Geert Mak

© DEBBY TERMONIA

Als nakomertje van zes kinderen voelde ik me lang een toeschouwer. Bovendien had ik belezen broers en zussen die het altijd beter wisten. Zo leerde ik echter goed luisteren en het kaf van het koren scheiden. Dat was achteraf bekeken een zegen. Zowel journalisten als geschiedschrijvers moeten orde scheppen in de chaos en het relevante van het irrelevante scheiden.

Thuis heerste anarchisme. Vergeet niet dat mijn vader in de jaren twintig naar Nederlands-Indië was getrokken en dat het gezin tijdens de Tweede Wereldoorlog in Japanse kampen had gezeten. Na die ervaring lachten mijn broers en zussen om iedere autoriteit, inclusief de galmende preekheren van de gereformeerde kerk waartoe we behoorden.

Een journalist is een straathond. Hij leidt een onregelmatig en jachtig bestaan, dat moeilijk te rijmen valt met een gezinsleven. Bekendheid versterkt dat nog, want iedereen gaat aan je mouw trekken. Na het succes van In Europa begrijp ik beter waarom auteurs zich soms terugtrekken. Niet uit aanstellerij of arrogantie. Net als een akker moet de geest soms rusten om weer vruchtbaar te zijn.

Een project als ‘In Europa’ zou ik niet meer trekken. Een jaar lang reizen, onderweg afspraken maken en dagelijks stukken schrijven : dat laat mijn conditie niet meer toe. Jammer vind ik dat niet. Ouder worden maakt je beter op andere vlakken, en de journalistiek is niet het enige in mijn leven. Ik geniet evenzeer van zeilen of wat over het water turen.

Hoe meer je reist, hoe beter je het kunt. Het vergt planning en organisatie, maar een goede reiziger kan improviseren en staat open voor het onverwachte. Stop me dus niet op steriele groepsreizen of cruises waarop je niets kunt meemaken. Dan spoor ik in hartje winter liever met de nachttrein van Warschau naar Moskou, terwijl de sneeuw in de gangpaden waait en de reizigers zich opwarmen met wodka. Wie echt wil reizen, moet risico’s nemen.

Sinds enkele jaren woon ik weer halftijds in Friesland. Daar proef ik meer van het echte leven. In een dorp van driehonderd inwoners moet je niet alleen met iedereen omgaan, het duwt je ook met de neus op de impact van beslissingen die elders genomen worden.

Noem me een dwalende ziel aan het begin van de eenentwintigste eeuw. Niet gelovig, maar ook geen atheïst. Als telg van vrome predikanten heb ik gezien hoe religie mensen kan verbinden en motiveert om boven zichzelf uit te stijgen. Groepsdenken kan tot onderdrukking leiden, maar ik ben geen individualist. Ieder voor zich en God voor ons allen : daar heb ik niets mee.

Een krant is je geestelijke familie. Daarom blijft mijn oude thuis, NRC Handelsblad, me bezighouden. Elke krant moet zichzelf vernieuwen, maar dan moet je wel weten wat haar DNA is en welke kernwaarden je met je lezers deelt. Die moet je overeind houden, koste wat het kost, en in dat vernieuwingsproces moet er financiële ruimte zijn om zo nu en dan te mislukken. In plaats van de winst opnieuw in de krant te investeren, trekken de huidige eigenaren echter miljoenen extra uit NRC Handelsblad. Voor zulke roofkapitalisten zijn kranten geen cultuurgoed, maar kadavers die gemakkelijk kaalgeplukt kunnen worden. Zoiets maakt me razend.

Geert Mak (66) was journalist bij onder meer ‘De Groene Amsterdammer’ en het ‘NRC Handelsblad’ en is auteur van ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ (1996), ‘De eeuw van mijn vader’ (1999), en ‘In Europa’ (2004). Vorig jaar verscheen ‘Reizen zonder John’, over zijn tocht door de Verenigde Staten. Met de voordeelbon in Knack kunt u dat laatste boek deze week aankopen voor 12,95 in plaats van 24,95 euro. Info : www.knack.be/mak.

DOOR WIM DENOLF & FOTO DEBBY TERMONIA

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content