jp.mulders@skynet.be

Waar mijn oog soms aan blijft haperen, naast de schaarse enkels en kuiten die ons vergund worden door de traag binnensijpelende lente, is het televisieformat Extreem Gierig. Zoals de naam al laat uitschijnen, zie je daarin vreemde snuiters aan het werk die één eigenschap overweldigend gemeen hebben : ze zijn hebzuchtig, inhalig, knijperig, krenterig, schraapzuchtig, vrekkig en parcimonieus – welk laatste woord vrekken nooit zouden gebruiken omdat het te duur is.

In het algemeen ben ik geen liefhebber van dat soort televisie, dat zijn amusementswaarde ontleent aan het uitvergroten van menselijke zwaktes. Toch zit ik gefascineerd te kijken naar de glimmende zwarte man die het waagt om zelfs af te pingelen bij de benzinepomp, terwijl zijn vriendin van schaamte onder de vloermat van de auto probeert te kruipen. Ik kijk naar de blanke vrouw van tegen de vijftig (zoals alle diepmenselijke hartstochten kent gierigheid geslacht, leeftijd noch ras) die haar vriend verplicht te urineren in een fles. Ze gaat die dan buiten ergens leeggieten omdat ze weigert water door te sassen in zoiets verspilzuchtigs als het toilet. De onderhandelingen daarbij tarten elke verbeelding, zoals wan-neer de stakkerd tegenpruttelt dat hij dat niet hygiënisch vindt. ?Zou je je comfortabeler voelen”, paait de gierige pin, ?als je je éigen fles zou hebben ?” Zij schrikt er ook niet voor terug in de kelder de waterkraan te gaan dichtdraaien als hij naar haar mening – ?ik hoor geld wegsijpelen langs de riolering !” – lang genoeg onder de douche heeft gestaan. Komt er familie op bezoek, dan krijgt die een feestmaal voorgeschoteld van zelfgeplukte gewassen en grassen, met als dessert cake die zij uit een container heeft opgevist. ?Trust me, I’m a pro”, zegt ze ontwapenend zelfverzekerd als een schoonbroer wil weten of het gebak in kwestie niet bedorven is. Professioneel is zij in elk geval, want inmiddels heeft zij het al tot dollarmiljonair geschopt.

Een ander gezin schuimt de bermen af op zoek naar road kills : dode dieren aan de kant van de weg waar de man -niet voor niets is hij slager- het vlees van recupereert terwijl de vrouw de beestjes hun vacht afstroopt om daar beursjes en andere nuttige gebruiksvoorwerpen van te maken. Zulke dingen zijn zo vergezocht dat ze onmogelijk aan het brein van een kijkcijfergeile producer kunnen zijn ontsproten. Ze moeten dus wel voortkomen uit de gekste, meest schandalige poel van allemaal : de waanzinnige vijver die weleens de werkelijkheid wordt genoemd.

Als je zelf niet krenterig bent, zit je daarnaar te kijken met een mengsel van ongeloof en ergernis. Deze lieden zijn ziek, denk je, zoveel is zeker. Toch is gierigheid – naast ondernemingszin en een zekere flexibiliteit ten aanzien van normen en waarden – een eigenschap die mensen vooruit kan helpen in het leven. Bekend is bijvoorbeeld de levenswandel van Theo en Karl Albrecht, welke laatste bij het bezoek aan een van zijn zesduizend Aldi-supermarkten het licht uitknipte omdat er genoeg zonlicht naar binnen viel. Ingvar Kamprad, de inmiddels ook al stokoude oprichter van Ikea, staat er dan weer om bekend dat hij de bus neemt, zakjes peper en zout meegrist op café en zich te goed doet aan de vleesballetjes uit zijn eigen winkelketen. Niet omdat hij low profile wil zijn, maar omdat hij er de pest aan heeft geld uit te geven.

Gierigheid heeft een kwalijke reputatie. Het ruikt naar bekrompenheid en oud zweet en is een natuurlijke vijand van liefde en vriendschap. Toch gaat er ook een vaag soort heroïek uit van mannen en vrouwen die zo goedkoop mogelijk proberen te leven in een samenleving die tot in haar diepste vezel is gericht op consumeren. Schraapzucht heeft, weliswaar onbedoelde, raakpunten met soberheid, milieubewustzijn en rebellie. Extreme gierigheid kan beschouwd worden als een bijna religieuze ervaring. Het heeft iets passioneels en opslorpends, zoals alles waar mensen buitengewoon in kunnen opgaan of geloven. Vanuit de verte kan ik de uitspraak van Gertrude Stein zeer wel begrijpen : ?Oh, I wish I were a miser ; being a miser must be so occupying. “

Mochten dergelijke gierigaards het uitgespaarde geld doneren aan de strijd tegen de vrouwenbesnijdenis of de klimaatopwarming, dan waren ze moderne heiligen. Helaas worden ze door hun eigen karaktertrek ingehaald en zijn ze niet meer in staat om nog van iets te genieten, behalve van de gierigheid. Op dat punt wordt het zielig, en prijs ik mij gelukkig dat ik tot nader order in staat ben om belachelijk veel uit te geven aan een vintage vulpen of een rondje perfecte cocktails, zonder de rest van de avond verteerd te worden door hartzeer. Ik ben dan blij dat ik opgroeide in Gullegem en veeleer soepel ben met geld, wat een waarzegster eens de opmerking ontlokte : ?Gij moet beter op uw portefeuille letten” – zoals ik ook moet uitkijken voor bedrog door roodharige vrouwen en ongevallen die met de waterleiding te maken hebben.

Jean-Paul Mulders

Zulke dingen moeten dus wel voortkomen uit de gekste, meest schandalige poel van allemaal : de vijver die weleens de werkelijkheid wordt genoemd

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content