderson was ik lang helemaal wild, maar dat is een vamp, geen vrouw om mee te trouwen. Onlangs zag ik in een blad een foto van haar als ze pas uit haar bed komt, dat is wel afkicken, hoor.”

Mijn tenen krullen. Pamela Anderson? De Bilde hoort duidelijk niet thuis in de categorie ‘nieuwe man’. Zijn vriendin Ils weet dat al langer dan vandaag. In een interview gaf ze toe dat zijn beslissing om te gaan samenwonen afhing van haar huishoudelijke capaciteiten. Of ze wel kon koken en strijken, dat was zijn grote bezorgdheid.

“Dat is weer zwaar overdreven door de journalisten. Ik geef wel toe dat mijn bijdrage in het huishouden beperkt is. Het klinkt als een gemakkelijk excuus, maar mijn broer en ik zijn thuis zo opgevoed. We moesten nooit helpen, terwijl Ils en haar zus in een typisch vrouwenhuishouden zijn opgegroeid. Is dat een uitleg? Ik weet het niet, maar het is zo nu eenmaal geëvolueerd. Ik denk ook niet dat Ils daar echt problemen mee heeft. We hebben er eigenlijk nooit over gesproken.”

Dus zijn ideale vrouw is blond en moeder aan de haar, houd ik hardnekkig vol. “Neen, dat is onzin. Er bestaat trouwens geen definitie voor de ideale vrouw. Het klikt of het klikt niet. Als het zou klikken met een carrièrevrouw, heb ik daar geen problemen mee, ik zou haar beslist niet remmen in haar ontwikkeling. Als de vonken overspringen, heeft al de rest geen belang.”

Met Ils sprongen de vonken tien jaar geleden over. Hij was toen nog een ‘gewone’ ambtenaar bij het ministerie van Justitie. Een paar jaar later zou hij de Gouden Schoen winnen en zou hun leven nooit meer hetzelfde zijn. Ondanks de woelige veranderingen hield de relatie stand. Of hij gelooft in de eeuwige liefde?

“Ja, zeker? (haalt de schouders op) We hebben onze ups en downs gekend, maar het gaat nog altijd goed. Het voordeel is dat ik Ils heb leren kennen voor heel de hetze rond mijn persoon begon. Ik weet dat ze voor mij heeft gekozen, niet voor de voetballer. Samen met mijn familie en de vrienden uit mijn jeugd is zij de basis, het contact met de realiteit. De rest is een fictieve wereld. Daar ben ik me heel bewust van.”

Is er dan geen huwelijk of gezinsuitbreiding in zicht? David Beckham vervulde in die zin een belangrijke functie als rolmodel. Hij leerde Britse mannen dat een toegewijde vader en liefhebbende echtgenoot niet per definitie een mietje is. Maar De Bilde voelt zich duidelijk niet echt geroepen. “Och, we spreken al zo lang over trouwen, maar het komt er maar niet van. Ik hecht daar ook niet zo’n belang aan. Vrouwen zijn daar blijkbaar toch meer mee bezig. Ze hebben een romantisch beeld voor ogen, die dag, die jurk… Hetzelfde wat kinderen betreft. Ik ben nog maar dertig, ik heb nog alle tijd.”

In het begin van zijn carrière verklaarde hij nog dat hij nooit zou trouwen omdat hij niet wou dat zijn kinderen hetzelfde zouden moeten meemaken als hij. Als twaalfjarige jongen was De Bilde getuige van een bittere scheiding, met de nodige klappen en ruzies. Hij werd bij zijn grootouders geplaatst. “De tijd heelt alle wonden, maar dat waarschuwingslampje blijft. Dat geef ik eerlijk toe.”

Het verleden heeft duidelijk nog altijd een greep op hem. Hij groeide op in het Breughelpark in Zellik, een wijk met veel woontorens waar de verveling toeslaat en waar naast het voetbal ook drugs en vandalisme manieren zijn om de tijd te doden. Zijn moeder had een tabakswinkel, zijn vader runde een taxibedrijfje en beiden werkten lange dagen. Het grootste deel van zijn tijd bracht hij door op straat. “Als je op twaalf jaar op eigen benen moet staan, bepaalt dat je karakter. Ik vind dat ik mag zeggen dat ik mezelf gemaakt heb. Ik ken veel jongens die er helemaal onderdoor zijn gegaan en in een fout milieu zijn beland. Mijn geluk was dat ik altijd kon rekenen op mijn beste kameraad. We stimuleerden elkaar om de juiste keuzes te maken. Als hij er niet was geweest, had ik alleen gestaan en dan geef je al sneller toe aan de druk van de groep. We trokken ons aan elkaar op.”

Het verschil tussen de ‘goeden’ en de ‘slechten’ wordt dan wel heel klein. Is het dan het lot dat bepaalt wie aan de goede kant staat of heb je dat toch zelf in handen? “Ik denk niet dat je dat altijd in eigen handen hebt. Als je weinig kansen krijgt, kies je al sneller voor gemakkelijke oplossingen die niet altijd de juiste zijn. Ik had het geluk dat ik het talent had om te voetballen en over de nodige wilskracht beschikte om me los te breken. Wat niet wil zeggen dat ik de anderen veroordeel. Ik weet wat het is om in een situatie te geraken waar je zelf geen vat op hebt.”

Zijn passie voor mode dateert ook uit die periode. Als kind van de jaren tachtig groeide hij op in het dressed for success-tijdperk. Wie niet meekon, lag eruit. “Ik heb vakantiejobs gedaan om toch maar die jas en die jeans te kunnen kopen. Het was de tijd van Chipie en Chevignon. Maanden heb ik gespaard voor een paar Nike-sportschoenen. We hebben thuis nooit iets gekregen, terwijl mijn kameraad elke week met nieuwe kleren aankwam en blufte dat hij dat weekend voor 50.000 frank geshopt had. Gelukkig waren er twee maanden om een vakantiejob te doen, de rayons vullen in Delhaize, op die manier kon ik toch een beetje mee. Ik weet nog dat ik achtduizend frank heb betaald voor een Millet. Dat deed pijn. Nu kan ik het me permitteren, maar het blijft een wijze les. Mijn kinderen krijgen later niets van mij cadeau. Op die manier worden ze bewust van de waarde van geld. Zelfs nu, als ik iets ga kopen, vergelijk ik nog altijd de prijzen. Al zijn er een paar dingen die ik zonder na te denken wel eens koop.”

Zoals een Ferrari? “Ja, dat was altijd al een jongensdroom en nu kan ik het me veroorloven. Mijn vader en ik zijn autofanaten. Toen ik mijn Ferrari net had, heb ik hem een uur lang als een klein kind staan bewonderen in de garage. Jammer dat het zoveel kritiek heeft uitgelokt. De volgende dag stond het op de voorpagina van Het Laatste Nieuws. Hebben ze nu echt geen ander nieuws?”

Een Ferrari, dure designerpakken, een villa in Marbella: Gilles De Bilde doet er duidelijk alles aan om het verleden te vergeten. Nog iets wat hij deelt met zijn Britse tegenpool. Beckham was ook niet bepaald een rijkeluiszoontje, maar heeft ondertussen de ‘ontberingen’ ruimschoots gecompenseerd. In Engeland spreken ze al smalend van Beckingham Palace. Toch worden ze door de pers regelmatig geconfronteerd met hun roots. Twee uitbarstingen, één op het gezicht van een ziekenverzorger en één op het rechteroog van tegenspeler Krist Porte, en De Bilde degradeerde in één klap (nu ja, twee) van teddybeer tot ‘crapuul’ en ‘straatvechter’.

“Mijn ouders en mijn vriendin hebben daar meer van afgezien dan ik. Ik was er al beter op voorbereid, had me al beter gewapend.” Sindsdien is zelfbeheersing iets wat hem duidelijk bezighoudt. Zo droomt hij ervan Bill Clinton ooit eens te ontmoeten. “Wat die mens de laatste twee jaar allemaal heeft meegemaakt. De druk op zijn persoon kan volgens mij niemand zich voorstellen. En toch bleef hij onder alle omstandigheden lachen, behield hij zijn sereniteit. Het zal waarschijnlijk wel gespeeld zijn, maar zoveel zelfbeheersing, dat is iets wat ik enorm bewonder.

Tijdens die acht jaar profvoetbal heb ik geleefd voor twee. Zowel positief als negatief. Mijn vader is ziek geworden en er waren een aantal zaken waar ik gewoon niet mee kon leven. Ik heb alle uitersten gekend en daar steek je op termijn wel iets van op. Het gaat om prioriteiten. Vandaar dat ik ook altijd zeg dat voetbal niet het allerbelangrijkste is. Ik schat voetbal bijzonder hoog in en ik doe het opnieuw enorm graag. Er is mij altijd het verwijt gemaakt dat als ik me voor honderd procent had gegeven, ik het nog verder had gebracht. Maar zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Het interesseert me niet om alles opzij te zetten voor het voetbal. Dat kan ik gewoon niet.

De keuze voor een bestaan als profvoetballer was daarom niet zo vanzelfsprekend. Ik werkte toen op het ministerie van Justitie. Een leuke job met een vast inkomen. Ik verdiende ook al een beetje met het voetbal en al bij al had ik het best naar mijn zin en plots moet je alle zekerheden weggooien. Ik wist toen niet of ik het langer dan een jaar zou volhouden. Moest ik tien jaar terug kunnen gaan en voor de keuze gesteld worden: een normaal leven buiten de schijnwerpers, met mijn grootouders nog in leven en mijn vader opnieuw gezond, dan zou ik het wel weten. Het verlies van mijn grootouders was een grote klap. Ik ben toch grotendeels door hen opgevoed. Toen zij wegvielen, was het de hel.”

Grootouders zijn altijd de onvoorwaardelijkste fans. “Ja, mijn vader is bijna nooit komen kijken naar mijn trainingen, terwijl mijn grootvader er altijd stond. Mijn vader interesseerde zich niet echt voor voetbal. Niet dat ik dat zo erg vond hoor. Het is in ieder geval beter dan die ouders die hun kinderen staan uit te kafferen langs het veld, hen onder druk zetten. Vaak moeten die kleine gasten de verloren dromen van hun vaders verwezenlijken. Die druk heb ik nooit gehad. Bij ons was niemand sportief aangelegd.”

De Bilde heeft inderdaad de looks, maar het is vooral zijn rebelse karakter, zijn imago van enfant terrible dat mij doet bezwijken”, vertrouwt een vriendin me toe. We kennen elkaar al meer dan tien jaar en pas nu bekent ze een fan te zijn. “Ik geef het toe”, aldus De Bilde, “ik ben vrij eigenwijs. Ik heb een hekel aan bevelen en autoriteit. Tenzij ze me er een duidelijke reden voor kunnen geven en ik me daarin kan terugvinden. Als ik stop met voetballen zal ik in ieder geval nooit meer voor een baas werken. Zoveel is zeker.” Dat in combinatie met zijn legendarische luiheid maakt van hem de nachtmerrie van elke trainer. “Ik ga graag op vakantie, zit graag op het strand, geniet van het nietsdoen. Ik ben een luierik, dat geef ik grif toe.”

Na het voetbal een bar op het strand, dan? “Wie weet? Ik ben zeker geen carrièreplanner. Op het moment dat er zich een kans voordoet, zal ik er al dan niet op ingaan. Tijdens mijn studies moderne talen droomde ik van een job als leraar Frans of steward (ondertussen kan De Bilde zich uit de slag trekken in zeven talen, enkele woorden Russisch incluis). Reizen en talen hebben me altijd al geboeid. Maar op dit moment, zoals ik me nu voel – permanent onder druk spelen, in de schijnwerpers staan – is rust het enige wat ik wil. Misschien dat ik er dan na zes maanden of een jaar wel genoeg van heb, maar dat zal ik dan wel zien. Dat betekent niet dat ik nu al op mijn lauweren wil rusten. Ik heb een hele tijd echt tegen mijn zin gevoetbald, maar nu het stilletjesaan opnieuw beter gaat, komt ook de honger weer terug. Het de eerste drie jaar zo goed mogelijk doen bij Anderlecht, is zeker mijn bedoeling. Op dit moment heb ik echt geen zin meer in het buitenland. Zeker niet Engeland. Ook Italië niet. Daar zijn ze echt dolgedraaid. Je zit daar meer in afzondering dan iets anders. Je hebt gewoon geen leven meer.”

Van zijn ervaringen bij Sheffield heeft hij duidelijk geleerd. Verblind door het grote geld trok hij met zijn vriendin naar Engeland. De droom van rentenieren kwam dichtbij, maar twee jaar later keerden ze terug. Geld is blijkbaar toch niet alles, ook niet in de voetbalwereld.

“Geld is belangrijk in deze maatschappij, maar het is inderdaad niet alles. Die twee jaar in Engeland was echt geen mooie periode. Sportief viel het dan al tegen, maar ook het land en de mensen lagen ons gewoon niet. Het leven daar was niets voor ons: de mentaliteit, het eten enzovoorts. Elk weekend kwamen we terug naar België om onze honden te zien. Toen gold het invoerverbod nog. Belachelijk gewoon!”

Elke week op en af reizen, dat getuigt van heel wat hondenliefde. “Zeg maar dierenliefde in het algemeen. We hebben ook een kat. Ik ben thuis opgegroeid met beesten en dat krijg je mee. Als je thuiskomt, zijn ze blij je te zien en dat is niet gespeeld blij. Je krijgt er ook zoveel van terug. Ik heb nog geen kinderen, misschien heeft dat er ook iets mee te maken. Niet dat ze een substituut zijn. Want de dag dat er ooit kinderen zouden komen, zou ik mijn honden zeker niet achteruitstellen. Dat zou ik nooit over mijn hart krijgen. Ik heb het vreselijk moeilijk met dierenmishandeling. Vandaar dat ik contact heb opgenomen met Gaia. Ik wil wel eens iets voor hen doen. Als je die beelden van de veemarkten ziet, dat is gewoon walgelijk.”

Zijn laatste woorden brengen me in verwarring. Is hij nu een teddybeer of toy boy, de Belgische David Beckham, een nieuwe man of toch een macho? Pamela Anderson nog in gedachten doet me voor het laatste kiezen. Hij verdedigt zich fel. “Ik besteed helemaal niet zoveel aandacht aan mijn uiterlijk. Een douche, een beetje Nivea-gel, parfum and that’s it. Iedereen is toch een beetje ijdel, wil proper voor de dag komen? Als dat de definitie voor een macho is, dan lopen er heel wat macha’s rond op de wereld.” 1-0 voor De Bilde. Hij laat zich niet snel omschrijven. Voor macho is hij te slim, voor teddybeer te ondeugend. En om de Belgische David Beckham te worden, mist hij Posh Spice. Niettemin zou een beetje machageweld geen kwaad kunnen.

Pascale Baelden / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content