Superamuletten, zo zou je de bontgekleurde juwelen van Sylvie Franquet kunnen beschrijven. De eclectische mix van kralen, bedeltjes en amuletten die de parttimeontwerpster aaneenrijgt tot opvallende halssnoeren, komen dan ook van over de hele wereld. Ze brengt ze mee van haar tochten door verre landen, als schrijfster van reisgidsen.

Als we Franquet met een dier zouden vergelijken, dan zou dat een ranke zwerfkat zijn, zowel wat haar looks als haar karakter betreft. Groot en slank, vrij van geest, met grote blauwe ogen en een nostalgische blik. Vijfenveertig is ze, al oogt ze minstens vijf jaar jonger. De Brugse woont al vijftien jaar in Londen, op een compact appartement dat ze deelt met haar man, Antony Sattin, tevens een reisjournalist, en hun twee zonen van veertien en tien.

De stapels reissouvenirs en boeken verraden dat Sylvie een verzamelaar is. Net als de zakken vol parels en amuletten, stoffen, schelpen, stenen en fossielen. Ze blijft maar hoeveelheden opdiepen van onder de sofa en het bed, uit rieten manden en verborgen laden.

Vormelijk denken zit Sylvie een beetje in de genen. “Mijn moeder is naaister”, vertelt ze. “Zij maakte al onze kleren. Daar ben ik zelf ook mee begonnen. Als zeventienjarige droomde ik ervan om mode te gaan studeren in Parijs. Mijn vader heeft me overtuigd om eerst een universitaire studie te doen. Ik ging Arabisch studeren, omdat ik ervan uitging dat mijn studie me niet meteen een job hoefde op te leveren. Dat deel van de wereld heeft me altijd al gefascineerd. Ik reis al alleen sinds ik veertien jaar was, op mijn vijftiende trok ik op mijn eentje naar TunesiĆ«.”

Ze vertelt het alsof het de evidentie zelf is. Dat is het in haar ogen ook. Dingen gebeuren, het is maar hoe je ermee omgaat. Die modeopleiding is er niet gekomen, want eerst wilde ze reizen, en toen werd ze verliefd.

Sylvie Franquet : “Reizen is waar het allemaal om draait. Het liefst van al reis ik in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Afrika, dat is mijn biotoop. Ik heb ook zes jaar in Egypte gewoond. Ik heb mijn man ontmoet in CaĆÆro, mijn absolute lievelingsplek. Vervolgens hebben we samen twee jaar rond de wereld getrokken, op zoek naar een andere plaats, vergelijkbaar met CaĆÆro. We hebben die plek nooit gevonden. Toen werd ik zwanger, en zijn we in Londen beland. Later kreeg ik een aanbod om een reisgids over Egypte te schrijven, en sindsdien ben ik dat blijven doen. Lonely Planet, Inside Guide, updates van allerlei gidsen, zo goed als alle gidsen over dat gebied. Behalve de Rough Guide, dan. Daarnaast begeleid ik groepen. Onlangs was ik nog in Jemen met een groep Amerikanen.”

“Ik heb een gespleten persoonlijkheid. Als ik reis, ben ik onafhankelijk, maar als ik thuis ben, verander ik in een echte huismus. Ik brei veel, omdat ik daar rustig van word. Of ik maak kleren, handtassen, juwelen… Na een maand nodig ik vrienden uit en verkoop ik mijn stukken, hier aan tafel. Een van mijn vrienden, de Britse ontwerper Duro Olowu, vroeg me voor zijn winkeltje. Aan kleren wilde ik niet beginnen, maar halssnoeren wilde ik wel maken. Ik maakte er vijf. In Ć©Ć©n dag tijd waren ze allemaal verkocht. Een Italiaanse boetiekhoudster plaatste een bestelling van twintig. Ook die waren verkocht in geen tijd, dus bestelde ze er nog eens tachtig bij. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Via Duro maakte ik kennis met winkels in Japan en Amerika, die nu allemaal mijn halssnoeren verkopen. Intussen is het een beetje een permanente bezigheid geworden waarmee ik de tijd tussen mijn reizen door vul.”

Uit de context

Haar eerste halssnoer maakte ze enkele dagen na de tsunami van twee jaar geleden. “Het was zo’n vreselijke periode”, herinnert ze zich. “Overal hoorde je over bomaanslagen en natuurrampen. Ik vond dat het tijd werd om mijn amulettenverzameling aan te spreken. Overal ter wereld dragen mensen amuletten om zich te beschermen tegen ongeluk. Alleen in het Westen is de betekenis van het amulet stilaan verloren aan het gaan. Maar ik vond dat wij net nu meer dan ooit amuletten nodig hebben. De halssnoeren zijn ook gemaakt met knooptechnieken die men in de Arabische landen gebruikt, ook ter bescherming. De harsen amuletten worden in Marokko bijvoorbeeld opgehangen in huizen of aan kleren om het boze oog af te weren. Andere zijn dan weer van bij de Toearegs, die ze aan hun kamelen hangen. Je zou van superamuletten kunnen spreken.”

Wat de halssnoeren zo fascinerend maakt, is net de mix van elementen uit verschillende landen en culturen. Kleuren en metalen zijn zo gecombineerd dat de oorsprong onduidelijk wordt. De nieuwe samenstelling heeft iets grensoverschrijdends. “Ik ben eigenlijk niet eens zo’n fan van de etnische stijl”, merkt Sylvie plots op. “Ik vind het net leuk om die elementen uit hun context te halen, ze te vertalen naar iets nieuws.”

Haar fans zijn al even kleurrijk en verrassend als haar werk zelf. Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene verkopen de halssnoeren in hun boetiek in Antwerpen. Maria Luisa, de avant-gardeboetiek in Parijs, is fan. En in Japan zijn vooral de mannen er dol op. Ze dragen de lange kettingen als een ornament, en dan nog met het label naar voren, een leren lapje waar Sylvie met een balpen haar naam op heeft geschreven.

Goedkoop zijn ze niet, de reuzengeluksbrengers. In de winkel kosten ze al gauw 250 euro. “Ze zijn voor een specifiek publiek bedoeld”, relativeert Sylvie. “Bovendien is de oplage beperkt, en zijn ze handgemaakt. Ik maak niet meer dan 250 exemplaren per soort. Wie van het verhaal houdt, heeft er graag iets voor over. Ook een maand wachten als het moet. Soms komen er bestellingen binnen terwijl ik ergens in de woestijn zit. Het feit dat men moet wachten tot ik terug thuis ben, intrigeert mensen wel. Het is bijna een voordeel, om niet voortdurend bereikbaar te zijn. De onlineshop www.net-Ć -porter.com was ook geĆÆnteresseerd, maar ik heb geweigerd. Het is niet slecht als mensen op zoek moeten gaan naar je werk. Dan weet je op zijn minst dat ze het ook echt willen.”

De halssnoeren van Sylvie Franquet zijn te koop bij Walter, St.-Antoniusstraat 12, 2000 Antwerpen, 03 213 26 44

Door CathĆ©rine Ongenae – Foto’s Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content