In de omgeving van de Brusselse vlooienmarkt openen steeds meer decorateurs en brocanteurs hun deuren. De buurt herleeft. Veel waardevol antiek tik je er niet op de kop, maar je kan er sfeer opsnuiven en ideeën opdoen.

In de Blaesstraat en de Hoogstraat, de slagaders van de Brusselse Marollen en de vermaarde vlooienmarkt op het Vossenplein, zit veel meer leven dan twee jaar geleden. Dit is geen verkiezingsslogan, want politici zitten er voor niets tussen. Steeds meer handelaars kopen er pandjes en knappen ze op. De buurt was ontzettend verloederd, en de recente spontane renovatiewoede betekent een zegen. En het kan nog beter, want in beide straten voorspellen kranen en containers dat straks ook de laatste kankerplekken zullen verdwijnen.

De vlooienmarkt is weer een aantrekkelijke plek om te kuieren. Door de heropleving wordt ook de band met de Zavel, de antiekwijk bij uitstek, nauwer aangehaald. Als er nog wat werk wordt gemaakt van het pleintje rond de Kapellekerk, vergroeien beide buurten en krijgt de zuidkant van Brussel een grote antiek- en brocantepromenade.

Wil je de dagelijkse vlooienmarkt op het Vossenplein zelf uitkammen, dan moet je heel vroeg uit de veren en verlies je geen tijd met de rest van de buurt. Van donderdag tot en met zondag is het er interessant voor speurneuzen. Op donderdagochtend loop je er al tussen 6 en 7 uur veel handelaars tegen het lijf. In het weekend verschijnen er andere brocanteurs op het plein, met een fraaier aanbod voor toeristen; in de week zijn er meer uitdragers die armoedige inboedels verpatsen.

Maar onze tocht loopt eerder door de omgeving van het Vossenplein, waar bijna elke maand nieuwe handelaars bijkomen. Voor mijn wekelijkse snuistertocht vertrek ik vanop de Zavel, waar de antiekmarkt naast de kerk een must is voor de speurneus. Misschien is hier de kans groter om wat waardevols op de kop te tikken dan op de vlooienmarkt.

Via de Rollebeekstraat daal ik af naar de Kapellekerk en de Hoogstraat. Daar is de kleurrijke volksbuurt ’s morgens het levendigst. De brocanteurs verdelen deze straat in twee delen. Van de Kapellemarkt tot de Kapucijnenstraat neemt het aantal brocanteurs gestaag toe; het volgende deel, richting Hallepoort, blijft een echte volksbuurt met cafés, kruideniers en winkels vol ramsjgoed.

Stap je van de Kapellemarkt in de Hoogstraat, dan bots je eerst op de Grenier de la Chapelle, een meer dan duizend vierkante meter grote winkel vol keukens, eetkamers en bibliotheken in retrostijl. In de buurt vestigen zich steeds meer meubeltempels die semi-artisanaal meubilair slijten. Antiquiteiten vind je er niet, maar de aangeboden meubels zijn behoorlijk van kwaliteit, prijs en vorm.

Daarnaast ligt er nog een speciaalzaak: Baden-Baden een grote winkel met antieke badkuipen, lavabo’s en badkameraccessoires. Het is een museum van de hygiëne, want er staan zelfs vooroorlogse stoombaden die uit een chic hotel zijn gesloopt. In Brussel sneuvelen nog om de haverklap wijken uit de belle époque. Antiek sanitair is niet goedkoop omdat het vrij zeldzaam is, maar in de prijs zijn zowel de zeldzaamheid, de restauratie als de schoonheid begrepen. En zeg nu zelf: wat staat er mooier in een badkamer dan een wastafel van marmer of een gietijzeren bad op leeuwenpoten?

Hoewel liefhebbers van art-decomeubels en opschik hun gading vinden op de Zavel, kunnen ze ook in deze wijk terecht. Antiek Rive Haute (nr. 73) en Trente et plus (nr. 103) bieden kubistisch meubilair, bronzen beelden en ceramiek aan uit het interbellum. Dit zijn winkels voor verzamelaars die wekelijks op ronde gaan. De meeste zaken van de Hoogstraat mikken op een ruimer publiek. Daarom schakelen veel brocanteurs over op decoratieve oudheden, zoals Sortilèges (nr. 101), gespecialiseerd in serviesgoed uit grootmoeders tijd.

Vergeet geen bezoek te brengen aan L’impasse, een oud poortje tussen twee panden, volgestouwd met kleine meubels in Franse stijl en kandelaars, wandlampen en lichtkronen, in elkaar geknutseld door de restaurateur van het huis. Door de oude deuren op het trottoir waan je je hier bij een Parijse brocanteur. Op deze plek kan je genieten van een prachtig gezicht op het Justitiepaleis, dat boven heel deze wijk uittorent. Voor het mooiste uitzicht moet je op het pleintje op de hoek van de Zwaard- en de Hoogstraat zijn. Gluur daar ook even binnen in de mooiste winkel van de wijk: de S-en-Ciel, gespecialiseerd in handtassen. Let op de schilderachtige gevel van dit huis, die bedacht werd met een leuke trompe-l’oeil.

Aan de overkant wordt de laatste hand gelegd aan de restauratie van het gebouwencomplex van de voormalige koffiefabriek Jacqmotte. In dit knap herstelde gebouw huist nu al het reclamebureau GV/Company en worden straks nog meer kantoren en flats verhuurd. Binnen is de moderne architectuur bijzonder fraai, en er werd een mooie antieke trap bewaard. De renovatie geeft aan de heropleving van de buurt ongetwijfeld een extra stimulans. In dit deel van de Hoogstraat komen er in de volgende maanden zeker nieuwe antiekzaken bij. Zopas opende Jacques Brol (nr. 202) de deuren, een van de meest boeiende decoratie-antiquairs van de wijk, die ruwe, artistieke objecten aanbiedt. Antwerpenaar Paul Jacobs werkt hier samen met twee handelaars uit zijn stad, die precies omdat ze de heropbloei van de buurt naar waarde weten te schatten een Brussels bijhuis hebben geopend. Naast deze winkel en het restaurant Le Bermuchet ligt Bruxelles intime, dat design uit de jaren zestig en zeventig verkoopt.

Vervolgens dalen we via de Vossenstraat af naar het Vossenplein: een pittoreske steeg met eethuisjes, brocanteurs en een vioolbouwer. Die kan je vanop straat gadeslaan, want hij heeft zijn atelier in de etalage. Onderaan de straat zijn er rechts brocanteurs gevestigd in de oude brandweerkazerne. Daar wordt het aanbod steeds schraler: veel winkeltjes zijn nog slechts een stapelplaats voor handelaars die op de markt staan. Ook het deel van de Blaesstraat tot aan de Zuidlaan oogt minder aantrekkelijk, hoewel ook daar oude spullen worden aangeboden.

Fouilleer ook eens de onderkant van het Vossenplein. In de Zuinigheidsstraat slijten slechts twee winkeltjes oude opschik. Wie doorloopt, belandt in de Huidevettersstraat, waar de beroemdste winkel De Fluiter (beter bekend als Le Siffleur) gevestigd is, een speciaalzaak van koperwerk. Hier vind je alle mogelijke voorwerpen en oud meubelbeslag. De Fluiter verkoopt oudheden en kitsch door elkaar. Hier loop je veel meubelrestaurateurs tegen het lijf.

Via de Reebokstraat klim je weer naar de markt toe. Helemaal beneden worden oude schoenen en kleren verkocht, iets hoger wonen een paar brocanteurs die met veel vertoon te hoog geprijsde rommel aanbieden.

Eigenlijk keer je beter terug naar de Blaesstraat, waar de meeste handelaars van de buurt zijn gevestigd. Het eerste stukje richting Kapellekerk is minder spectaculair: je koopt er zowel nieuwe Marokkaanse tegels als valse kunst uit Afrika. Op en rond de vlooienmarkt wordt trouwens veel Afrikaanse kunst verkocht die nagelnieuw is. De vervalsingen maken een bezoek aan deze wijk interessant: nergens krijg je de kans om zo goed echt van vals te leren onderscheiden.

Het leukste deel van de Blaesstraat begint vanaf de Kapucijnenstraat. Ook in dit zijstraatje vestigen zich tegenwoordig handelaars, zoals Paul Van Houtte, een decorateur die met meubelfragmenten interieurs in elkaar knutselt. De twee mooiste decoratiewinkeltjes van de Blaesstraat liggen naast elkaar: de Big Nose (nr. 134) en de Mogador (nr. 130). Ze brengen decoratieve spullen aan de man die lekker versleten zijn. In de Mogador staat er meer meubilair, en in de Big Nose vind je ook veel linnengoed.

Regent het buiten, dan vind je onderdak aan de overkant van de straat, waar uitgestrekte winkelpanden veel decorateurs en brocanteurs huisvesten. In Le Volle Blaes (nr. 133) mag je tot in de kelder rondneuzen. In de Passage (nr. 125) ben je voor een tijdje zoet, want dit is een grootwarenhuis. De stoep ligt vol afbraakmateriaal, zoals fraai gesculpteerde gevelornamenten en deuren. Hier verandert het aanbod van week tot week: er komen telkens nieuwigheden bij. Het gebouw is trouwens op zich een bezienswaardigheid, want ooit was het een protestantse kerk. Binnen staan de afgebladderde muren vol bijbelcitaten. Hier mag je van in de kelder tot op de zolder snuisteren. Met dit aanbod kan je een volledige woning aankleden, want ze verkopen hier zowel oude vensters, deurklinken als kaptafels van beenhouwers en faience voor keuken en badkamer. Op de eerste verdieping staan er zelfs een volledige kapperssalon en een biljarttafel.

Straks verdwijnt ook de laatste bouwval van de Blaesstraat, want de ruïnes tussen de Sint-Gisleinsstraat en de Spiegelstraat, die behoren bij het Jacqmotte-project, worden opgekalefaterd. Ook in het laatste stuk van de straat kwamen er nieuwe winkels bij. Op de hoek van de Blaesstraat en de Sint-Gisleinsstraat is er Le Comptoir, die onderdelen van meubels verkoopt. Je kan er tegen een redelijke prijs zelf een keukentafel in retrostijl mee maken. Le Comptoir heeft zowel gedraaide tafelpoten als meubelbeslag en boenwas in huis.

Wat verder richting Kapellemarkt is er nog een grote decoratiewinkel: Apostrophe. Aan het plafond hangt een prachtige kano. Deze winkel verkoopt zowel cafétafels als oude winkelrekken. In de buurt zijn er wel meer gelijkaardige decoratiezaken. Let ook op de prachtige art-deco-etalage van L’Etoile verte (nr. 38), een voormalige verfwinkel, tegenwoordig volgestouwd met grootmoeders antiek.

Tegen de Kapellemarkt aan zijn er nog interessante winkels. De Temporel verkoopt art-decozilver en vazen van Charles Catteau. Op de hoek van de Blaesstraat en de Ons-Heerstraat is er een restauratieatelier van oude klokken. Dat herinnert er ons aan dat de buurt vroeger veel kleine ambachtelijke ateliers herbergde waar klokken, tafelzilver en behangpapier werden gemaakt.

We ronden onze wandeling af met een bezoekje aan een van de merkwaardigste winkeltjes van de wijk, Blaesstraat 11, een Arabische bazar waar zowel karpetten als vazen en Moorse tegels worden verkocht. Alles wordt op de grond uitgestald en je luistert er naar Arabische muziek. In de etalage zie je naast oude biljetten van 20 fr., beeldjes van Onze-Lieve-Vrouw en een antieke moskeelamp een allegaartje van culturen, precies zoals de vlooienmarkt zelf.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content