Nog tien afleveringen hebben we te goed, maar dan valt het doek en kunnen de rijkswachters van de BOB-serie Heterdaad hun koffers pakken. Het is mooi geweest, vindt Gilde De Bal. Heel mooi zelfs. Maar dat neemt niet weg dat ze na vier jaar van haar Matti-hoofd af wil.

Een miezerige decemberdag in de uitgeleefde rijkswachtkazerne in Etterbeek. “Ik ontken alles”, zegt de verdachte, een grijzende man in een keurige overjas. “Ik ontken formeel.” Eerste opperwachtmeester Matti Tomasetti en adjudant John Nauwelaerts kijken elkaar verbijsterd aan. “Dan zullen we even pauzeren”, besluit Matti ten slotte. Eerste wachtmeester Sylvain Van Mechelen voert de verdachte af, John grijpt woedend naar de telefoon: “Nu moet de onderzoeksrechter maar eens uit zijn pijp komen.” Maar Matti houdt hem tegen: “Wacht, ik heb een idee…”

“Cut!”, roept de regisseur en wat Matti’s idee is, komt de verzamelde televisiepers voorlopig niet te weten. Op de set hangt een nerveus-landerige laatsteschooldagsfeer. Via het mededelingenbord vernemen we dat er die middag witlof met varkensgebraad op het menu stond en dat ene Gène de aardappelen geschild heeft. “Nog vijf dagen opname” staat ernaast, maar de vijf is alweer doorgeschrapt. “Jammer, hoor” heeft iemand erbij geschreven, wat een accurate vertolking van de gevoelens van de hele opnameploeg blijkt te zijn. De vaste acteurs, de Bende van Zes zeg maar, poseren nog een laatste keer in een Usual Suspects line up. “Nu hebben we nog een grote smoel”, zegt Gilda De Bal, met die glimlach van haar die ijskappen kan doen smelten. “Maar ik vraag me af hoe we ons woensdag zullen voelen, als het onherroepelijk gedaan is…”

Ben je niet bang dat je na vier jaar Matti Tomasetti in een zwart gat zult vallen?

Gilda De Bal: Dat geldt voor de hele gang, denk ik. Dat personage zit nu helemaal in onze botten en omdat we elkaar in de loop van de jaren ook als mens veel beter zijn beginnen kennen, marcheert die groep van zes heel goed. Wat dat betreft, heb ik vier heerlijke jaren gehad. Zoiets kun je natuurlijk nooit voorspellen. Ik kwam uit de Blauwe Maandag Compagnie, een heel hecht gezelschap, en ik stortte mij in iets totaal onbekends. Zelfs Jo De Meyere was ik voordien nooit tegengekomen. Maar de samenwerking is echt vlekkeloos verlopen, ik reed elke dag met veel plezier naar Brussel. Er is in die vier jaar ook in ons privé-leven heel veel gebeurd: er zijn mensen getrouwd en mensen gescheiden. Jo is drie keer grootvader geworden, Oswald ( Versyp, die eerste wachtmeester Sylvain Van Mechelen speelt, LA) twee keer. Er zijn ook mensen gestorven: mijn vader en de acteur Cyriel Van Gent, die in één van de eerste afleveringen een gastrol speelde. Totaal onverwachts verloren we ook een klankman, hij was pas 36. Dat maakt het allemaal nogal emotioneel geladen. Gelukkig ga ik meteen na het einde van de opnamen een week skiën, lekker uitwaaien in de bergen… Daarna ga ik drie maanden lesgeven aan het Conservatorium van Gent. En dan? Stempelen, zeker. Vreemd, hoor: terwijl ik Heterdaad deed, kreeg ik verschillende aanbiedingen voor toneelproducties en nu de opnamen voorbij zijn, blijft het stil. Het theaterseizoen is natuurlijk overal volop bezig. Maar ach, dat lost zich vanzelf wel op. Vijfentwintig jaar ben ik onafgebroken aan het werk geweest, zo erg is het nu ook weer niet…

Heb je ook niet wat tijd nodig om af te kicken van Matti Tomasetti?

Vier jaar is lang. Niet dat ik genoeg heb van het personage, maar ik wéét het nu wel. Ik heb ook nog nooit in mijn leven zolang hetzelfde kapsel gehad. Pas op, mocht de serie nog een jaar langer lopen, dan zou ik niet afhaken, precies omdat de sfeer zo fantastisch is. Maar de reeks staat of valt met de scenario’s en Ward Hulselmans heeft het gevoel dat hij uitgeschreven is. We hebben nu net een visie gehad van twee afleveringen. De ene is ontegensprekelijk beter dan de andere en dat ligt echt niet aan de acteurs: soms draaiden we ’s morgens een paar scènes van de ene aflevering en ’s namiddags een paar van de andere. Nee, het heeft allemaal met het verhaal te maken en als Ward het niet leuk meer vindt, moet hij gewoon iets anders schrijven. Trouwens, heel lang konden we er hoe dan ook niet meer mee doorgaan, anders waren wij als rijkswachters te oud. Bij Jo en Oswald is het nu al op het randje. En als straks de rijkswacht en de gerechtelijke politie met elkaar versmelten, verliest de reeks helemaal haar reden van bestaan.

Matti is vrijwel perfect, zowel in haar job als in haar privé-leven. Is het niet moeilijk om zo’n personage geloofwaardig te maken?

Iemand spelen die we zelf niet zijn, daarvoor worden wij nu eenmaal betaald. Zelf ben ik in elk geval veel uitbundiger en emotioneler dan Matti, maar als rijkswachter word je natuurlijk verondersteld je gevoelens onder controle te houden. Je kunt moeilijk iemand gaan arresteren en dan samen ineenstorten. Ik zou trouwens absoluut niet deugen als rijkswachter, al was het maar omdat ik als de dood ben voor wapens. Nee, dat is niet veranderd in die vier jaar. In tegendeel zelfs, door er voortdurend mee rond te lopen, ben ik mij nog meer bewust geworden van het gevaar dat ze meebrengen, ook al léken onze wapens alleen maar echt. Ik had in de serie wel liever een paar serieuze fouten mogen maken, zoals Jane Tennison in Prime Suspect dat wel eens doet. Dat Matti kinderen had, vond ik dan weer niet erg, wél dat ze getrouwd was. Een alleenstaande vrouw met kinderen, dat geeft veel dramatische mogelijkheden. Dan had Matti bijvoorbeeld eens verliefd kunnen worden, met alle gevolgen vandien. Maar het uitgangspunt was dat zij een gelukkig getrouwde vrouw én een perfecte rijkswachter zou zijn. In de meeste soaps krioelt het van de problematische verhoudingen en affaires en van in het begin was beslist dat Heterdaad zich daarvan zou onderscheiden. De verhalen stonden trouwens helemaal in functie van het gepleegde misdrijf, het privé-leven van de rijkswachters kwam maar zijdelings aan bod.

Geeft de reeks geen al te geïdealiseerd beeld van de rijkswacht?

Het was alsof de duivel ermee gemoeid was: vanaf het moment dat wij Heterdaad begonnen te maken, kwam de rijkswacht steeds vaker in opspraak. Natuurlijk vind ik het verschrikkelijk wat er met Sémira Adamu gebeurd is, en dan heb ik het nog niet over al die andere verhalen over nalatigheid en corruptie. Op den duur kreeg ik iets van: “Nu moeten ze zich toch eens gaan gedragen, want wat wij maken zijn toch min of meer verkapte reclamefilmpjes voor de rijkswacht – in elk geval toch een reeks waar ze heel goed uitkomen – en als ze nu de ene stommiteit na de andere blijven doen, is dat niet goed voor onze geloofwaardigheid.” Wat ik daar kan tegenoverstellen, is dat de BOB’ers met wie wij samenwerkten wél heel gedreven en geëngageerd waren en ik geloof niet dat die er speciaal voor uitgezocht waren.

Maar de scenario’s werden toch door de rijkswacht nagevlooid?

De rijkswacht las de scenario’s na, maar ik heb niet het gevoel dat er door hun toedoen belangrijke dingen aan veranderd werden. Er werd vooral op toegezien dat wij geen procedurefouten maakten: zonder huiszoekingsbevel ergens binnenvallen, bijvoorbeeld. Maar ik denk niet dat de rijkswacht ooit gezegd heeft: die of die verhaalwending kan niet. Met Willy hadden we toch maar een homofiel in de groep en daar was ik heel fier op.

Heeft jouw personage voor een toeloop van vrouwen bij de rijkswacht gezorgd?

Helaas niet, bij mijn weten is er nog maar altijd één vrouwelijke BOB’er. Het is dan ook een heel moeilijke job om met een gezin te combineren, tenzij je natuurlijk een man hebt die de opvoeding van de kinderen bijna volledig voor zijn rekening neemt. In de serie kon het ook alleen maar omdat Matti’s kinderen al groot waren.

Een professionele vrouw van boven de veertig als centraal personage van een reeks is eerder zeldzaam. Er zijn natuurlijk de al eerder genoemde Jane Tennison in Prime Suspect en de pathologe in Silent Witness…

Dat was wel degelijk het uitgangspunt van de serie: een vrouw van in de veertig die zich handhaaft in een wereld waar mannen de dienst uitmaken. En géén pin-up en niet gelift…

Nu, ik was er echt wel blij mee, hoor. Maar of we met een blijvende trend te maken hebben, durf ik sterk te betwijfelen. In elk geval: Matti heeft haar plicht gedaan…

Wist je al heel vroeg dat je wilde acteren?

Ik wist het al heel vroeg, maar ik mocht niet van thuis. En toen was je pas op je eenentwintigste meerderjarig. In het licht der eeuwigheid maakt het natuurlijk niet veel uit, maar in die tijd vond ik het wel erg dat ik pas op mijn vierentwintigste afgestudeerd was. In ’75 ben ik in de KVS begonnen en na elf jaar ben ik naar Arca in Gent overgestapt. En toen was er de Blauwe Maandag Compagnie en daarna Heterdaad, wat echt niet met theater te combineren viel. Tot vier uur op de set staan en dan in je auto springen om in Hasselt of Kortrijk te gaan spelen, nee, dat wilde ik mezelf niet aandoen. En nu bestaat de Blauwe Maandag niet meer en Het Toneelhuis staat nog in zijn kinderschoenen. Ik bekijk dat allemaal van op een afstand en voorlopig heb ik er ook geen enkele affectie mee. Wat we bij de Blauwe Maandag hadden, die heel speciale sfeer, dat zullen we nooit meer meemaken, denk ik.

Dat klinkt wel heel nostalgisch.

Dat is waar. Maar niets blijft eeuwig duren, een mens moet zich voortdurend aanpassen.

Zo’n Matti Tomasetti, speel je dat nu met dezelfde intensiteit als een rol bij de Blauwe Maandag?

Toneel is veel eerlijker. In het theater kom je op, je verdedigt wat je te verdedigen hebt en als je tekst op is, ga je weer af. Je hebt je lot in eigen handen. Voor televisie of film kun je vanalles spelen, maar daar wordt achteraf naar hartelust in geknipt. Soms denk je: Jamaar, die reactie hadden de kijkers toch moeten zien, dat is belangrijk voor het verhaal. Maar daar beslissen anderen over, je bent aan hun genade overgeleverd. Film is eigenlijk een totaal ander medium. Neem nu een scène waarbij verschillende mensen aan tafel zitten. Die wordt dan vanuit allerlei hoeken opgenomen en voor je het weet heb je je repliek vijftien keer herhaald. Telkens met dezelfde intensiteit, want je wilt de collega die in beeld is hetzelfde geven wat hij jou geeft als jij in beeld bent. Of je zit te praten tegen iemand die er op dat ogenblik helemaal niet is. Bij film en televisie wordt er ontzettend veel gelogen en gefoefeld, eigenlijk is het één grote bedriegerij.

Kijk je met plezier naar jezelf op televisie?

Ik ben het nu wel min of meer gewend, maar het blijft lastig. Vooral bij het begin van zo’n serie, als je je personage zelf nog helemaal moet ontdekken, is het heel moeilijk om er onbevangen tegenaan te kijken. Bij Heterdaad hadden we een zogenaamde bijbel, waarin de voorgeschiedenis van de personages uit de doeken gedaan werd. Maar die veertig afleveringen heb je natuurlijk niet in je zak zitten. Toen we aan de reeks begonnen, waren er maar twee scripts klaar en dan kun je je alleen maar afvragen waar je personage naartoe gaat en wat er allemaal mee zal gebeuren. Soms word je daarin een beetje ontgoocheld. Dat kan ook niet anders: wij waren met ons zessen en iedereen moest toch af en toe zijn partij krijgen.

Heb je een soort ideaalbeeld van het verdere verloop van je carrière?

Nee, absoluut niet. Maar ik ga zeker niet zomaar iets doen. Ik was gevraagd voor een productie in Het Toneelhuis, maar die kan niet doorgaan omdat Luk Perceval vroeger dan oorspronkelijk voorzien naar Duitsland vertrekt om daar Ten Oorlog te ensceneren. Er was nog een ander aanbod, maar daar ben ik niet op ingegaan, dat was een persoonlijke keuze.

Wat zijn je criteria om een rol te aanvaarden?

De mensen die bij de productie betrokken zijn, zowel wat de regie betreft, als de medespelers. Ik wil werken met mensen die iets te vertellen hebben, die nog iets nieuws kunnen brengen en mij verrassen. Als ik zomaar iets zou aannemen om toch maar werk te hebben, zou ik heel droevig worden en zouden de collega’s niet veel plezier aan mij beleven, vrees ik. Maar het

draait natuurlijk wel raar in onze job tegenwoordig. Vroeger hadden we een jaarcontract en speelden we soms vijf stukken per seizoen. Nu hebben alleen het NTG en de KVS nog een vast gezelschap. In alle andere huizen pikt men links en rechts een paar acteurs uit, die in het beste geval een paar maanden samen repeteren en spelen. Dan is het salut en merci en moeten ze maar zien dat ze elders aan de bak komen. Loslopend wild zijn we nu. En je kunt niet gaan solliciteren, je moet wachten tot je gevraagd wordt.

Je man, Vic De Wachter, zei onlangs in een interview dat hij zich moeilijk kon voorstellen dat een acteur een relatie zou hebben met iemand die niet in het vak zit. Denk je er ook zo over?

Iemand die helemaal niets met het theater te maken heeft? Dat lijkt mij heel moeilijk, ja. Want de repetities, het geworstel om een stuk te maken, dat kan behoorlijk zwaar doorwegen. Als je dan thuiskomt bij iemand die daar totaal geen voeling mee heeft… Ik heb in elk geval een klankbord nodig. Het lijkt me absoluut niet gezond als je je twijfels alleen in het café kwijt kunt. Anderzijds hebben Vic en ik zo’n zeven jaar geleden besloten om niet meer samen te werken. We leerden elkaar kennen in de KVS, stonden jarenlang samen op de planken en toen hadden we opeens iets van: laten we daar nu maar even mee stoppen en liever rustig naar elkaars premières gaan. Je raakt op elkaar uitgekeken, je kunt elkaar niet meer verrassen.

Maar je speelt toch allebei iemand anders?

Jaja, maar je doet dat toch met hetzelfde lichaam en dezelfde stem en je eigen emoties en vanuit je eigen ervaringen. Je partner kent dat allemaal te goed. En nog eens, zo’n repetitieproces kan heel belastend zijn. Als je daar dan samen mee bezig bent, het naar huis neemt, ermee gaat slapen en ermee opstaat en dan weer samen naar de repetitie trekt… Niet dat we de conflicten van de personages mee naar huis namen en thuis een beetje Virginia Woolf zaten te spelen. Zo zot zijn we nu ook weer niet… Wat ik mee naar huis neem is mijn tekst: ik leer die en vraag me af wat ik er allemaal mee kan doen. Maar mijn personage, die mens als het ware met me meeslepen? Nee, dat doe ik niet. Ik moet ook nog in de spiegel kunnen kijken.

In “All for Love” van de Blauwe Maandag stond je naakt op de avant-scène. Moest je toen geen schroom overwinnen?

Ja, natuurlijk wel. Vreemd eigenlijk, toen ik 24 was heb ik geweigerd om naakt te spelen en toen ik 40 was, heb ik het wel gedaan. Maar ik vond het zo schoon wat Luk Perceval vroeg: Els Dottermans en ik naakt, als twee vrouwen die naar de liefde van dezelfde man streven. En de jongere vrouw wint… Er ging zoveel kracht uit van die scène, er waren bijna geen woorden bij nodig. De overwinning van de schroom was er vooral tijdens de eerste repetitie, voor elkaar. De volgende dag was alles eraf, toen vond ik er niets meer aan. Omdat ik er helemaal achter stond en we er allemaal zo achter stonden. Bloot op de scène, daar kraaide toen geen haan naar. En nu is er zo’n hetze rond, gruwelijk vind ik dat. De Liefhebber, het stuk waar onlangs zoveel heibel over was, werd ook al zeven jaar geleden gecreëerd. De hypocrisie die daarrond bestaat… Als je het niet graag ziet, ga dan gewoon weg. Dan heb je gewoon pech gehad voor je paar honderd frank. Maar voor hetzelfde geld zie je iets waar je ongelooflijk van onder de indruk bent. De mensen luisteren niet eens naar wat er gezegd wordt. In Franziska, bijvoorbeeld, worden er gruwelijke dingen gezegd, maar niemand weet waarover het gaat. Een hoop mensen zit gewoon te wachten: “Zie je wel, hij doet zijn broek uit, we wisten het wel!” Kijk, er zijn ook dingen waar ik me aan erger. Aan de steeds toenemende vervlakking op televisie en het opbod in de commercialisering, bijvoorbeeld. En als zo’n meneer bij Goedele komt vertellen dat hij aan poepseks doet, denk ik ook wel: moet die morgen niet naar de bakker en heeft hij dan geen kinderen? Maar als er reactie komt, kantelt het wel heel fanatiek en mijns inziens naar de verkeerde kant. Want waar trek je de lijn? Was Rubens een pornograaf, of Delvaux of Rik Wouters met zijn Zot geweld? Je kunt toch een eindeloze lijst maken van naakt in de kunst dat geweldig mooi is. Als je dat allemaal weggooit, zou ons kunstenlandschap er ontzettend droevig uitzien. Eén van mijn eindejaarswensen in Humo was dat alle kunstenaars hun ding zouden mogen maken, dat het echt van hen zou zijn en ze ermee zouden kunnen doen wat ze zelf willen. Misschien gaan ze dan soms te ver, maar eerlijk gezegd: zelf heb ik dat nog niet meegemaakt. Ik ben in een toneelzaal nog nooit geshockeerd geweest door een blote piemel of een paar blote borsten, maar wel door wat er gezegd werd. Woorden kunnen mij oneindig meer pijn doen dan een naakte mens.

De eerste aflevering van de nieuwe Heterdaad-serie: zondag 7 februari op TV1.

Linda Asselbergs / Foto’s Kristien Buyse

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content