Net zoals Axelle Red en Dixie Dansercoer zet Helmut Lotti (38) zich in voor Unicef, de VN-organisatie die het recht op gezondheid, onderwijs, gelijkheid en bescherming voor elk kind opeist.

“Ruim tien jaar geleden heeft Unicef mij gevraagd om ambassadeur te worden en ik heb onmiddellijk ja gezegd. Als je in een positie verkeert dat je mensen kunt sensibiliseren voor een betere wereld door gewoonweg je kop te laten zien, dan zou het redelijk misdadig zijn om te weigeren. Vooral omdat het over het welzijn van kinderen gaat. Zij zijn immers onze toekomst. Onze kinderen hebben het geluk hier geboren te zijn. Uiteraard hebben wij westerlingen ook onze problemen, maar wij lopen niet het risico vóór ons zevende om te komen van de honger. Het is niet rechtvaardig dat mensen hier zo veel mogelijkheden krijgen terwijl er ginder aan hun lot worden overgelaten.”

“Van al mijn ervaringen met Unicef was mijn bezoek aan Mozambique na de overstromingen in 2000 het meest confronterend. Onze kleine delegatie kwam terecht in een tentenkamp met duizenden daklozen. Er was geen elektriciteit, alleen regenwater en een minimum aan sanitair. De stank was niet te harden. Het toilet bestond uit vier palen op tien meter afstand van elkaar met daarover een zeil gespannen. Als de mensen ’s nachts naar het toilet moesten, zagen ze geen steek en schoven ze gewoon in de drek. Er was zoveel volk, waardoor het kamp een echte ziektehaard was. Men vreesde voor cholera en er werd ook de hele tijd gesproeid tegen malariamuggen.”

“Een halve dag liepen wij in dat kamp rond met een camerateam, en dat voelde zo onwezenlijk. Dit gebeurt niet echt, dacht ik. Ik had het gevoel dat ik op een filmset was beland. Alle voeding was gerantsoeneerd, de mensen kregen enkel op gezette tijden een beetje eten. Wij daarentegen hadden lunchpakketten. We zijn gewoon weggereden van dat kamp om onze lunch te nuttigen. Ik heb me zelden zo slecht gevoeld.”

“Andere missies brachten me naar Namibië en Rusland. Vooral in Namibië heb ik gezien hoe doeltreffend Unicef werkt, aan de hand van een project aids-preventie in scholen. Tijdens de lancering van mijn cd From Russia with Love heb ik in Moskou en Sint-Petersburg weeshuizen en opvangcentra voor straatkinderen bezocht. Allemaal zeer rauwe toestanden. Wij beseffen maar half hoe goed we het hebben.”

“Het is mijn taak hierover te praten in de media, omdat ik met mijn bekendheid meer aandacht trek. De bedoeling is zoveel mogelijk mensen te overhalen om geld te storten. Ik ben blij dat ik voor een betrouwbare organisatie als Unicef mag werken. Elke euro is absoluut nuttig besteed. Daarom spendeer ik ook mijn tijd om bijvoorbeeld beertjes te signeren, want dan worden er meer verkocht.”

“Ik voel weinig persoonlijke voldoening na die missies. Ik heb er zelfs heel eigenaardige gedachten bij. Stel je voor : voor elk Afrikaans kind dat je redt, komen er nog een paar bij. Want dat kind wordt volwassen en krijgt zelf kinderen. Soms denk ik : voor elk kind dat ik help redden, heb ik de dood van drie andere kinderen op mijn geweten. Maar ik moet positief blijven. Ik moet erop vertrouwen dat het beter wordt, dat uiteindelijk alle mensen hun verantwoordelijkheid opnemen en hun rijkdom zullen delen. Zelfs als het niet beter wordt, is Unicef zinvol bezig. Iedereen heeft namelijk recht op palliatieve zorgen. Als bij ons mensen ten dode zijn opgeschreven, laten we ze ook niet sterven op straat.”

“Meestal heb je voldoening als je een opdracht tot een goed einde brengt. Hier is de goede afloop nog niet in zicht. De grootste voldoening voor mij zou zijn dat Unicef zou kunnen ophouden met bestaan.”

www.unicef.be

In Nepal draait het straatkinderenproject op volle toeren, in België blijft de Werkgroep fondsen werven.

“I ‘m learning a lot at my new school, didi, with my friends, same deaf as me. And I’m happy here.” Een mailtje van mijn dove sponsorzoon Ramesh, een van de vele jonge kostgangers van Shangrila home, een tehuis voor straatkinderen in Kathmandu, Nepal.

In oktober 1995 werd Shangrila opgericht door de Vlaamse Inge Bracke, die het niet kon aanzien dat aan hun lot overgelaten kinderen honger leden, aan de drugs raakten of in de prostitutie terecht kwamen. Van een bescheiden toevluchtsoord groeide Shangrila uit tot een goed gestructureerd project, ter plaatste geleid door Wim De Becker, zijn Nepalese medewerkers en Belgische en Nederlandse vrijwilligers. En in België ondersteund door de Werkgroep, een hechte groep vrienden die zich al twaalf jaar zonder enige vorm van vergoeding de benen van het lijf lopen om geld in te zamelen en sponsors te ronselen.

Onlangs behaalde Shangrila-primus Ram zijn BA in informatica, Ramesh zit op een dovenschool, leert gebarentaal en koken. Maar kijk, sinds kort hebben weer twee nieuwe baby’s, Sagar en Sujan, een plekje gevonden in de grote Shangrilafamilie.

Het werk is nooit af. Maar met Caro, David en co zet een tweede generatie idealisten hun schouders onder het project. 115 kinderen een toekomst geven, dat is méér dan een druppel op de hete plaat.

www.shangrilahome.be

shangrila.home@pandora.be

Voor Ludo De Brabander (44), Midden-Oostenspecialist van vzw Vrede, is vredescahiers schrijven, lezingen geven en lobbyen meer dan een fulltime job.

“De grote betogingen tegen de plaatsing van kernraketten in de jaren tachtig hebben me getekend. Nochtans was het niet evident om daarin mee te stappen. Mijn vader was beroepsmilitair en gaf aan dat hij uit Duitsland wou overkomen om me te overtuigen niet te manifesteren. Ik heb hem toen een lange brief geschreven met mijn verantwoording. Tot vandaag hebben we onze discussies, zij het nu iets minder fel.”

“Ik ben Midden-Oostenspecialist geworden door te reizen in de regio : Libanon, Syrië, Koerdisch gebied in Turkije… Wanneer ik zie dat de onderdrukking van de Koerdische minderheid zo weinig in de pers komt, of wanneer Israël een muur bouwt op Palestijns grondgebied – wat indruist tegen het internationale recht – zie ik het als mijn plicht om alarm te slaan. Ik ben nuchter genoeg om te beseffen dat de vredesbeweging afwisselend successen én nederlagen boekt. Maar toch blijven we vechten. We kunnen de oorlog niet tegenhouden, ik ben niet blind voor de machtsverhoudingen, maar we kunnen iets doen bewegen door bijvoorbeeld via massaal protest, georganiseerd dankzij de sociale fora op het internet, Blair een moeilijk moment te bezorgen.”

“Om op lezingen duidelijke standpunten te kunnen innemen, moet ik continu bijstuderen. Dat is arbeidsintensief. Ik heb geen 9 to 5 job. Als ik verontwaardigd ben over iets wat ik in de krant lees, kruip ik meteen in de pen. Net als voor een politicus is alert zijn mijn lot. Soms leidt dat tot spanningen thuis. Dan reageren de kinderen cynisch : ‘Is papa thuis ? Hij zal wel weer achter zijn computer zitten’. Ik weet dat ik er te weinig ben voor hen, maar als ik zie dat mijn zoon van vijftien weleens een thema waar ik mee bezig ben een schoolproject in sluist, merk ik dat ze mijn engagement toch wel appreciëren.”

Inge Drappier (39), leidinggevende therapeute in dagcentrum De Sleutel in Gent, wil verslaafden naar een drugsvrij leven leiden.

“Ik ben gefascineerd door mensen en hun verhalen. Daarom ben ik psychologie gaan studeren, en ben ik in de hulpverlening gestapt. Ik kan mensen die door de mazen van het net glippen niet in de kou laten. Ik herinner mij hoe mijn vader me als tiener enkele keren uit zogenaamd foute kroegen kwam halen. De andere kant van de maatschappij interesseerde me toen al.”

“Drugsverslaafden zijn mensen zoals u en ik. Alleen hebben zij andere keuzen gemaakt. In de maatschappij leeft het idee dat verslaafden de problemen zelf gezocht hebben en die dus ook maar zelf moeten oplossen. Dat klopt totaal niet. Daarom vind ik het belangrijk om dit thema op de agenda te houden. Er worden nog altijd te weinig financiële middelen vrijgemaakt voor de re-integratie van drugsgebruikers, er is bijna een constant gebrek aan opvangcapaciteit. Ik ben zelf moeder en zou het een fijne gedachte vinden dat mijn kind, als het ooit in nesten raakt, iemand mag kruisen die bereid is hem weer op weg te helpen.”

“Mijn klanten moeten geen vrienden worden. De therapie is niet vrijblijvend. Ik geloof heel sterk in verandering. Ik heb hier in vijftien jaar tijd duizenden mensen zien passeren. De ene zal het beter vergaan dan de andere. Sommigen blijven me opzoeken, bijvoorbeeld om te vertellen dat ze papa of mama zijn geworden of dat ze een nieuwe job gevonden hebben. Blijkbaar heb ik voor hen iets betekend. Als een therapie niet lukt, is dat een teken dat ik niet de juiste hulpverlener op het juiste moment was. Engagement houdt ook in dat je niet mag verzanden in naïviteit. Anders brand je op.”

www.desleutel.be

Leonie Schoutens dochter Bernice heeft multiple sclerose. Leonie (62) helpt haar met praktische zaken en brengt veel tijd met haar door.

“Toen Bernice achttien was, dacht ik : vanaf nu kan ze het alleen aan, ik laat haar los. Vier jaar later hoorden we dat ze MS had. Lange tijd geloofde ik het niet. Die dokter had zich vast vergist. Maar langzamerhand valt het verdict : ze hééft het en het is niet te genezen. Dan is er geen sprake meer van loslaten.”

“Ik ben geen verpleegster of een vrijwilliger die aan liefdadigheid doet, ik ben een moeder die voor haar dochter zorgt. Die band gaat veel dieper dan de zorgfunctie. Als moeder weet ik heel snel wat Bernice nodig heeft, ik lees het in haar ogen, en daarom neem ik soms te veel uit haar handen. Dat mag ik niet doen, dat wil zij ook niet. Mijn zorg mag haar autonomie niet in de weg staan. Als ik een leuke moeder wil blijven voor Bernice, moet ik ook mijn eigen leven leiden. Constant zoek ik naar een balans tussen zorgen en niet zorgen.”

“Bernice is geen slachtoffer, maar een krachtige persoon met charisma. Zij is altijd heel aanwezig en trekt veel mensen naar zich toe. Uiteraard hebben wij een intensievere band dan de meeste moeders met hun dochters hebben.”

“We kibbelen weleens, maar dat is normaal als je veel tijd met elkaar doorbrengt. Omdat ik zoveel bij haar ben, blijf ik ook in contact met jongere mensen en dat is leuk.”

“Ik ben iemand met veel veerkracht en een uitgesproken positieve instelling, en daar ben ik dankbaar voor. Na elke tegenslag kom ik weer overeind. Daardoor kan ik er ook veel zijn voor haar. En uiteraard is zij er ook voor mij !”

www.ms-centrum.be

Karolien Timbremont (14) heeft een dik jaar geleden de JNM ontdekt, de Jeugdbond voor Natuur en Milieu. Sindsdien tikt ze haar ouders op de vingers als die het licht aanlaten.

“Vorige zondag zijn we met de JNM eitjes gaan zoeken van de sleedoornpage. Dat is een vlinder die leeft op de sleedoornstruik. We planten soms boompjes, of we gaan hooien om stikstof uit de grond te halen, of we knutselen nestkastjes in elkaar. In de zomer is er een kamp. Vorige zomer bezochten we het zeehondenopvangcentrum en we sliepen een nacht in een vogelkijkhut. Je moet wel stil kunnen zitten en super veel geduld hebben, maar als je dan iets ziet, geeft het wel een kick. Zoals die keer toen we een zeldzame roerdomp zagen.”

“De opwarming van de aarde ? Ik kan het moeilijk juist uitleggen, maar ik weet wel wat eraan het gebeuren is. En ik weet ook wat we eraan kunnen doen : energie besparen en vervuilend transport verminderen. Mama vergeet soms de lichten uit te doen, bijvoorbeeld. Dan doe ik dat. Onlangs hebben mijn ouders ook een zonneboiler geïnstalleerd. We zetten de verwarming af en toe wat lager en we kopen groenten en fruit uit de buurt. Ik denk dat we bij ons thuis wel ons best doen. Als iedereen iets gaat doen, dan kunnen er dingen veranderen. Maar ik kan het niet alleen doen. Maar niet iedereen beseft dat. Als ik bij vrienden in huis kom, dan zie ik wel dat het er soms anders aan toegaat : alles gaat daar bijvoorbeeld in één vuilniszak. Dat begrijp ik niet goed.”

www.jnm.be

Linda Van Dessel (55) is een van de vrijwillige chauffeurs van de Minder Mobielen Centrale. Deze is opgericht voor mensen met een beperkt inkomen die door ziekte, ouderdom of handicap geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.

“Ik heb alle soorten ‘klanten’ : oudere mensen, mindervaliden of hulpbehoevenden die geen gewone taxi kunnen betalen. Als ze ergens moeten zijn, bellen ze naar de Centrale ( een initiatief van Taxi Stop) en die neemt contact met mij. Mijn agenda ligt altijd bij de telefoon, het verloopt heel vlotjes. Rijden voor de Centrale is een gewoonte geworden, ik doe dit nu al ettelijke jaren en tegenwoordig zelfs dagelijks, tot zondagen en feestdagen toe.”

“Voor mij is het meer dan ’taxi spelen’. Ik zorg vaak voor het vervoer naar het ziekenhuis en soms heb ik rolstoelpatiënten in de wagen. Ik help ze in en uit de auto, en indien nodig begeleid ik hen tot de dienst waar ze moeten zijn. Anderen help ik dan weer hun boodschappen naar boven te brengen. Nee, ik kan niemand alleen de trap op laten sukkelen, ik laat mijn passagier pas los als hij of zij veilig is.”

“Ik heb een hechte band met de meeste van mijn passagiers. Dat kan niet anders, voor veel van hen ben ik een van de weinige contacten die ze hebben. Ze willen van alles kwijt en ik functioneer als klankbord.”

“Vrijwilligerswerk is voor mij geen kwestie van tijd overhebben. Ik kan even goed gaan fietsen of gaan wandelen, maar als ik mijn tijd kan investeren in het zorgen voor mensen, dan voel ik een grotere voldoening. En ja, ik krijg ook veel dankbaarheid terug. Sommige oudjes pakken mij spontaan vast of geven me een kus als ze me zien. Dat doet goed. Anderen zijn meer in zichzelf gekeerd of wat gegeneerd omdat ze hulpbehoevend zijn, of ze kunnen zich wat minder goed uitdrukken. Maar ook zij zijn dankbaar, dat voel ik.”

“Zolang ik mensen kan helpen, voel ik me goed. Dat betekent immers dat ik zelf nog fit ben.”

www.mindermobielencentrale.be

Weldoeners, ze bestaan nog. Lieven Vanhemelrijck (55), directeur van het Gemeenschapscentrum Wabo in Watermaal-Bosvoorde, is zo iemand. Hij steunt al veertig jaar 11.11.11.

“In de jaren zestig verkocht ik als kleine jongen al hun stickers, later werd ik plaatselijk verantwoordelijke. 11.11.11 is de koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging. Hun werking is breed en dynamisch, en via projectentoelage steunen ze ook andere ngo’s.”

“Honderd euro per maand, dat is niet omdat ik te veel geld heb, ook niet omdat het fiscaal aftrekbaar is. Gewoon omdat ze in het Zuiden mijn centen beter kunnen gebruiken. Ik ben bekommerd om het lot van de mensen daar. In de jaren dat ik doneer, heb ik geen moment het gevoel gehad dat het nutteloos was.”

“Het is zeker geen druppel op een hete plaat. Doneren brengt meer zoden aan de dijk dan aan de kant blijven staan. Ik heb verscheidene projecten van 11.11.11 gezien. Er wordt ter plaatse effectief iets constructiefs met mijn centen gedaan. Ook hier oefent 11.11.11 politieke druk uit. De Tobintaks ( een minibelasting op valutatransacties, een idee van Nobelprijswinnaar James Tobin) is goedgekeurd, enkele Afrikaanse landen werden hun schuld kwijtgescholden en in Congo is de mijnenproblematiek politiek aangekaart dankzij druk van ngo’s. Hoopvolle signalen, toch ?”

www.11.be

“Ik ben opgeleid als orthopedagoog en heb daarna informatica gestudeerd via avondschool. Dat is een ideale combinatie om computerles te geven aan jongeren. Vroeger ging ik tot bij hen in de leefgroep, maar nu is er het centrum. Ik heb alle soorten studentjes : kansarmen die thuis geen computer hebben, kinderen en jongeren met gedragsproblemen of met een verstandelijke handicap. Het zijn jongeren die in het algemene opleidingscircuit weinig aan bod komen. Daarom vind ik het belangrijk dat ook zij ervaring opdoen met computer en internet, want het gebruik ervan wordt almaar belangrijker in onze maatschappij. Daar wil ik aan bijdragen.”

“Lesgeven aan kinderen met een handicap is natuurlijk anders. Ik mag niet verwachten dat ze snel of veel leren. Vaak gaat het om heel basale dingen : de computer leren opzetten, een programma opstarten, het document van de vorige keer terugvinden,… Bij sommige kinderen moet ik elke keer weer opnieuw beginnen. De momenten dat ik duidelijk merk dat ze vooruitgang boeken, ben ik blij, maar de grootste voldoening heb ik als ik hun enthousiasme zie. Sommigen komen op me afgestormd, en tijdens de les vechten ze om eerst aan de beurt te komen. Ik geef meestal drie kwartier les, en het laatste kwartier mogen ze spelletjes spelen. Dat doen ze natuurlijk het liefst.”

“Het is moeilijk om vrijwilligers te vinden voor Link in de Kabel. Nochtans vraagt het niet zoveel investering. Eén uur lesgeven per week is al een goeie hulp. En er zijn maar twee vereisten : graag met kinderen en jongeren omgaan en iets van computers kennen.”

www.linkindekabel.be

Magda Ongena (66) is een vrijwilligster van het eerste uur bij Child Focus. Ze is de steun en toeverlaat van het team.

“Ik ben enorm dankbaar dat ik zelf zo’n mooi leven heb en wilde iets teruggeven. Toen ik in 1998 hoorde van de oprichting van Child Focus, de stichting voor vermiste en seksueel uitgebuite kinderen, dacht ik : daar wil ik bij zijn ! Waarom juist Child Focus ? Omdat ik kinderen graag zie, ze hebben het recht om gelukkig te zijn, om oogjes te hebben die stralen.”

“Ik werk drie dagen per week in het centrum, vaak meer als er iets speciaals te doen is. Ik ben begonnen aan de hotline, maar werk tegenwoordig op de afdeling communicatie. Daar houd ik me voornamelijk bezig met persdossiers en -contacten. Omdat ik hier al zo lang werk, beschouwt het vaste team me als hun steunpilaar, als de ‘ mama’ van het centrum.”

“In tien jaar tijd zijn we enorm gegroeid, veel professioneler geworden : we hebben nu een vijftig mensen in vaste dienst, een netwerk van 2000 vrijwilligers én we hebben een internationale organisatie (Missing Children Europe) opgericht waarvan 22 landen lid zijn. Als ik op een colloquium al die mensen zie, dan geeft me dat een enorme kick, om te zien dat we zo vooruitgaan. Omdat het zo belangrijk is.”

www.childfocus.be

Eva Jacobs (30) is medewerker maatschappelijke participatie in het Antwerpse onthaalbureau. Daar kunnen inburgeraars terecht met hun vragen en wensen, en voor een ‘stadsklap’.

“We spreken over inburgeraars, want het gaat niet alleen om nieuwkomers, maar bijvoorbeeld ook om ouders van schoolgaande kinderen die nog geen Nederlands kunnen. Zij volgen in het onthaalbureau een cursus maatschappelijke oriëntatie en leren daar heel praktische zaken : hoe is de gezondheidszorg geregeld, wat moet er in een huurcontract staan, hoe sorteer je afval ? Binnen die cursus valt ook de stadsklap, waarvoor we Antwerpenaars uitnodigen om met onze cursisten in gesprek te treden, over elkaars dagelijkse leven, culturele achtergrond, gewoonten en ervaringen. Er is steeds een moderator die het gesprek in goede banen leidt. Met behulp van vragenkaartjes of spelsituaties proberen we de discussie wat los te weken. De gesprekken kunnen trouwens alle kanten op : relaties, opvoeding, samenleven, contact met anderen, enzovoort. Antwerpenaars met allerhande overtuigingen melden zich aan : mensen die hun steentje willen bijdragen aan inburgering, maar evengoed mensen met bedenkingen rond al die vreemdelingen. Wie er totaal negatief tegenover staat, zal hier echter niet komen, het zijn sowieso mensen die meer willen weten. Een stadsklap is voor mij geslaagd wanneer mensen met compleet andere visies tegenover elkaar staan, en dat ook durven te zeggen, maar tegelijk open genoeg zijn om te willen begrijpen waar die andere meningen vandaan komen. Liever zo dan wanneer iedereen elkaar beschouwt als dikke vriendjes zonder de minste problemen.”

“Het sociale aspect van deze baan is heel belangrijk, ik zie me niet in een commerciële organisatie werken, puur gericht op winst. Maar ik moet wel het gevoel hebben dat het werkt. In het begin was ik veel naïever, ik zag alleen de positieve kanten. Nu kan ik beter inschatten wat werkt en wat niet. Maar daarnaast is ook een fijne werksfeer heel belangrijk, ik doe het niet enkel uit idealisme. Zo hebben we collega’s van alle leeftijden en achtergronden, veel van hen waren zelf nog niet zo lang geleden inburgeraar. Dat maakt het boeiend : dat ik in Antwerpen ben, maar dat de wereld toch beweegt.”

Vrijwilligers die willen deelnemen aan een Stadsklap of andere activiteiten met inburgeraars, kunnen contact opnemen met VormingPlus, 03 230 03 33,

info@vormingplusantwerpen.be.

(TD); (Linda Asselbergs); (PVD); (LC); (Sofie Albrecht); (SVdB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content