Nuchter, helder, stevig met de voeten op de Vlaamse grond : weinig artikels over modeontwerpster Veronique Branquinho waarin deze omschrijvingen níét voorkomen. Omdat ze nu eenmaal kloppen, absoluut. Maar dan wel in de betekenis van ‘zonder poespas’ en ‘ver van alle glamour’. Want een gulzige romanticus is Branquinho bijvoorbeeld weer wel. Het concept van haar pasgeboren derde lijn, die deze week in Parijs wordt gepresenteerd, laat daar geen twijfel over bestaan. Het is immers een ‘complicelijn’ geworden, voor haar én voor hem : man en vrouw reiken elkaar de hand, soulmates die via complementaire outfits heimelijk knipogen naar elkaar. Hartverwarmend ? Dat zeker.

“Ik weet het”, glimlacht Veronique Branquinho. “Ik ben een diehardromanticus. Altijd al geweest. Ik vind het nu eenmaal zo’n mooi gegeven : complementaire silhouetten. Naar het voorbeeld van Bonnie en Clyde. Of Serge Gainsbourg en Jane Birkin, die ik ooit in knap gelijklopende outfits op foto zag. Verliefde handlangers, medeplichtigen, être complice. Complementariteit vind ik in een relatie sowieso het sleutelwoord. Concreet groeide het idee toen ik op zoek was naar een manier om mijn mannencollectie te presenteren. Tot nog toe beperkte ik me voor de mannen tot een showroom tijdens de modeweek, maar de collectie is intussen zo volledig dat een livepresentatie wel op zijn plaats is. Een catwalk zal daaraan nooit te pas komen. Defilerende mannen, ik blijf het er moeilijk mee hebben. Weinig aantrekkelijk, en bovendien niet het type man voor wie ik ontwerp. Het was dan ook tijdens de brainstorming over een goede presentatieformat dat ik besefte hoe mooi het zou zijn om vrouwen naast die mannen te kunnen plaatsen. Zo kwam het idee van een partnerlooklijn.”

Vormelijk omschrijft Branquinho de nieuwe lijn als tijdloos. “Ik ben vertrokken van mannenklassiekers, zoals de caban, de trenchcoat, de trois pièces. Die heb ik achtereenvolgens vanuit mannelijke en vrouwelijke hoek geïnterpreteerd en daarna aan elkaar gelinkt, via de stof, de coupe, een motief… Geen gemakkelijke, wel een uitermate boeiende denkoefening. Het is de essentie van de man naast de essentie van de vrouw, zo zie ik het.” Of ik dus alsjeblieft niet van uniseks wil spreken, hamert Branquinho. Dat interesseert haar niet en dat is de nieuwe collectie ook allesbehalve. De complicelijn laat ‘hem’ volop man zijn, ‘haar’ volop vrouw. Maar dan wel hand in hand. Heeft de nieuwkomer gevolgen voor de bestaande vrouwen- en mannencollectie ? “Toch wel. Nu ik de meeste klassieke en tijdloze stuks voorbehoud voor de complicelijn, wordt het beeld van de andere collecties sowieso ietwat meer uitgesproken, ‘ontworpen’, licht extremer misschien zelfs. Dat valt vooral op voor de vrouwencollectie.”

Het huis Branquinho groeit, jawel. Maar onafhankelijkheid blijft een heilig woord – zo kennen we haar. “Mijn eigen label wil ik hoe dan ook ongebonden houden. Dat ik daardoor een plafond bouw, dat besef ik. Maar ik wil voor mijn eigen ding nu eenmaal geen water bij de wijn doen. Wel mag een modehuis waar ik me goed bij voel altijd bij mij aankloppen : leuk natuurlijk om even op een andere speelplaats te spelen en te ontwerpen wat ik voor mijn eigen lijn niet gepast vind.” Is ze de mode dan nog nooit, al was het maar even, moe geweest ? “Oh jawel. Of toch het ritme : elk seizoen die rits deadlines. Ik benijd artiesten die kunnen wachten om met hun werk naar buiten te komen tot het gewoon af is. Ik heb niet elk half jaar zin om iets te vertellen.” Al is ze met de complicelijn nu wel een gloednieuw verhaal gestart. Een naam is er (nog ?) niet. Een logo wel : Veronique Branquinho, verticaal gespiegeld. Voor de presentatie in Parijs mobiliseerde ze koppels, zoveel mogelijk echte, noodgedwongen ook enkele gelegenheidsverliefden. “Ik wil ze sec tonen. Als een tentoonstelling bijna. Meer weten ? Kom naar Parijs.” Dat doen we. Het verslag volgt.

Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content