Peter Houben (Nemo), Pascal Deweze (Metal Molly) en Mauro Pawlowski (ex-Evil Superstars) schudden de stress van zich af. Hun kuuroord: Mitsoobishy Jacson.

M itsoobishy Jacson is een opvangcentrum voor dolgedraaide rockmuzikanten, toe aan een vitaminekuur en het heropladen van de batterijen. Stichter van het rustoord is Peter Houben. Om den brode frontman van Nemo. Die groep werd een zevental jaar geleden de verwezenlijking van de Amerikaanse droom voorspeld. De verwachtingen waren echter te hoog gespannen en na twee cd’s volgde de koude douche.

Als een soort therapie begon Houben in de zomer van ’95 te jammen met Mauro Pawlowski, een oude vriend uit Houthalen en ooit nog roadie van Nemo. Mitsoobishy Jacson was geboren. Nougat In Koblenz heette het verrassend sterke debuut van hun gelegenheidsorkest.

Intussen botste ook Mauro met z’n geniaal gewaande groep Evil Superstars onzacht met de gekke wetten van de muziekindustrie. Ook zij gingen de wereld veroveren, zo werd gefluisterd, maar het ontbrak de platenbonzen aan geduld om hen te laten groeien en renderen. Gevolg: vroegtijdig de boeken dicht. Een nieuwe plaat van Mitsoobishy Jacson leek een welgekomen ontsnappingsroute.

Dat was het ook voor Pascal Deweze, die Peter Houben al kwam versterken op het vorige Nemo-album Kiss Me, You Fool. Deweze was eveneens het slachtoffer geworden van een grillige carrièreverloop. Zijn speeltje Metal Molly was op springen komen staan toen het door het plotse succes versmacht dreigde te worden. Vóór de vernietigende uitbarsting ontmijnde het drietal z’n toekomst door te beslissen dat ieder voor onbepaalde duur z’n eigen weg moest gaan. Dewezes pad liep langs Boys Together Outrageously, de tweede cd die Mitsoobishy Jacson zo pas afscheidde.

Terwijl herder Peter Houben op welverdiende vakantie in het buitenland is, praten wij met zijn twee schaapjes, dankbaar dat ze onder zijn hoede weer op adem mochten komen. Het is een aangenaam weerzien met de wonderlijke kronkels in het hoofd van Mauro Pawlowski. Hij weet nog wel dat we het tijdens ons vorige gesprek, zowat twee jaar geleden, over de rondborstige actrices Pamela Anderson en Kate Winslet hebben gehad, maar wanneer Boys Together Outrageously is opgenomen, kan hij zich niet meer herinneren. “In juli, augustus vorig jaar”, helpt zijn extern geheugen Pascal Deweze hem. “Zo lang geleden al?”, krabt Mauro zich op de kruin.

Het is dus geen toeval dat het een echte zomerplaat is geworden. Er hangt een lekker luie waas over.

Deweze: We werkten heel relaxt bij mij thuis. Er was geen druk. Tussendoor gingen we op het terras een pintje zitten drinken. Niet geconfronteerd worden met de rode lampjes van de dure studio’s kan heel bevrijdend zijn.

Het nummer “Memory Fast” doet me een beetje denken aan “That Summer Feeling” van Jonathan Richman. Omdat het ook over het vervliegen van de tijd gaat. Er zit een rare mix van geluksgevoel en melancholie in.

Pawlowski: Ja, dat liedje gaat over de schrik om het geluk van het moment te verliezen.

Je bent zelden zo duidelijk geweest in een tekst.

Pawlowski: Dat klopt. Noem het gerust mijn nieuwe stijl. Trouwens, een van de redenen waarom ik met Evil Superstars ben gestopt, is die natuurlijke evolutie naar meer duidelijkheid. Nu maar hopen dat ik daar geen spijt van krijg. (lacht) Het is moeilijk uit te leggen waarom we precies zijn gesplit. We deden het op het fijnste moment. Om de romantiek zeg maar.

Maar er was toch ook de economische reden, niet?

Pawlowski: Daar hebben we ons niet door laten leiden. Want van dag één waren er al economische pannes. Als het ons om verkoopcijfers te doen was geweest, hadden we niet eens aan het avontuur moeten beginnen. We laveerden tussen de uitersten van veel succes en absolute obscuriteit. Dat mocht ons niet intimideren.

Met die extreem hoge ups en duizelingwekkend diepe downs hebben jullie allemaal te maken gehad, ook Nemo en Metal Molly.

Deweze: Ja. Toen ik dat meemaakte, verbaasde ik me er wel over. Maar nu kan ik dat nuanceren. Wanneer ik m’n platencollectie bekijk, stel ik vast dat alle door mij geapprecieerde artiesten daarmee kampen. Maar dat hoeft je niet te nekken. Tegenslag zou ik het zelfs niet eens noemen. Toen we Metal Molly een tijdje in de ijskast stopten, zaten we gewoon in een moeilijke periode. Als je je dan even terugtrekt, kom je er helemaal opgeladen terug uit. Hadden we die stop niét ingelast, dan pas zou Metal Molly een zachte dood zijn gestorven. Het alternatief was helemaal géén muziek meer maken. Mensen mogen ons omwille van die sabbatjaren zot verklaren of ons betichten van commerciële zelfmoord, daar trek ik me niks van aan. We komen binnenkort terug met een nieuwe cd, al is het rijkelijk laat. Vier jaar na onze vorige plaat. In de popmuziek is dat een eeuwigheid, maar eerlijk, het zal mij worst wezen.

Blijkt het tijdelijk uitzwermen van de groepsleden een verrijking nu je weer aan nieuw Metal Molly-materiaal werkt?

Deweze: Ongetwijfeld. Het was pure noodzaak om aan de rem te trekken. Alles rondom ons was langzaam aan het instorten. We waren nog pubers, hé. In één klap stonden we op reuzepodia. Het voorprogramma dat we deden voor David Bowie in Utrecht staat me nog scherp voor de geest. We hadden onze kleine versterkers mee en twee planten om de scène wat op te fleuren. Toen ik vanachter in de zaal ging kijken, was het een belachelijk zicht. Dat enorme podium, die grote doeken van Bowie en dan in het midden ons minuscule materiaal. Dat gaf goed de situatie weer waarin we ons op dat moment bevonden. Het groeide ons allemaal boven het hoofd. We waren Madurodam in New York, zoiets. De fun, nochtans de reden waarom we de groep begonnen waren, raakten we kwijt. Majors boden ons contracten aan, maar met onze pubermentaliteit wilden wij geen concessies doen. Zodoende verzeilden we bij een kleine platenfirma die geen promotie deed. Ineens ontplofte het. Het ging op alle gebieden gewoon fout. We waren aan bezinning toe. Maar we werden als idioten afgeschilderd. Evil Superstars: zelfde verhaal. Voor de buitenwereld is zo’n groep aan het flitsen en is alles fantastisch, maar als je er echt inzit, zie je ook de minder fijne dingen. Het klinkt paradoxaal, maar als je dan verder wil, moet je stoppen. Even alles op een rijtje zetten.

Jullie worden inderdaad aanzien als rare kerels. Moeilijk te plaatsen. Ook omdat jullie je nergens op willen vastpinnen. Je bent als de dood om je te beperken tot één trucje.

Pawlowksi: Ik heb nogal snel de neiging om te zeggen: laat maar zitten. Als het niet leuk meer is, ga ik liever iets anders doen. Ik heb geen zin om tegen windmolens te vechten. Ik moet niet koste wat het kost een overwinning behalen.

Kan je uitleggen wat jullie met Peter bindt?

Pawlowski: Wederzijdse bewondering, denk ik. Peter is de spilfiguur van Mitsoobishy Jacson. Hij neemt het initiatief en heeft ook de meeste inbreng.

Deweze: We zijn drie mensen die rond elkaar cirkelen, maar Peter is de drijvende kracht. Hij leidt, wij wandelen mee. Af en toe doen we een kort sprintje om bij te benen. Het is een soort vriendschappelijke wedstrijd.

Pawlowksi: We zijn de provinciale Traveling Wilburys (de supergroep die Tom Petty, Bob Dylan, Jeff Lynne, Roy Orbison en George Harrison eind jaren tachtig vormden, nvdr). Meer moet je daar niet achter zoeken.

Pascal, een citaat van jou van vier jaar geleden: “Er is absoluut geen bal aan een arty farty nummer te schrijven dat prachtig in elkaar zit, waarvan de critici zeggen dat ze erop klaarkomen, maar dat geen mens koopt.” Die uitspraak zou van toepassing kunnen zijn op de eerste cd van Mitsoobishy Jacson, want die kreeg veel lof toegezwaaid maar vond geen publiek.

Pawlowski: Ik vond die plaat nochtans niet arty farty. Het was eerder buitenwipperrock.

Deweze: In mijn ogen is het de beste plaat die ooit in België is uitgekomen. Dat meen ik. Het zit zo: ofwel maak je een plaat zonder toegevingen, eentje dat heel weird is. Dat is eenvoudig want je doet maar op. Ofwel maak je iets commercieels. Maar je kan ook die twee proberen te combineren, een eigenschap die volgens mij veel goeie muziek kenmerkt. Persoonlijk heb ik niet de ambitie om een zware, kunstzinnige plaat te maken, tenzij het bedoeld is om je een keer af te reageren.

Noem eens iets hitgevoeligs waar je wild van bent?

Pawlowski:No Scrubs van TLC. Daar word ik goed gezind van.

Deweze:Barbie Girl van Aqua. Ik zie daar een rhythm & blues klassieker in. Bij heel wat mensen werkt dat nummer enkel op de zenuwen. Vooral door de sfeer errond, vermoed ik. De song op zich is heel goed. Je kan er perfect iets à la The Doors van maken. Er zit een fantastische murdersong in verscholen.

Mauro, na het einde van de Superstars zocht je je toevlucht tot zijprojecten: Mitsoobishy Jacson, Kiss My Jazz, de voorstelling Zippo van Theater Froe Froe waarvoor je muziek componeerde. Wil dat zeggen dat je nog niet klaar bent om opnieuw volledig voor eigen rekening te werken?

Pawlowski: Ik ben misschien nog niet klaar om terug in de muziekindustrie te stappen, laat ons het zo zeggen. Daar wordt nu aan gewerkt. (lacht) Alle kleine letters moeten nog gelezen worden, zie je.

Is dat de grootste kwelling voor de muzikant?

Pawlowski: Bwaah, kwelling. Het valt wel mee. Ik wil er ook niet te flauw over doen. De tijd van relativeren is voorbij. Daar heb ik geen goesting meer in. Kijk, songs blijven mijn roeping, maar het vraagt toch altijd veel organisatie om iets nieuws op het spoor te krijgen. Daarom was het leuk om tussendoor die Mitsoobishy-plaat te doen. Daar kwam geen stress bij kijken.

“Boys Together Outrageously” is uit bij Heavenhotel. Mitsoobishy Jacson speelt op 21 augustus op Maanrock in Mechelen.

Peter Van Dyck / Foto: Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content