Soloartiest, frontman van Dead Man Ray en soundtrackcomponist Daan is niet alleen een schizofrene muzikant, na elke nieuwe cd ondergaat hij ook letterlijk een metamorfose. Speciaal voor Weekend Knack ontpopt hij zich dit keer tot gentleman, weliswaar met de nodige rockallures.

Productie Katarina Van Den Bossche / Foto’s Raf Coolen

Productie Katarina Van Den Bossche / Foto’s Raf Coolen

D aan Stuyven, zoon van een kunstenaar, is een non-conformistische, haast inconsequente muzikant. Een alles opzuigende spons. Een landloper en dandy tegelijk. Die gespletenheid spreekt ook uit zijn muziek, die heel gestileerd kan zijn, maar daarnaast zijn vuile kantjes heeft. Zijn recente solosingle Swedish Designer Drugs is daar een uitstekende illustratie van. Pornoblad en poëziebundel in één. Vooral de clip legt de dubbele bodems in de aangebrande tekst bloot. Je ziet Daan een zelfmoordpoging ondernemen wanneer plots Deborah Ostrega als reddende waternimf verschijnt. Hij vraagt haar: “How deep is your fjord?”Waarop zij antwoordt: ” I’m cleaning the fish with biodegradable pride.” Vrij vertaald: “Ik kan er een vis mee schoonmaken.”

Daan werd in ’97 plots hip toen hij op een trouwfeest een verbond sloot met ex- dEUS-gitarist Rudy Trouvé en ze samen vervolgens Dead Man Ray oprichtten, een naar een kunstfotograaf genoemde popgroep die bij het debuut Berchem meteen de nodige egards in de media kreeg. In ’93 kruisten onze wegen zich voor het eerst. Stuyven had net de niet onaardige maar totaal genegeerde cd Modern Times gemaakt met Volt. Die groep was een uitloper van Running Cow, dat twee jaar eerder een radiohit had met Gasoline On Fire. Strijdmakker van Daan op dat moment was Herman Gillis, de latere uitvinder van de Filterbank, een effectenmachine waar technoproducers én grote sterren als Madonna en U2 gretig gebruik van maken op hun platen. Daans nieuwe solo-cd Bridge Burner knoopt weer aan bij de elektronica waarmee hij een decennium geleden al prutste.

“Na de collectieve afwijzing van de Volt-plaat ben ik aan een tien jaar lange omzwerving begonnen, lichtjes beledigd maar daardoor gesterkt in mijn koppigheid, langs alle facetten en vermommingen van de muziekindustrie”, legt de muzikant uit. “Of het nu platenhoezen ontwerpen was of stoeien met het schrijven van VTM- novelty-hitjes of alternatieve kooksels, ik had op het sterfbed van mijn Volt-project gezworen de eer te herstellen, en de tijd is er nu rijp voor, of ik ben er rijp voor. Wat toen te passé was, is nu weer modieus. Zelf heb ik er niets aan veranderd, ik ben alleen tien jaar ouder geworden.”

Toen ik Daan in die Volt-periode sprak, had ik een heel ander beeld van hem. Hij leek me toen serieuzer. Nuchterder. Is hij effectief een ander mens geworden? “Nee, ik heb gewoon veel tijd nodig gehad om het recept en de nonchalante drive van mijn kinderjaren terug te vinden. Je zag destijds iemand op de barricaden van zijn eigen fort, nu picknick ik royaal op het veld vòòr die barricaden, maar toen had ik nog niet door dat het zo simpel was. Ik heb heel wat bagage en aangeleerde trucs weer overboord leren gooien.”

Als ik naar Bridge Burner luister, heb ik, net als bij zijn andere platen overigens, de reflex: dit is typisch Belgisch. Het heeft een licht surrealistisch trekje. “Ik draag dat Belgische magisch nihilisme hoog in mijn geperverteerde vaandel. Gif moet gemengd worden. Laat je kwelgeesten een spelletje voetbal spelen en het wordt interessant.”

Er zit veel ironie in zijn werk. Dat is een beschermingsmaatregel. Alsof hij niet té veel zijn ziel wil blootgeven. Het is een vorm van verstoppertje spelen. “Iedereen speelt verstoppertje, ik maak er gewoon mijn beroep van. Niemand is normaal, iedereen heeft iets te verbergen en iedereen verkleedt zich graag. Het beeld dat mensen van je hebben, beslissen zij, niet jij, dus waarom niet vrolijk demagogisch voorlopen op de feiten en wat spelen met die materie? In de song Love op Bridge Burner zit de zin ‘ run to get caught’. Dat vat het zowat samen: als je verstoppertje zou spelen en niemand zoekt je, is er geen spel. De suggestie gepakt te worden doet mensen zich verstoppen of betrappen. Zonder het risico dat de supermarkt- security je ziet, is er geen plezier aan het stelen.”

Fireproof is een nummer over zijn tweejarige zoontje George. Daan zingt: ” a swerm to learn the world / we’re born to confirm.” “Een eerste kind confronteert je heel hard met je eigen kind-geweest-zijn, en dan pas besef je dat waar je van wegloopt wel meevalt, dat die zwerm aan natuurlijke gevoelens die je tot aan die geboorte artificieel kan ontwijken, enkel de nabode is van wat je al wist. De appel valt niet ver van de boom, en in mijn geval is het altijd al appelmoes geweest. Met zo’n nieuw hoofdstuk dat het knippen van de navelstreng met zich meebrengt, voel je je een baboesjka: onder elke pop staat er weer een andere klaar. Fijn wel. ( lacht)”

De verantwoordelijkheid die hij als vader draagt, valt hem nooit zwaar. “Nee, ik hou ervan en ik hou me er ook aan vast. Mijn zoon is belangrijker dan ik, en de enige verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt, is er zijn. En ik ben er nu eenmaal dolgraag. Zonder hem was ik al lang de dieperik in gesurft, maar nu is het simpel. Ik moet niet zeveren, de kijk van mijn zoon op de dingen is puurder en mooier dan de mijne, en ik zou dom zijn daar geen lessen uit te trekken. ‘ If you want me to I will show you where to go to in these woods of mine’, zong ik ooit voor hem, net voor zijn geboorte, en nog: ‘ Now my axe is blunt, though there’s nothing cut.‘ Wel, mijn bijl is weer scherp nu en als hij dat wil, kap ik mijn warrig bos gewoon om.”

Toen hij nog als grafisch ontwerper aan de kost kwam, worstelde Stuyven met de workload. De stress was een van de redenen om enkele jaren geleden resoluut te kiezen voor een bestaan als fulltime muzikant. In enkele maanden tijd verschijnen nu de soloplaat Bridge Burner, de soundtracks van Meisje en Un Honnête Commerçant, én de nieuwe cd van Dead Man Ray. Het ziet ernaar uit dat de vele muziekopdrachten hem het voorbije jaar evenzeer in de tang hebben genomen. “Ik verwachtte me aan een even grote terugslag en degout na al dat muziek componeren, maar vreemd genoeg blijft het overeind. Ik ben nochtans verder gegaan als destijds met grafiek: vijftig uren wakker blijven, vijf uur slapen en dan terug olijk componeren. Het gevoel dat ik heb met muziek na het laatste jaar is dat we samen naar den oorlog zijn geweest. Vrienden voor het leven.”

Om te kunnen overleven blijft hij tussen de bedrijven door deuntjes voor reclamespotjes componeren. “Toondichten voor soep, elektriciteit, ketenkledij, noem maar op. Daardoor kan ik één of twee dagen werken en de rest van de week in mijn eigen muziek steken, die dan niet per se direct iets moet opbrengen, wat artistiek interessant is. Het zijn trouwens meestal amusante vingeroefeningen, technisch leerrijk ook. En ik hou wel van het popartkantje van die dingen.”

Vroeger improviseerde Dead Man Ray erop los in de kelder van zijn huis in Berchem. Die jams werden dan met de computer verknipt tot eigenzinnige popsongs. Waarom de beslissing om voor het nieuwe album Cago op een conventionelere manier te gaan werken, dat wil zeggen: live in de studio in Chicago met Steve Albini achter de knoppen? “Om te zien of de groep al zonder handen kon fietsen. Nu weten we: dat gaat behoorlijk.”

Bij Dead Man Ray zitten drie heren ( Wouter Van Belle, Rudy Trouvé en Daan) die heel erg met klank bezig zijn en zelf wel eens in de producerstoel plaatsnemen. Konden zij het gemakkelijk opbrengen om braaf te luisteren naar Albini, toch een producer met een ‘reputatie’ (zie: Nirvana, Pixies, Smashing Pumpkins, The Breeders)? “Dat vereist een lobotomie van jewelste. Ik heb me daardoor wel honderd procent op mijn teksten en zanglijnen kunnen concentreren. En Albini was volledig vrij van enig ego, puur vakmanschap ten dienste van de groep. Dat voelde niet als een producer, maar veeleer als een gewetensvolle chirurg die die lobotomie in goede, pijnloze banen wilde leiden.”

Het was best aangenaam om in Chicago wat sfeer te gaan opsnuiven. “Fantastische stad, al heb ik er veel te weinig van gezien. Ik wil er meteen weer naartoe, het begon net te wennen. Als Europeaan kun je interessante kortsluitingen uitlokken met de plaatselijke bevolking. Amerika is werkelijk een andere beschaving, iemand moet dat eens in kaart brengen.” De groep had ook een camera mee, maar verwacht nu niet meteen een making of- dvd. “Filmen is voor ons een tic nerveux. Als we het al bewust deden, was het meer om later aan onze kleinkinderen te laten zien. Tussen TikTak en Tom & Jerry door vraagt mijn zoon me nu af en toe om eens naar de video van Zikagò te kijken.”

Op aandringen van Stuyven werd de plaatselijke beatnik Ken Nordine in de studio uitgenodigd om aan het psychedelische nummer Blue Volkswagen 10.10 am een spoken word-bijdrage te leveren. De man heeft veel voor Daan betekend. “Hij heeft me geleerd, als reclamestem die arty platen maakte, om me niet te generen voor mijn ‘uitverkoop’. Hij is een verbindingsofficier tussen het reguliere en het ontspoorde, een poëet tussen het zakelijke en het te reppen ongerepte. En een schattige man ook.”

De score

De bricolages van Daan blijken over voldoende filmische kwaliteiten te beschikken om de maker tot de lieveling van de jonge Belgische filmers te doen uitgroeien. Twee jaar geleden componeerde Stuyven zijn eerste soundtrack, voor Verboden Te Zuchten, het debuut van Alex Stockman. Deze maand kwamen er in één klap twee speelfilms uit die hij van een score voorzag. Meisje is een prent die het acteertalent van Els Dottermans, Wim Opbrouck en Matthias Schoenaerts verzamelt. (Zie ook het interview met regisseur Dorothée Van den Berghe in Weekend Knack nr. 37 van 11 september.) Un Honnête Commerçant is een politieverhaal, geselecteerd voor de filmfestivals van Montreal en Venetië, met Benoît Verhaert en Philippe Noiret in de hoofdrollen.

Bridge Burner van Daan is uit bij Tracks / Lowlands. Cago van Dead Man Ray komt uit op 1/10 bij Labels / Virgin.

Www.daan.be is een erg stijlvolle, informatieve webstek, www.deadmanray.com is een voorlopige site in afwachting van de vernieuwde versie.

“Ik draag dat Belgische magisch nihilisme hoog in mijn geperverteerde vaandel. Laat je kwelgeesten een spelletje voetbal spelen en het wordt interessant.”

“Componeren voor commercials, daardoor kan ik één of twee dagen werken en de rest van de week in mijn eigen muziek steken, die dan niet per se direct iets moet opbrengen.”

“Ik moet niet zeveren, de kijk van mijn zoontje op de dingen is puurder en mooier dan de mijne, en ik zou dom zijn daar geen lessen uit te trekken.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content