De singles ‘Stupid Girl’ en ‘Only Happy When It Rains’ maakten in ’95 voor het titelloos debuut de weg vrij voor een raid op de hitlijsten. Het tweede album ‘Version 2.0′ was al even succesvol. Butch Vig, ook de geluidsarchitect achter Nirvana’s ‘Nevermind’, leverde net met ‘beautifulgarbage’ de meest emotionele plaat van zijn groep af.

Leuk Weezer T-shirt. Coole bril ook. Mag ik hem even opzetten?” Qua ijsbreken kan de binnenkomer van Butch Vig wel tellen. Iemand op zijn gemak stellen is dan ook een van de psychologische kneepjes die een topproducer moet kennen. Vig heeft zelfs de grillen van Nirvana’s Kurt Cobain en Smashing Pumpkins’ Billy Corgan in goede banen weten leiden. Het leverde hem de titel ‘godfather of grunge’ op, een eer waarvoor hij in alle bescheidenheid altijd heeft bedankt.

Butch Vig kan zijn ego makkelijk opzijschuiven. Ook in zijn eigen groep Garbage is hij meer producer dan drummer. Het was zijn idee om op Cup Of Coffee, een van de uitschieters op de kersverse cd beautifulgarbage, Matt Chamberlain in te huren, een doorgewinterde drummer op wie in het verleden al Macy Gray, Fiona Apple en Tori Amos een beroep deden. Eerder liet Vig op het debuut van Garbage al de legendarische James Brown-getrouwe Clyde Stubblefield ritmes uit zijn pols schudden.

Vig, die lang geleden film studeerde en in zijn vrije tijd on-linecurator is van kunst, speelde in zijn jeugd met zijn vrienden Steve Marker en Duke Erikson samen in Firetown en Spooner, bands die nooit potten wisten te breken. In ’84 heroriënteerden ze hun tot dan toe weinig lucratieve carrière door in hun hometown Madison de Smart Studios te runnen. Met de producties voor hotte grungeparadepaardjes kwamen ook de remixopdrachten binnen, voor onder anderen Nine Inch Nails, U2, House Of Pain, Beck, Alanis Morissette en Depeche Mode. Door lustig met klanken te experimenteren, begon het bij het trio langzaam weer te kriebelen. Die droom om met zelfbereide rocksongs de wereld plat te krijgen, waren ze nog niet echt kwijt. De Schotse femme fatale Shirley Manson als frontvrouw aan boord gehesen, slaagden ze er met Garbage eindelijk in de massa te bereiken, in 1995.

Op beautifulgarbage graaft Shirley Manson dieper dan ooit in haar ziel, terwijl de zoals steeds poppy muziek – het extreemst in de bedrieglijk zonnige R&B van Androgyny en Untouchable – er een laagje chroom op spuit. Power heeft het album ook ruim voldoende. Nadat ze gemerkt had dat ze op vele zomerfestivals het enige meisje op de affiche was en de drang om andere vrouwen te inspireren groeide, volgde Manson speciaal voor deze plaat gitaarlessen. “Ze kan intussen heel de Beatles-catalogus spelen. Indrukwekkend, hoor”, oordeelt Vig.

De songs ontwikkelden zich op een natuurlijke manier. “Wat wij vaak doen, is van instrument wisselen”, legt Vig uit. “We stellen ons materiaal op en rotzooien wat. Duke begint iets op de piano te spelen, ik pak een gitaar vast en voor we het beseffen, zijn we vertrokken. Ik heb trouwens aardig wat gitaarpartijen gespeeld op deze plaat. Iedereen is even fel bij het creatieve proces betrokken. We volgen geen vast patroon. Zeker beautifulgarbage is heel organisch gegroeid. We plaatsten akoestische gitaren en piano tegenover drumloops, synthesizers en elektronica. We deden het volgens de oude schoolregels. In het verleden konden we dikwijls pas aan een song beginnen als alle samples juist zaten. Pas als we een muur van geluid opgetrokken hadden, schreef Shirley haar teksten en kregen de songs vorm. Deze keer was het vertrekpunt meestal heel puur. We konden sneller dan vroeger de essentie van de nummers vatten.”

Niettemin eindigden nog een pak liedjes met een wall of sound. Duke Erikson: “We hebben die aanpak niet helemaal de rug toegekeerd, dat klopt. Can’t Cry These Tears Anymore is duidelijk een knipoog richting Phil Spector, de uitvinder van de wall of sound. Zie het gerust als een soort hommage. We wilden zijn sixtiesgeluid zo dicht mogelijk benaderen. Eenzelfde vibe creëren, zij het niet zonder het een Garbage-draai te geven. Ook in Cup Of Coffee hebben we verschillende laagjes gebouwd. We kunnen onze voorliefde voor georkestreerde pop niet wegsteken. Al staan er op beautifulgarbage best complexe songs, toch hebben we het hier en daar bewust eenvoudig gehouden. We hebben ons spectrum verbreed, zou je kunnen zeggen.”

Vig: “Iets als Silence Is Golden klinkt misschien groots, in wezen is het een heel simpel liedje. Het zijn geen twintig drumtracks en twintig gitaarpartijen over elkaar geplakt. We schreven Silence Is Golden op het einde van onze tournee. We gooiden dat nummer de laatste weken live voor de leeuwen. Het werd met de dag luider. Zo hebben we het dan ook op de tape gezet.”

In het Amerikaanse blad Rolling Stone noemde Vig vijf jaar geleden zijn favoriete studiomomenten als producer. Nirvana’s Something In The Way en Smashing Pumpkins’ Disarm stonden bovenaan het lijstje. Het ging in beide gevallen om opnamen waarbij de frontmannen Kurt Cobain en Billy Corgan ietwat gefrustreerd naar een gitaar grepen en in een bevlieging magistrale, uitgeklede versies van de nummers neerzetten. Toen ik dat las, beeldde ik me in dat zo’n magisch ogenblik bij Garbage vrijwel onmogelijk zou zijn. De groepsleden zijn daarvoor te zeer controlefreaks, redeneerde ik.

Erikson: “Wij beleven ook zulke momenten, wees gerust. Op beautifulgarbage vertrokken we vaak van jams. Shut Your Mouth en Silence Is Golden rolden er zo uit. Als muzikant lééf je voor die vonken. Niets is zo opwindend. Zonder die magie zou muziek maken geen fun zijn. Pas nadat die goddelijke inspiratie er is geweest, komt de neiging om alles te controleren in ons naar boven. Op de nieuwe cd hebben we geprobeerd om die tic wat los te laten en bij het initiële, impulsieve idee te blijven. Het is on the road dat we geleerd hebben ons instinct te vertrouwen. We weten, door onze studiobagage, verdomd goed hoe je een plaat moet maken. Maar soms is het beter om die bagage even te vergeten. Niet dat we niet langer van onze eerste twee platen houden, integendeel. Dat zijn de nauwgezet geconstrueerde platen geworden die we destijds ambieerden. We vinden platen waarin je veel kan ontdekken en die de nodige diepte hebben nu eenmaal heel aanlokkelijk.”

Vig: “De momenten waarover ik het in dat artikel had, waren heel intiem. Het ging niet om techniek. Het ging om die fractie waarop zang en melodie mooi samenvallen. Daar is een psychologisch aspect aan verbonden. Je moet eerst door een barrière voor je die magische flits kan toelaten en de song naar buiten kan komen. Bij Drive You Home hebben we die drempel bijvoorbeeld met succes gesloopt. Er hing een aparte sfeer in de studio. Overal brandden kaarsen. Er was die eenvoudige melodie op de gitaar en Shirley die haar tekst eruit liet vloeien. Een enorm emotionele vertolking. We hebben wel vier minuten onze adem ingehouden. We waren sprakeloos. We hebben uiteindelijk die ruwe mix gebruikt omdat hij zo eerlijk en gevoelig was. Dat nummer is echt uit intensiteit geboren. Om dat te mogen meemaken, daarvoor doen we deze job. Zo’n ervaring transcendeert tijd. Het is alsof je in een andere wereld terechtkomt.”

Ten tijde van het debuut was die spontaniteit minder evident. Velen beschouwden Garbage toen eerder als een studioproject dan als een echte groep.

Erikson: “Het was anders, ja. Maar toch, ook toen was die vlam nodig om het vuur te ontsteken. Shirley tastte ons af en vice versa. We kwamen zoetjesaan meer over elkaar te weten en plots klikte het. We hadden nog maar een vage melodie toen zij met de tekst van Queer kwam. Zij gaf dat nummer een karakter dat wij nooit hadden kunnen bedenken. Dat was echt een openbaring. Een scharniermoment in de Garbage-geschiedenis.”

Vig: “We hadden enkel die old skool hiphop groove en zij voegde daar spontaan die zanglijn aan toe. Ze zong: ‘ Hey boy, take a look at me‘, en wij dachten: ‘ Holy shit‘. Waar kwam dat ineens vandaan? Ze had de geest van dat nummer meteen beet. Met haar benadering transformeerde ze die song compleet. Zo’n moment is onvoorspelbaar. Dat maakt het net spannend.”

Erikson: “We werden door outsiders inderdaad bestempeld als een studioproject. Dat is begrijpelijk, want we maakten een plaat zonder eerst live de hort op te gaan, terwijl het volgens het boekje omgekeerd hoort. Toch gaan wij steevast de studio in met een groepsmentaliteit. Butch en ik zitten al zo lang ik me kan herinneren samen in groepen, en Shirley heeft ook al wat bands versleten. Het groepsgevoel is altijd al daar geweest. Het zou anders uitdraaien als je vijf sessiemuzikanten bij elkaar bracht die elkaar nooit eerder hebben ontmoet.”

Nu ze enkele marathontournees achter de rug hebben, kennen Shirley en the boys – zoals de zangeres de anderen kameraadschappelijk noemt – elkaar door en door.

Erikson: “We kennen elkaar nu waarschijnlijk beter dan goed voor ons is. ( lacht) Of het nu makkelijker is? Wellicht wel. Butch, Steve en ik zijn al verschrikkelijk lang vrienden. Dat is ongetwijfeld een voordeel. Steek vier willekeurige mensen in een toerbus voor twintig maanden en je krijgt gegarandeerd problemen. We hebben ook wel onze moeilijkheden gekend, maar we blijven door de bomen het bos zien. De kleine ruzies betekenen niets in het licht van the big picture.”

Vig: “Duke en ik discussiëren uit principe. We zijn het graag oneens. Zelfs al is er niet eens een aanleiding. ( lacht) Uit verveling spreken we elkaar constant tegen. Shirley is daarenboven heel gevoelig en eigenzinnig. Ze verandert continu van mening. Soms roept ze: ‘Ik haat dat nummer’, om de volgende dag poeslief te vertellen dat ze er eigenlijk wél van houdt. Shirley is een pletwals. Ze verplicht ons op onze tippen te lopen, voortdurend onzeker wat ons nu weer te wachten zal staan.”

De verhalen zijn berucht. De gemoederen durven bij Garbage soms danig verhitten. Vooral de botsingen tussen Manson en Erikson, die er een soort complexe broer-zusverhouding op na houden, zouden naar verluidt hoog kunnen oplopen. Tijdens de opnamen van Version 2.0 weigerde Erikson twee maanden lang te praten met de zangeres en werd weleens meubilair het raam uit gekeild. De arbeid aan beautifulgarbage verliep iets comfortabeler, als we de leden mogen geloven. De relaties zijn versoepeld.

Vig: “We voelden bij deze plaat niet zoveel druk als bij Version 2.0. Toen was het nog: hoe moeten we dat ongelooflijke succes van het debuut evenaren? Na de vorige, immense tournee voelden we ons veel zelfzekerder. Het ging er een pak losser aan toe.”

Erikson: “Uiteraard waren er ook nu weer meningsverschillen. Meestal vitten we op elkaar over details, is het onderwerp van een dispuut de toon of de sound van een gitaar of de plaatsing van een drumloop. We kunnen uren over zoiets doordrammen. Maar als puntje bij paaltje komt, zijn we gelijkgestemde zielen. Anders zou deze groep niet functioneren.”

Mansons teksten op beautifulgarbage zijn heel direct en getuigen van verregaande twijfels en eenzaamheid. Enkele zinsneden ter illustratie: ” I have been broken” (uit Silence Is Golden), ” all the good is gone” en ” I’ve forgotten who I am” ( Nobody Loves You) en ” sleeping with ghosts / it’s such a lonely experience” ( So Like A Rose). De heimwee waaronder ze in Madison leed, treffend geschetst in Cup Of Coffee, werd bijwijlen zo claustrofobisch dat ze enkele keren vrijaf kreeg om bij haar echtgenoot, de kunstenaar Eddie Farrell, in haar veilige thuishaven in het Schotse Edinburgh weer op adem te komen. Aan een plaat timmeren is voor haar telkens een opoffering, en net daarom wil ze altijd het onderste uit de kan halen en in de songs uitdrukken wat op haar lever ligt.

Erikson: “Shirley heeft nooit eerder zulke persoonlijke teksten geschreven. Op een of andere manier pasten die wel bij de muziek. De melodieën op dit album zijn ook direct, simpel en open. Het was een happy accident dat Shirley in zo’n introspectieve bui verkeerde. Het gebeurde dat, terwijl zij een nummer inzong, wij in de controlekamer tot tranen toe geroerd waren. Het tot stand komen van songs als Cup Of Coffee en Drive You Home waren emotionele hoogtepunten in het werkproces. Omdat we zo close zijn met Shirley voelen we die nummers heel goed aan. Drive You Home gaat echt over haar situatie: het weg van huis zijn, het gemis van je geliefden. We waren gepakt toen we haar teksten voor het eerst hoorden.”

De frontdame hield gedurende het schrijfproces een dagboek bij, dat de fans op het internet konden inkijken. Vooral tegen het einde maakte ze een gedeprimeerde indruk. De winter was lang geweest en volgens Manson verloor de groep ‘het’ even toen hij twee rechtszaken had lopen. Eentje spande Garbage zelf aan tegen Universal, om onder hun platencontract uit te komen. In hun deal stond namelijk een clausule die hen de kans bood het label te verlaten als voorzitter Jerry Moss, bij wie ze getekend hadden, zelf de koffers pakte. Tegelijk werd de groep zelf beschuldigd van plagiaat. Het refrein van I Think I’m Paranoid zou gestolen zijn van de American Breed-hit Bend Me, Shape Me uit ’68. Een verdict is nog niet gevallen. De juridische perikelen beïnvloedden hoe dan ook een beetje de sfeer in de studio.

Erikson: “In het begin maakten we ons wel zorgen over die rechtszaken. Dat remde het werk even af. We gingen rond de tafel zitten om erover te praten en deden vervolgens de nodige telefoongesprekken. Daarna moesten we het laten voor wat het was, omdat we zoiets toch niet onder controle kunnen hebben. We belden onze advocaten. Zij moesten het maar verder regelen. Kijk, op zo’n moment prijs ik ons gelukkig dat we in Madison opnemen, ver weg van New York en Los Angeles.”

Misschien moeten we de verklaring voor de aantrekkingskracht van de Smart Studios in de eerste helft van de jaren negentig ook zoeken in de ligging van Madison in Wisconsin, de Midwest van de VS. De groepen konden daar ongestoord in afzondering herbronnen.

Vig: “We hadden absoluut geen masterplan toen we met die studio begonnen. We voelden het prikkelen en kregen de smaak van het produceren goed te pakken. Eerst hielpen we de plaatselijke scene uit de brand, en nadien vonden ook andere groepen hun weg naar onze studio. Ons producties werden opgemerkt. De muziekbusiness is in Madison echter onbestaande. Het is niet te vergelijken met Chicago, New York of Los Angeles. Maar dat stimuleert ons net. We hadden een bloeiende underground in onze stad. Veel punkbands. We hebben ons altijd outsiders gevoeld. Ik heb nooit, zoals zovelen die hongerig zijn naar een carrière, de drang gevoeld om in New York of Los Angeles te gaan wonen. Al kom ik er graag een keer voor zaken. We houden van het gevoel van isolement. Het geeft ons de vrijheid om ons eigen ding te doen. Ik vermoed dat Shirley op dezelfde lijn zit. Op de Schotten wordt neergekeken door de andere Britten. Als je als muzikant niet uit Londen komt, hoor je er niet bij. Dat bepaalt onze mentaliteit. Omdat we in Madison leven, kunnen we de buitenwereld negeren. Zelfs met die rechtszaken lukte het behoorlijk om ons er niet te veel van aan te trekken. De platenfirma laat ons gelukkig altijd met rust, hoewel ze intussen wellicht de muren oplopen. Wij laten niets van ons horen tot de plaat af is. We hebben er een vol jaar aan zitten schaven.”

Het zijn de contrasten die de groep uniek maken. Op muzikaal vlak heb je de donkere teksten op de poppy muziek. Op persoonlijk gebied is er de mix van een Schotse vrouw en drie Amerikaanse mannen.

Erikson: “Ik denk dat we toch veel gemeen hebben met Shirley. Zij heeft, net als wij, een nuchtere kijk. Bijna op het randje van cynisme. We zijn er ons van bewust dat de realiteit niet altijd even fraai is. De donkere kant van het leven trekt ons enigszins aan. Onze muzikale smaak overlapt ook grotendeels. We houden allemaal van droevige liedjes. Van artiesten die zoeken. Artiesten die claimen dat ze het gevonden hebben, zeggen ons veel minder. Daarom focussen we ons bij het songschrijven ook op de onrust. Met onze liedjes proberen we uit te zoeken wat onze plaats is in de wereld. Dat Shirley een vrouw is en wij mannen zijn, is niet zo belangrijk. We staan daar zelden bij stil. We are four little buddies.”

“Veel sterker dan de verschillen tussen man en vrouw is de band die we met Shirley voelen”, aldus Vig.

The boys zijn door de jarenlange omgang met Manson bewuster geworden van typische vrouwenzaken. Zo nu en dan raadpleegt de zangeres backstage haar collega’s als ze het moeilijk heeft om bijvoorbeeld de kleur van haar nagellak te kiezen. De jongens geven toe dat ze bij de eerste ontmoeting bang waren voor de exuberante en tamelijk irrationele vamp. Ze hadden haar in ’94 op een auditie uitgenodigd nadat ze op MTV een video van haar toenmalige groep Angelfish hadden gezien.

Erikson: “Toen we haar contacteerden, hadden we er geen benul van welke persoonlijkheid zij was. We hielden van haar stem, dat was het enige wat we wisten. De rest was voor ons één grote verrassing. Een grotendeels aangename verrassing overigens.”

De heren hadden doelbewust uitgekeken naar een vrouwelijke vocalist.

Erikson: “De muziek die we toen maakten, vroeg om een vrouwenstem. Een zangeres leek ons op een mooie manier te contrasteren met de industriële noise die we op dat moment voortbrachten. Shirleys persoonlijkheid heeft ons uiteindelijk toch in een andere richting geduwd. We hadden tot dan toe ook altijd in volledig mannelijke groepen gezeten. Het four little buddies-syndroom. ( lacht) We wilden weleens een female buddy, ter afwisseling.”

Vig: “We hadden oorspronkelijk scherpe, harde gitaren en een trashy wall of sound. Maar wat Shirley op tafel gooide, vereiste toch wel een kleine bijsturing. Eerlijk, sindsdien zijn we er serieus op vooruitgegaan. Haar uitstraling is trouwens ook een van de redenen waarom we zoveel succes kregen. We mogen dus blij en dankbaar zijn.”

‘beautifulgarbage’ komt op 10 september uit bij PIAS.

Peter Van Dyck / Foto’s Van Parys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content