Tijdens de winter ben ik nog banger van mannen dan in de zomer. Mijn met de temperatuur schommelende angst is het grootst als ik fiets. Het is een lastig probleem, want ik begin elke dag met een fietstocht van anderhalf uur langs de baai van New York. Later op de dag peddel ik ook nog wel eens naar de post, bank of winkel. New Yorkse mannen, ziet u, weten geen afstand te houden. En zoals ik al zei: als het koud is, zijn ze het ergst. Vanop mijn fiets, ingeduffeld in een parka, met een lange broek aan, handschoenen, sjaal, helm, zonnebril en op extrakoude dagen ook een skimasker, zie ik ze op me afstuiven. Mijn belagers zitten zonder uitzondering achter het stuur. Ze suizen veel te dicht langs me heen, zelfs als ik op een van de zeldzame fietsstroken rij. Ze rijden door het rode licht, ze geven me geen voorrang van rechts en negeren stoptekens. En alsof dat nog niet genoeg is, durven ze me ook nog fraaie woorden naroepen en hun middenvinger tonen. Zoveel is duidelijk: ze zijn op het oorlogspad. Zij zijn de onsterfelijke krijgers en ik, de fietser, ben een obstakel dat ze liefst van al met hun tank zouden platwalsen.

Overdrijf ik? Een beetje maar niet veel. Natuurlijk zijn niet alle mannelijke chauffeurs in New York even bloeddorstig. Ik zeg enkel dat het me opvalt dat ik op de fiets met veel meer agressie wordt geconfronteerd van mannelijke autobestuurders dan van vrouwelijke. Zeg niet te gauw, ’t is weer een vrouw, want ’t is wellicht een man. Gelooft u me niet? Het bewijs staat vandaag in de krant. “Mannelijke en vrouwelijke chauffeurs hebben ongeveer evenveel botsingen per kilometer,” zo begint het artikel, “maar mannen zijn verantwoordelijk voor 70 procent van de botsingen waarbij minstens één dode valt.” Uit dat onderzoek blijkt echter niet wie die doden zijn – hoeveel chauffeurs, hoeveel passagiers, hoeveel mensen in andere voertuigen of voorbijgangers. Een nieuw onderzoek in New York City geeft meer precieze gegevens over het mannelijke gevaar. De cijfers bevestigen wat ik al wist: voetgangers en fietsers maken zich best uit de voeten als een man in een auto komt aangevlogen. Mannelijke chauffeurs in de stad zijn drie keer meer betrokken bij dodelijke ongevallen met voetgangers dan vrouwelijke. En in botsingen waarbij fietsers sterven, zitten mannen tien keer meer achter het stuur dan vrouwen. De onderzoekers bestudeerden de periode van 1994 tot 1997. In die tijd verongelukten 1020 voetgangers en fietsers in New York. Vluchtmisdrijf kwam veel voor zodat men in slechts 820 van de ongevallen de identiteit van de chauffeur kende; 747 van hen, of 91%, waren mannen; 73, of 9%, waren vrouwen. Voor alle eerlijkheid zeg ik erbij dat mannen 75% van alle kilometers rijden in New York; vooral omdat bijna alle taxi- en buschauffeurs hier mannen zijn. Maar zelfs als je daarmee rekening houdt, zijn er in verhouding nog veel meer mannen die voetgangers en vooral fietsers neermaaien. Waarom? Omdat mannen agressiever zijn en grotere risico’s nemen. En niet alleen in Amerika, zo blijkt uit een Nederlands onderzoek. Van de 114 voetgangers die in 1995 in Nederland verongelukten, was 88% aangereden door een man. Ook onder de voetgangers en fietsers die verongelukten, waren er anderhalve keer meer mannen dan vrouwen, hoewel vrouwen meer wandelen en fietsen. De conclusie: ook als ze niet achter het stuur zitten, nemen mannen meer risico’s en vegen ze vaker hun voeten aan de regels. Vrouwelijke chauffeurs vereenzelvigen zich meer met de kwetsbaarheid van voetgangers en fietsers. Maar bij heel wat mannen wekt die kwetsbaarheid een machtsgevoel op, ze voelen er zich superieur door. Tenminste, dat beweren de researchers. Maar het heeft niet alleen met machtsgevoelens te maken, ook met aandacht.

Waarom ben ik tijdens de zomer op de fiets minder bang van mannen? Omdat ik me dan veel zichtbaarder kan maken voor hen. Veel heb ik daarvoor niet nodig in ons zwoel klimaat: een kort hagelwit wikkelrokje dat eigenlijk een shortje is, een wit topje met uitgesneden schouders dat ook het middenrif bloot laat, witte sandalen en een vleugje lippenstift. Voor mij geen zwarte polyester kniebroek met ingenaaide kussentjes op het achterwerk, geen lang zedig fluorescerend T-shirt of lelijke bruine coureurschoenen zoals een fietscataloog voor dames me gisteren nog probeerde aan te smeren. Laat de chauffeurs die daar zin in hebben maar lekker politiek-oncorrecte commentaar geven op mijn gespierde benen, rug en elke dag wat bruiner wordende huid: dit is de tijd van het jaar waarin ik me ook een beetje superieur voel op de fiets. “Ik vind het hier niet te doen met al dat gefluit en geroep”, klaagde een Belgische vriendin die vorige zomer op haar eentje door New York had gefietst. “Wees blij,” zei ik, “de chauffeurs die dat doen, hebben je tenminste gezien en gaan je niet omverrijden.” Het is een studie waard: worden er in de zomer naar verhouding minder New Yorkse vrouwen doodgereden dan in de winter?

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content