In zijn nieuwe boek ‘Te gast in eigen land’ neemt onze reis-redacteur Pierre Darge een keur van 120 B&B’s onder de loep.

Ik heb het geluk gehad om de afgelopen tien jaar van dichtbij het openbloeien van een verschijnsel mee te maken. Het B&B is volwassen geworden, met alle groeipijnen die daarbij komen kijken. Gastvrouwen (m/v) hebben hun passie voor het ontvangen van passanten met een zeker professionalisme kunnen kruiden. De huizen waar ze hun gasten verwennen, werden groter, origineler, interessanter en mooier. Vaak ook eenvormiger, want de Flamant-stijl liet bijna overal zijn sporen na. De kwaliteit ging er met sprongen op vooruit : bed en beddengoed zijn steeds vaker van serieuze kwaliteit, huizen werden vakkundig gerestaureerd. Soms ging men een brug te ver : ontbijten werden hier en daar voorzien van champagne of zalm. Afgrijselijk. Toch op een nuchtere maag.

Het belangrijkste criterium om het verschijnsel te appreciëren, is echter ‘bed’ noch ‘breakfast’. De kwaliteit van een B&B ligt immers in de gastvrijheid zelf, in het enthousiasme van het verwennen, in de bezorgdheid voor een gast. Ook al blijft die slechts één nacht. Tussen De Panne en Malmedy selecteerde ik 120 adressen, en probeerde daarbij de val van de eenvormigheid te ontlopen. Ik zag natuurtalent aan het werk, maar ook eeuwige prutsers en steeds vaker lieden die alleen maar oog hebben voor snel geldgewin en soms verscheidene adressen runnen. Sommige nieuwbakken gastvrouwen gingen in hun onzekerheid cursussen volgen, gegeven door docenten die nog nooit een bedje hadden gespreid, laat staan met liefde een eitje gebakken. Anderen gaven dan weer blijk van een pretentieuze arrogantie. Om maar te zeggen dat er evenveel soorten B&B’s als soorten mensen zijn. Het mooist vond ik de authenticiteit, het ontwapenende plezier te ontvangen, de zorg voor een ander.

In Heusden-Zolder (Moka & Vanille) plukte de gastvrouw ’s morgens aardbeien in de tuin voor mij, in Brugge (Côté Canal) keek ik uit over een traag lopende rei, bij De Stamper in Damme at ik een lamsschouder van weleer, die uren op het vuur gesudderd had. In Zoersel (Drengel) leerde ik dat ook een modern interieur troost kan bieden, in de buurt van Ronse genoot ik in Huis Minne van de rust van het landschap dat het huis in zijn armen heeft gesloten, in de Antwerpse Boulevard Leopold sliep ik de slaap der onschuldigen in een oud pand en ontdekte op een andere keer in Huis Ergo de fraaiste restauratie van de stad. In Gent sliep ik in, gewiegd op klassieke muziek, bij Engelen aan de Waterkant, in Dilsen-Stokkem at ik bij Vivendum uit borden die maanden later met een Michelinster bekroond werden. In Poperinge vond ik echte gastvrijheid in hotel Recour en in Nannine was de gastheer van La Marchanderie gewoon zijn charmante zelf. Wat kan een moderne nomade op doortocht nog meer verwachten dan zoveel zorg en liefde ?

Te Gast in Eigen Land omvat een selectie van B&B’s die de naam waard zijn. In mijn top tien hiernaast, hanteer ik de alfabetische volgorde. Omdat authenticiteit zich moeilijk laat vergelijken.

Pierre Darge, Te gast in eigen land, Roularta Books kost 21,90 euro.

Door Pierre Darge – Foto’s PPI

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content