Vergeet alles wat u weet over Brussel. De hoofdstad leeft als nooit tevoren. Een update vol eigenzinnige tips uit de stad die ‘Brussel 2000′-intendant Robert Palmer omschreef als “Europa’s best bewaarde geheim”.

Hoe kun je niet verliefd worden op Brussel? Ik heb het mijn Antwerpse vrienden wel honderd keer proberen uit te leggen. Als ze me opzoeken in mijn appartementje, op loopafstand van de Grote Markt, wil ik ze steeds op sleeptouw nemen: naar dat éne restaurant, het zoveelste café, weer een curieus winkeltje. Hopend dat hun reserves tegenover de hoofdstad wegebben, net zoals de mijne dat deden toen ik hier, begin jaren ’90, kwam studeren.

Als Brussel buiten Europa bekender is dan het land eromheen, komt dat niet alleen door de Europese instellingen. Als multicultureel knooppunt is Brussel niet alleen een culinair paradijs, er is de rijke architectuurgeschiedenis, een veelzijdig museum- en festivallandschap en een bruisend nachtleven. Brussel is een van Europa’s groenste steden, telt ’s lands meeste studenten en beeldende kunstenaars en wordt door steden als Rome en Lissabon benijd om zijn kunstgalerijen en arthouse-bioscopen. De Vijfhoek is een centrum van gay-discotheken, stripwinkels, chocolatiers, visrestaurants, concertzalen, Irish pubs, jazzcafés – het is er allemaal.

Brussel is een hectische stad, waar de metro ’s ochtends overvol is, de winkelstraten uit hun voegen barsten en zakenlui snel lunchen, maar ook een Latijns oord waar je gesprekken aanknoopt op onmogelijke plaatsen, het verkeer geen regels kent en restaurants pas na tienen vollopen. Een stad van haute-coutureboetieks op de Louiza- en Waterloolaan, fotografen en filatelisten in de Zuidstraat, vishandelaars rond de Sint-Katelijnekerk en delicatessenwinkels rond de Vlaanderenstraat. Waar eurocraten de Zuid-Europese lunchrestaurants rond het Schuman-station bezetten en jazzfans de cafés van Elsene roemen.

Vergelijk de grandeur van de gerestaureerde Hubertusgalerijen aan de Grote Markt, een statige passage uit 1837, met het uitbundige straatleven van de Afrikaanse Matongé-wijk aan de Naamse Poort. De ene plek herbergt ontwerpster Kaat Tilley, het eerste Neuheus-filiaal en een Ganterie Italienne, de andere dreadlock-kappers, Afrikaanse eethuizen en Zaïrese winkels met diepgevroren haai, aardewerk en kralen juwelen. Geen wonder dat Brussel verlichte geesten als Multatuli, Marx en Paul Delvaux begeesterde. Dichter Arthur Rimbaud schoot er Paul Verlaine in de arm, Magritte werkte er voor de communistische partij, W.H. Auden legde er zijn kroegentochten vast in gedichten.

Hier ben ik Brusselaar én vreemdeling, net als de anderen. Met één op drie inwoners van buitenlandse afkomst, is de hoofdstad een lappendeken van geuren en kleuren. De Spanjaarden in Sint-Gillis, de berbers aan het Zuidstation, de jonge Vlamingen rond de Antoine Dansaertstraat – de verschillende gemeenschappen leven gescheiden, maar steeds meer mét elkaar. Sinds de stad haar eigen weg gaat, ebben oude spanningen weg. De jongste jaren steekt bovendien een nieuw zelfbewustzijn en Brussel-gevoel de kop op. Niet zonder reden, want de stad herleeft, monumenten worden verfraaid, de modewereld en de culturele centra bloeien – de gare terminus, zoals honderduizenden pendelaars Brussel kennen, zit in de lift.

Het momentum valt moeilijk te missen. Ondanks alle kritiek ontketende het cultuurjaar Brussel 2000 de grootste renovatiewoede sinds de jaren ’50: het 15de-eeuwse Stadhuis, het Beursgebouw, het Martelarenplein, de nu verkeersluwe Oude Graanmarkt, de concertzaal van Victor Horta in het Paleis voor Schone Kunsten, het jarenlang verwaarloosde Old England-gebouw van Paul Saintenoy uit 1899: allemaal kregen ze een flinke opknapbeurt. Ook de Koninklijke Vlaamse Schouwburg, de Beursschouwburg, de Onze-Lieve-Vrouwekerk van de Zavel en het imposante Justitiepaleis staan in de steigers.

Rond het Noordstation, ooit vergeleken met de Bronx, hebben spiegelkantoren en luxeflats de seksshops vervangen, terwijl het verkrotte Hotel Central in de A. Dansaertstraat, jarenlang het symbool van de Brusselse malaise, volledig in ere hersteld wordt. De Bank Brussel Lambert en Artesia renoveerden historische panden tot kunstencentra, de KBC stelde een vervallen filmzaal in de Arenbergstraat ter beschikking van de experimentele Cinema Nova. Elders geven de recent tot concertzaal gepromoveerde markthallen van Schaarbeek (1865) een nieuwe impuls aan een vervallen wijk. De Koninklijke Vlaamse Schouwburg, tijdelijk uitgeweken naar de Bottelarij, doet hetzelfde in Molenbeek.

Ondertussen worden pogingen gedaan om de stad weer leefbaar te maken, van de heraanleg van straten en pleinen, een betere bewegwijzering voor voetgangers en het aarzelend verschijnen van fietspaden, tot de financiële ondersteuning van woningvernieuwing. Sinds Unesco de Grote Markt met eind ’98 op de lijst van het Werelderfgoed plaatste, werd een beschermde zone afgebakend. In de onmiddelijke omgeving staan immers vele laat-17de-eeuwse en vroeg-18de-eeuwse panden en vele, haast verborgen kerken.

Met het herstel van de woonfunctie gaat het goed. Voor het eerst sinds lange tijd is de leegloop van Brussel bedwongen. Er komen meer mensen naar de stad dan er wegtrekken, vooral jonge Vlamingen (en Franstaligen). In de kanaalzone verbouwen ze industriële panden en magazijnen om tot lofts en appartementen. In een poging om meer studenten naar de stad te halen, renoveert ook de door Nederlandstalige hogescholen ondersteunde vzw Quartier Latin allerlei panden.

Ondertussen zetten wijkcomités zich in voor de verfraaiing van de stad. Sinds de succesvolle actie tegen de afbraak van Picard, de oudste feestartikelenzaak van Brussel in de Lombardstraat, zijn petities tegen gecontesteerde projecten gemeengoed. Enkele jaren geleden verfden de bewoners van de buurt rond de Sint-Gorikshallen een jarenlang met steigers gestutte gevelrij in prettige kleuren. Het resultaat: de hallen zijn gerestaureerd, er worden op dinsdag lunchconcerten gehouden en ’s avonds is het een acid jazz-café. En zie, achter de beschilderde gevel verrijst een nieuw huizenblok.

Nu de stadskankers zienderogen slinken, lijkt plotseling alles mogelijk. De vervallen Brigittinenkapel in de Visitandinenstraat huisvest sinds kort dans- en theatervoorstellingen, terwijl de vzw Recyclart het ondergrondse treinstation Brussel-Kappellekerk omtoverde tot een expositieruimte. Ook de oude chocoladefabriek ( Clos Cacao) in de Onafhankelijkheidsstraat, de Baden van Vorst ( Les Bains: Connective), de vroegere textielmagazijnen in de Lakenstraat (wereldmuziekcentrum La Tentation) en de art-decovilla Hotel Wielemans in de Defacqzstraat ( art media) werden ingepalmd door verenigingen. Tot slot opende het Kaaitheater studio’s in de 19de-eeuwse brouwerij l’Etoile in de Onze-Lieve-Vrouw van Vaakstraat, terwijl schilder Serge Creuz in de Vlaanderenstraat een kunstencentrum in het vervalllen Maison de la Belonne opstartte. Kunstenaars kunnen misschien niet de wereld redden, dan toch het Brusselse patrimonium.

“Er gebeurt iets”, hoor je overal. Ze bekruipt mij ook, die opwinding van een stad, waar om elke hoek een verrassing wacht. Die van een gehavende grootstad die drijft op stijlbreuken, surrealistische kakofonie en verborgen charmes, maar die volop in beweging is. Niet in het minst onder invloed van de bloeiende modewereld. Zo fristen kledingwinkels als Thomas Pink en Natan PH de Waterloolaan en de Naamsestraat op. De modieuze Dansaertstraat is zelfs de motor van de algemene heropleving van het centrum. Halverwege de jaren ’80 opende Sonja Noël hier de boetiek Stijl, gespecialiseerd in Belgische mode. Later volgden couturier Natan, Christa Reniers, Nicole Cadine, Olivier Strelli, Annemie Verbeke en Patrick Pitschon. Er kwamen trendy restaurants en geleidelijk aan dijde de beweging uit. Naar de Vismarkt, met in de Léon Lepagestraat boetieks van Christophe Coppens en Azniv Afsar. Naar het kanaal, waar kunstgalerijen verschenen op de Barthélémylaan en met de steun van de stadsbestuur een leegstaand industrieel pand in de Aalststraat het Dansaertcentrum werd. Het is voorbehouden aan jonge bedrijven en Modo Bruxellae, dat de Brusselse mode promoot.

Zelfs het Sint-Goriksplein, een van Brussels oudste en meest gewraakte wijken, werd weer aantrekkelijk. Rond de markthallen verschenen cafés als Le Roi des Belges, restaurants en studentenhuizen. De nabije Rijkeklarenstraat is een centrum voor streetwear. Ook de Anspachlaan en haar zijstraten profiteren mee. Nieuwe horecazaken als Wilde en winkels als People Shoes en Bernard Gavilan vormen er de trendy link met de Kolenmarkt, centrum van het latino- en gay-nachtleven in Brussel.

Brussel draagt de littekens van een mismeesterde stad, zoals de bekorende rimpels van een oude vlam. Ik zie ze even graag als de opgepoetste gevels op de Kunstberg. Straks start de aanleg van een ramblas-promenade voor de Sint-Michielskathedraal en van nieuwe groenzones in de EU-wijk. Eind dit jaar opent het muziekcentrum in het radiogebouw op het Flageyplein, terwijl in de kanaalzone, na veel overleg en controverse, een multimediacomplex verrijst op de site van Thurn & Taxis. Er wordt zelfs gesproken over een museum naar het voorbeeld van het Guggenheim in Bilbao.

Ach, we zien wekl. Ik ben al overtuigd. U daarentegen, wanneer zien we ú hier eens? Dan toon ik u de verborgen plekjes van Brussel – het dorp rond het Begijnhof, de gerenoveerde fontein in het romantische park van de Kleine Zavel, de abdij van Terkameren, de art-nouveau- en Jugendstilhuizen rond het Brugmann- en Kasteleinplein in Elsene… wedden dat ze niet lang geheim blijven?

Op pag 233 vindt u een uitnodiging van Weekend Knack voor een dag Brussel, in het teken van Marcel Broodthaers.

MUSEA

* Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, Regentschapsstraat 3, Tel. 02-508 32 11.

* Paleis voor Schone Kunsten, Ravensteinstraat 23, Tel. 02-507 82 00: in 2001 onder meer een Marcel Broodthaers-retrospectieve en de Europalia-tentoonstelling over Polen.

* Museum David en Alice van Buuren, Leo Erreralaan 41, Ukkel, Tel. 02-343 48 51: villa uit ’28 van een Nederlandse bankier, met art-deco-interieur, werk van Breughel, Ensor en Van Gogh en een tuindoolhof van Réné Péchère.

* Horta Museum, Amerikaansestraat 25, Sint-Gillis, Tel. 02-543 04 90: het enige Horta-huis, uit 1898, dat volledig toegankelijk is.

* Belgisch Centrum van het Beeldverhaal, Zandstraat 20, Tel. 02-219 19 80: Kuifje en andere Belgo-strips in een art-nouveaumagazijn van Horta.

* Magritte Museum, Esseghemstraat 135, Jette, Tel. 02-428 26 26: museum in het woon- en werkhuis van Magritte.

* Museum van Elsene, van Volsemstraat 71, Elsene, Tel. 02-515 64 21: Magritte, Delvaux, Toulouse-Lautrec, Picasso en moderne kunst in een voormalig slachthuis.

BRUINE KROEGEN

* L’Archiduc, A. Dansaertstraat 6: art-decojazzcafé van Brusselse bohémiens en mediamensen.

* The Music Village, Steenstraat 50: New York à la Bruxelloise.

* Living Room, Charleroisesteenweg 50, Elsene: trip hop-lounge.

* A La Mort Subite, Warmoesbergstraat 7: fin-de-sièclekroeg.

* Au Soleil, Kolenmarkt 84: hoekcafé uit 1695 met terras aan de Onze-Lieve-Vrouw van Genadekerk.

* Le Greenwich, Kartuizerstraat 7: rokerig schaakcafé.

DISCOBARS

* Wilde, Anspachlaan 79: trendy loungecafé met live-deejays.

* Pablo Disco Bar, Kolenmarkt 60: intiem acid jazz-danscafé.

* Chez Maman, Lievevrouwbroersstraat 7 (vanaf maart op de Kolenmarkt): bekend gay cabaret- en danscafé.

* Cartagena, Kolenmarkt 70: salsa en merengue.

* Dali’s Bar, Korte Beenhouwersstraat 35: studentikoos danscafé.

* Le Roi Des Belges, Sint-Goriksplein 33: zitcafé met acid jazz, net als de Sint-Gorikshallen aan de overkant.

* Le Java, Sint-Goriksstraat 31: funk en zuiderse muziek

DANSEN

* Factory, Impasse de la Fidelité 4: kelderdisco met thema-avonden.

* The Sparrow, Duquesnoystraat 18: r&b- en hiphopclub met zwart publiek.

* Fuse, Blaesstraat 208: ’s lands nr. 1 technotempel lokt topdeejays en, op La Démence-party’s, le tout gay Belgique naar de Marollen.

* Le Cabaret, Schildknaapstraat 41: de feestelijkste gay-party van Brussel op zondagnacht.

TERRASJES

* De Markten, Oude Graanmarkt 5: Vlaamse gemeenschapscentrum met hét terras van de kunst- en studenten- scene.

* Le Zèbre, Sint-Goriksplein 33: het populairste terras van de Vijfhoek.

* Hôtel Metropole, De Brouckèreplein 31: people watching op het terras van het oudste vijfsterrenhotel.

SHOPPING

* Noir d’Ivoire, Gasthuisstraat 25: interieurwinkel met ambachtelijke tegels, meubelstoffen, smeedwerk en lampen.

* Muji, De Brouckèreplein 7: na Parijs en Londen, een Belgische vestiging van de Japanse no label-keten.

* La Maison Du Thé, Plattesteen 11: Chinese en Japanse thee(potten).

* Artemys, Galerij Bortier 8: kunstboekhandel.

* People Shoes, Ververstraat 15: modieuze sneakers.

* Virgin, A. Dansaertstraat 10: de betere modeschoen.

* Elvis Pompilio, Zuidstraat 60: hippe hoeden.

* L’Homme Chrétien, Steenstraat 27: modieuze kleding uit de kleerkast van Bernard Gavilan.

* Nuits de Chine, Fontainasplein 26: tweedehandserotica en curiosa.

* Oliviers & Co., Boterstraat 28: de eerste Belgische vestiging van de Franse olijfoliespecialist.

* Sun Wa, Sint-Katelijnestraat 1: Chinese supermarkt. Tagawa (Vleurgatsesteenweg 119) is de Japanse tegenhanger.

* Annick Tapernoux, Oude Graanmarkt 28: juwelen van de Belgische ontwerpster.

* Balthazar, Kaasmarkt 22: mannenkleding van Paul Smith en Comme des Garçons.

DE KLEINE HAP

* Arcadi, Arenbergstraat 1B: de lekkerste quiches van Brussel.

* The Clubhouse, Waterloolaan 30: modern koffiehuis met heerlijk gebak voor het winkelpubliek van de Louizalaan.

* Bar Old England, Hofberg 2: panoramisch lunch- en aperitiefadres op de zesde verdieping van het Muziekinstrumentenmuseum. De Jugendstiltoren hoort in een Almodovar-film.

* Au Suisse, Anspachlaan 73: drukke broodjeszaak sinds 1873, met heerlijke milkshakes.

* Tapas Locas, Kolenmarkt 74: de populairste tapas.

BELGISCHE KEUKEN

* Taverne du Passage, Koninginnegalerij 30, Tel. 02-512 37 32: jaren-’30-interieur, zwetsende obers en bourgeois Brusselaars.

* Aux Armes de Bruxelles, Beenhouwersstraat 13, Tel. 02-511 55 50: een klassieker in de culinair oninteressante Beenhouwersstraat.

* Les Brasseries Georges, Winston Churchilllaan 259, Ukkel, Tel. 02-347 21 00: eten met de Belgische bourgeoisie.

DE WERELD ROND

* Rugantino, Anspachlaan 184, Tel. 02-511 21 95: dé Italiaan.

* Al Barmaki, Spoormakersstraat 67, Tel. 02-513 08 34: Libanees.

* Da Kao, A. Dansaertstraat 38, Tel. 02-512 67 16: de populairste én groezeligste Vietnamees.

* Yamato, Francartstraat 11, Tel. 02-502 28 93: noodles en Japanners aan een houten bar.

* Archy’s, Lang Levenstraat 20, Elsene, Tel. 02-511 50 52: Peruviaans op handgemaakte borden, in de huiskamer van de eigenaar.

* Le Makossa, Lang Levenstraat 18, Elsene, Tel. 02-513 12 53: Afrikaans restaurant.

* Bombay Express, rue de Trèves 28, Elsene, Tel. 02-514 20 19: Punjabi-restaurant van sikh-koppel.

TRENDY

* La Quincaillerie, Edelknaapstraat 45, Elsene, Tel. 02-538 25 53: Franse keuken in een oude ijzerwinkel.

* La Marie-Joseph, Brandhoutkaai 47, Tel. 02-218 05 96: een van de vele visrestaurants.

* Le Kasbah, A. Dansaertstraat 20, Tel. 02-502 40 26: prachtig Marrokaans restaurant, te verkiezen boven het mooie, maar overgewaardeerde Bonsoir Clara (nr. 22, Tel. 02-502 09 90).

* Lola, Grote Zavel 33, centrum, Tel. 02-514 24 60: Frans designrestaurant.

* Et qui va promener le chien? Rollebeekstraat 2, Tel. 02-503 23 04: Zuid-Europese keuken, gloednieuw.

* L’Osteria, Louis Bertrandlaan 61, Schaarbeek, Tel. 02-241 48 08: art-nouveau-Italiaan en trefpunt van de media- en reclamewereld.

An Mertens (28), persmedewerker Brussel 2000, van Beerse naar Brussel uitgeweken in april ’98.

Favoriete plek: “De Kunstberg, de verbinding van de benedenstad met het chique uptown-Brussel, het Warandepark en de exotische Matongé-wijk. Het panoramisch uitzicht over de stad en de zonsopgang zijn prachtig. Het Albertinapark wordt eindelijk opgeknapt en wordt in de zomer een gezellig terras.”

Eettip: Fin de Siècle, Kartuizerstraat 9, geen reservatie: “Een oergezellig en druk eetcafé in grand café-stijl. De schotels zijn lekker en betaalbaar, zoals de tajines van Hémisphères (Schildknaapstraat 65, Tel. 02-513 93 70). Duurder is Bazaar (Kapucijnenstraat 63, Tel. 02-511 26 00), een betoverend Marrokaans restaurant in de Marollen.”

Winkeltip: “De Brabantstraat in Schaarbeek heeft de broeierige sfeer van de zondagochtendmarkt aan het Zuidstation, met zijn olijven, specerijen, rai-muziek en tierende marktkramers. De Matongé is mijn vaste stek voor kleurrijke kleding aan vriendenprijzen.”

Fabio Tamburrano (25) en Simon Clementi (31), financieel analysten, uit Rome in Brussel beland in februari en september ’00.

Eettip: Le Perroquet, Watteaustraat 31, Tel. 02-512 99 22: “Een druk lunchadres met salades in een art-nouveaupand. Italianen roemen La Crèche des Artistes (Kribbestraat 21, Tel. 02 511 22 56). De uitbater is een Napolitaan.”

Cafétip: Goupil Le Fol, Violetstraat 22: “Een merkwaardig café aan de Grote Markt. Het mysterieuze uitstalraam verbergt kleurrijke salonkamers vol jaren-’60-rommel en chanson-memorabilia. De specialiteit zijn fruitwijnen.”

Driss Fikri (33), kok, van Marrokaanse afkomst, in Brussel sinds ’89.

Lievelingsplek: “Ik heb mooie herinneringen aan het meer met de bootjes in het park van Tervuren, vlakbij het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. Het herinnert me aan mijn overleden moeder. We gingen er vaak samen wandelen.”

Cafétip: ” Belgica (Kolenmarktstraat 32), een bruine kroeg voor gays en een heel Belgisch café: banaal, zonder design. De klanten, vaak late twintigers, zijn zo sympathiek als het café zelf. Om te dansen is er Sonik (Kolenmarkt 112), waar je eens iets anders hoort dan house. Kelmabel, een Brusselse vereniging van gay men en lesbo’s uit de Maghreb en het Midden-Oosten, geeft er elke tweede zaterdag van de maand een broeierige Arabische fuif.”

Eettip: Le Fils de Jules, Edelknaapstraat 35, Elsene, Tel. 02-534 00 57: “Een rustig Baskisch restaurant met een art-deco-interieur en een niet-rokersruimte. Voor 1000 frank krijg je een heerlijke maaltijd. Marrokaans eet ik in Elsene bij Le Vent du Sud (Vredestraat 48, Tel. 02-503 25 98) of La Vie Sauvage (Napelsstraat 12, Tel. 02-513 68 85).”

Oscar van den Boogaard (36), auteur, Nederlander, in Brussel sinds ’88.

Lievelingsplek: “Het draaiende Mercedes-teken op de Martini-toren aan het Rogierplein, dat als een alziend oog boven de stad uitkeek. Een gerustellende aanwezigheid. Nu ligt het plat, het eerste teken van de nakende afbraak. Zonde, dit bouwwerk uit de tijd van de Wereldexpo is Brussel op zijn mooist.”

Cafétip: l’Espérance (Finisterraestraat 1): “Een Brussels café de charme in art deco tussen verlangen en gemis, aan de Nieuwstraat. Prostituées vinden er hun klanten op de tonen van Julio Iglesias en Frank Sinatra, maar het is niet goor.”

INFO

* Dienst voor Toerisme, Stadhuis, Grote Markt, 1000 Brussel, Tel. 02-513 89 40.

* 2001 in Brussel: officiële cultuurgids van Brussel, 795 fr., ISBN 2-930150-65-3.

* Brukselbinnenstebuiten, Marcqstraat 16, 1000 Brussel, Tel. 02-218 38 78: thematische (groeps)wandelingen.

* Pro Velo, Londenstraat 15, 1050 Brussel, Tel. 02-502 73 55: thematische (groeps)fietstochten.

Wim Denolf / Foto’s Lies Willaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content