Er gaat iets troosteloos van uit, op een regenachtige dag alleen thuis opgebeld te worden – nummer onbekend natuurlijk – door een vent die je vraagt of je met de diepvriesproducten van de firma Cool Huppeldepup vertrouwd bent.

Dat ben ik niet mijnheer, en het interesseert mij ook niet zo bijzonder. Ik wil van die vent af, terwijl ik tegelijk probeer beleefd te blijven, want ik voel wat medelijden met mensen die om den brode willekeurige andere mensen moeten opbellen. Waarschijnlijk is dat niet de job waar je op de speelplaats van droomde. Astronaut en brandweerman hoor je soms wel, somtijds zelfs stukjesschrijver, maar het telefonische lastigvallen van mensen op industriĆ«le wijze staat niet erg hoog in de ranking van toekomstige lotsbestemmingen. Je kunt je niet voorstellen dat zo’n vent al eens iemand aan de lijn krijgt die zegt : “De diepvriesproducten van de firma Cool Huppeldepup ? Die vind ik echt gewĆ©ldig ! Ik verlang er hevig naar om daar op een sombere middag met iemand een boom over op te zetten.”

Zoiets gebeurt uiterst zelden. Toch blijft die vent bellen, naar nummers die lukraak lijken te zijn gekozen, want ik sta niet meteen bekend om mijn liefde voor diepgevroren boerenkoolstamppot met boomstammetje. Wellicht heeft die man thuis ook een kroost, misschien twee dochters van de leeftijd van de mijne, die luiers behoeven en een crĆØche die je een rib uit je lijf kost. Hinderlijk is het, die empathie ook altijd, in een omgeving die taai als leer is en sterk als Kruppstaal.

Nadat ik heb ingehaakt – wat allang niet meer geschiedt door een hoorn op een robuust bakelieten toestel te smakken maar door op een lullig knopje te drukken, zoals negen tienden van de heldendaden die ik uitvoer – nadat ik heb ingehaakt dus, zit ik enige momenten door het raam naar buiten te staren. Daar druist dezelfde regen neer die tegen de ramen parelt. Aan de overkant zijn de omtrekken waarneembaar van enkele tientallen duistere ramen. Het kunnen er ook honderd zijn, ik ben nog net niet autistisch genoeg om ze ooit geteld te hebben. Jaren al zit ik op diezelfde ramen te kijken en altijd blijven ze zwijgen, zoals de Vlaming over zijn belastbaar inkomen. Nooit valt daar iets spannends waar te nemen, nooit zag ik er een naakte vrouw door een kamer rennen achtervolgd door een gestalte in kapmantel. EĆ©n keer stond een man met grijs haar zich uitvoerig uit te rekken. Naar men zegt is de werkelijkheid zo rijk aan fantasie dat ze nooit kan worden ingehaald door fictie. Dat is dan toch niet de werkelijkheid van mijn straat, die gekenmerkt wordt door een gebrek aan actie. Behalve dat Dimitri Verhulst er onlangs op een dorpel zat. Hij rookte een sigaret en maakte een praatje met de vrouw van de verhuisfirma, zo je zoiets al actie kunt noemen. Het was niet eens Dimitri Bontinck.

Vroeger droomde ik er weleens van dat er plotsklaps bijvoorbeeld een mooi meisje zou komen aanbellen. Dat heb ik achter mij gelaten. Ik heb al een mooi meisje en wat zou ik het nieuwe mooie meisje anders kunnen vragen dan of ze misschien wil komen babysitten ? Ik moet bekennen dat ik een grote fan aan het worden ben van een gebrek aan actie. De wereld zou er beter aan toe zijn mochten mensen dat wat vaker aan de dag leggen op cruciale ogenblikken. Himmler bijvoorbeeld, tijdens de Wannseeconferentie, of Bin Laden bij de voorbereidselen van 11 september. Zo zijn er duizenden voorbeelden te bedenken, in ons persoonlijke leven zowel als in de bloedpoel van de geschiedenis. Van de oorlog in Galliƫ tot de moderne koppensnellers : veel ellende vloeit voort uit het verlangen van mensen om hun miserabele voetafdruk in het stof van de aarde te prenten.

Nergens voor nodig. Relax. Lean back. Het is wat het is, zoals men tegenwoordig vaak pleegt te zeggen, met het soort wijsbegeerte dat je in diepvriesrekken kunt aantreffen.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Veel ellende vloeit voort uit het verlangen van mensen om hun miserabele voetafdruk in het stof van de aarde te prenten

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content