Terwijl de anti-Amerikaanse stemmen in Europa steeds luider klinken, wordt een Vlaams meisje gedrild in de US Army. “Net als Demi Moore die in ‘G.I. Jane’ naar een militair opleidingskamp gaat”, knikt Ysabel. “Ook al hebben ze mijn hoofd niet kaalgeschoren, het is een harde realiteit waar ik elke dag door moet.”

Aan de ontbijttafel, tussen de koffie en de pistolets, tref ik haar thuis. Blij als een kind brengt ze voor het eerst, na lange maanden, een onbetaalbaar vakantieweekje bij haar ouders door. Ze wil best praten over het leven achter de muren van de Naval Academy Preparatory School in Newport, en over het keiharde opleidingsregime dat elke dag het uiterste van haar krachten vergt. Ze wil ook wel iets kwijt over het geschreeuw, de drilling, de fysieke uitputting, de terreur van de punten, het gebrek aan slaap, privacy en vrije tijd. Ze wil zelfs graag vertellen over haar dromen en idealen, en over de kleine, banale dingen die haar leven zinvol en draaglijk maken. Op één voorwaarde : dat ik haar geen politieke vragen stel, haar niet op de rooster leg over Bush en de Iraakse kwestie, en dat ik het thema ‘België-Amerika’ onbesproken laat.

Al te vaak heeft zij – tegenover vrienden, leerkrachten, kennissen – haar studie- en beroepskeuze moeten verantwoorden, motiveren en verdedigen. Tot ze ziek werd van opmerkingen als : “Ben jij gek ? Hoe kan je in godsnaam Bush steunen ?” Wat kan ik anders doen dan haar wens te respecteren, en luisteren naar het verhaal van dit achttienjarig meisje ?

Voorproefje

Ysabel : “Als puber lag ik voortdurend met mijn ouders in de clinch. Ten einde raad stelde mijn vader mij voor om enkele weken naar Amerika te gaan. ‘Waarom niet ?’ dacht ik. ‘Tenslotte ben ik daar geboren, en heb ik een dubbele nationaliteit.’ Zo gezegd, zo gedaan. Als zestienjarige trok ik eerst naar Californië, op bezoek bij mijn peter, en daarna naar Washington DC, bij vrienden van mijn ouders. Zij namen mij mee naar een coast guard station, een kantoortje waar je informatie kan inwinnen over het beroep van kustwachter. ( enthousiast) Meteen was ik verkocht. Stel je voor : gaan zeilen met The Eagle, een enorme driemaster. Reddingsoperaties uitvoeren op zee, op Antarctica het ijs gaan breken, de drugsmokkel bestrijden, scheepswrakken verkennen, bodemonderzoek uitvoeren, oceanologie studeren…”

“Als kind droomde ik er al van om rescue pilot op zee te worden. Maar omdat ik contactlenzen draag, kan ik in België geen piloot worden. Bovendien is de Belgische kustlijn slechts 62 kilometer lang, in tegenstelling tot het uitgestrekte Amerikaanse kustgebied waar je overal, van het uiterste noorden tot het diepste zuiden, gestationeerd kan worden. Plots ging de wereld voor mij open en besefte ik dat er nog een leven buiten Leuven was. Als een nieuwe Ysabel keerde ik naar huis terug en, vastbesloten mijn droom waar te maken, begon ik alle mogelijke informatie te verzamelen.”

“Zo kwam ik te weten dat ik in de Coast Guard Academy in New London, Connecticut een introductieweek – aim week – kon volgen, bedoeld voor mensen die in de coast guard geïnteresseerd zijn, maar niet zeker weten of dat wel iets voor hen is. Na een strenge selectieprocedure op basis van een dik pak brieven en essays die ik moest schrijven, kreeg ik tot mijn grote opluchting het bericht dat ik tot die aim week toegelaten werd.”

“Toen ik na een verre, lange reis eindelijk op de C oast Guard Academy arriveerde, hielden ze geen rekening met het tijdsverschil. Integendeel, ik moest mijn horloge inleveren en onmiddellijk beginnen lopen, lopen, lopen. Pompen, pompen, pompen. Push-ups, sit-ups. Er kwam gewoon geen einde aan. ‘Help, waar ben ik aan begonnen ?’ dacht ik.”

“’s Ochtends stonden we heel vroeg op en kregen een voorproefje op de indoctrinatieperiode die we ’s zomers twee maanden lang zouden doormaken : s wab summer noemen ze dat. ‘ Swab’ betekent ‘zwabber’. Alsof ze met jou de vloer aandweilen. Niet bepaald een leuk vooruitzicht, begrijp je ?”

“Het allerergst tijdens de aim week vond ik het extreme sporten en het voortdurend geschreeuw. Dat iemand keihard en pal voor mij stond te roepen, schokte mij. ‘Waarom doen ze dat ?’ vroeg ik mij voortdurend af. ‘En waarom moet ik square eten ?’ ( doet het voor) Dat is ‘vierkant eten’ : als een robot het voedsel naar je mond brengen en strak voor je uitkijken. Pas later heb ik geleerd zulke vragen achterwege te laten. Pas later heb ik ook beseft dat die aim week nog zacht en rustig was in vergelijking met wat er tijdens de zomer zou volgen.”

Op de rooster

“Terug in België besliste ik : oké, ik ga ervoor. Waarom ? Omwille van mijn droomberoep, én de geweldige teamspirit die ik tijdens de aim week ervaren had. Heel aangrijpend vond ik het om te merken hoe we onmiddellijk en onvoorwaardelijk bij elkaar aansluiting zochten.”

“Op het thuisfront begrepen slechts weinigen mijn studiekeuze. Vooral op school kreeg ik de wind van voren. Sommige leerkrachten waren heel kritisch en legden mij op de rooster : ‘Toch niet in het land van Bush !’ Ik probeerde het hen uit te leggen, maar kreeg maar weinig steun. Heel snel leerde ik het onderwerp Amerika te mijden.”

“Mijn laatste jaar in België stond volledig in functie van mijn studiekeuze : essays schrijven, speciale lessen volgen, testen afleggen, allerlei formaliteiten en medische onderzoeken afwerken. In februari vernam ik dat ik niet onmiddellijk naar de Coast Guard Academy kon, maar eerst een voorbereidend jaar moest volgen aan de Naval Academy Preparatory School (NAPS). Een grote domper op mijn enthousiasme, want dat betekende dat ik niet één, maar twéé swab summers zou moeten meemaken. Intussen was ook de relatie met mijn ouders totaal veranderd. Nu waren zij mijn beste vrienden met wie ik elke avond over mijn studiekeuze zat te praten. Hen en mijn twee kleine zusjes te moeten missen, leek mij het moeilijkste onderdeel van de hele onderneming.”

Indoctrinatie

“Op 20 juni had ik mijn middelbare school afgewerkt, een week later vertrok ik naar Amerika voor swab summer : twee loodzware maanden indoctrinatie. ‘Indoc’ noemen ze dat. Het is ook de juiste term. Het is indoctrinatie, het is de hel.”

“Het afscheid was ellendig, alsof ik ging sterven en nog één week te leven had. Mijn koffer pakken was een verschrikking. Zoveel leuke dingen had ik cadeau gekregen, maar ik mocht bijna niets meenemen. Uiteindelijk ben ik met slechts één tas en mijn strijkplankje aan de beproeving begonnen.”

( stil) “Het was ontzettend zwaar, en ik reageerde zeer emotioneel. Om vier uur ’s ochtends moesten we opstaan, en met z’n allen – 330 in totaal – lopen, lopen, lopen, terwijl de cadres, de begeleiders die ons drillen en voortdurend tegen ons roepen en schreeuwen, meeliepen en coast guard-liederen zongen : ‘ We started together, we’ll finish together…’Af en toe gebeurde het dat iemand totaal uitgeput op de grond viel. Dan raapten we hem op en droegen hem de rest van het parcours. ( beetje fier) Uiteindelijk was ik het enige meisje dat tijdens het lopen niet is uitgevallen.”

“Tussen de fysieke trainingen door moesten we vaak urenlang naast een muur staan, voeten in een hoek van 45 graden, armen strak naast het lichaam, rug parallel met de muur, strak voor ons uitkijken – eyes in the boat – en nooit oogcontact maken. Ook daar stonden de cadres de hele tijd tegen ons te schreeuwen. En wat ze ook riepen, nooit mochten we iets terugzeggen. Alleen als zij ons de toestemming gaven, mochten we met één van de vijf basic responses reageren : ‘ Yes, sir ! No, sir ! No excuse ! I’ll find out ! Aye, aye, sir !‘”

“‘Wij willen hier geen buitenlands accent horen !’ schreeuwde een cadre op een dag. Die opmerking heeft me erg gekwetst, want ik ben niet alleen fier op mijn Amerikaanse, maar ook op mijn Belgische nationaliteit. Op een keer begon ik te wenen terwijl zij in mijn gezicht stonden te schreeuwen. ( glimlacht) Dat maakte het alleen maar erger.”

( relativeert) “Nu besef ik wel dat al dat tieren er gewoon bij hoort, en dat zij die nu tegen mij roepen, slechts drie jaar ouder zijn dan ik en net dezelfde indoctrinatie hebben ondergaan. Zoals wij in een strak keurslijf en tot teamwork gedwongen worden, volgen zij een leadership program.”

“Neem nu het opmaken van je bed. Tijdens swab summer moest je ’s ochtends al je lakens van je bed halen, op de gang – on line – gaan staan, en kreeg je drie minuten tijd om je bed weer op te maken volgens een heel precies patroon. Daarna moest je opnieuw op de gang gaan staan, en kreeg je net dezelfde opdracht : ‘Lakens eraf, en bed opmaken.’ Op en af, op en af, op steeds kortere tijd, tot je er helemaal gek van werd. In het begin maakten we elk ons eigen bed op, maar al snel begrepen we dat het met z’n tweeën veel sneller ging. Idem voor de uniformen. ’s Ochtends moest je je uniform aantrekken, op de gang gaan staan, je uniform weer uittrekken, je sportkleren aantrekken, ze weer uittrekken, enzovoort. En telkens kreeg je minder tijd. Een ware verschrikking, maar zo leerden we wel na elke klus naar de anderen te rennen om hen verder te helpen. Nog steeds slaap ik niet in, maar op mijn bed, in een slaapzakje. Op die manier spaar ik de nodige minuten uit om ’s ochtends mijn contactlenzen aan te brengen.”

“Tijdens de indoctrination lag mijn lichaam helemaal overhoop. Net als heel wat andere meisjes nam ik ononderbroken de pil om mijn menstruatie uit te stellen. Nog liever dat opgezwollen gevoel, dan te menstrueren in die uiterst oncomfortabele omstandigheden waarbij we nauwelijks de tijd kregen om naar de wc te gaan. Voortdurend stonden we in het zweet. Douchen mocht niet langer dan drie minuten duren en, nauwelijks afgedroogd, moesten we alweer rennen, pompen of sit-ups doen. Zelfs door de gangen moesten we lopen, en altijd scherpe hoeken – square corners – maken. We verloren elk besef van tijd en hadden nauwelijks tijd om te eten. Als er voedsel was, probeerden we zo snel mogelijk zoveel mogelijk calorieën op te nemen omdat we wisten dat we energie nodig hadden en bovendien nooit konden voorspellen wanneer we de volgende maaltijd voorgeschoteld zouden krijgen.”

“Na twee weken indoctrination was er een grote ceremonie : de swearing in. Uitgeput en bezweet marcheerden we – in T-shirt en shortje – een grote turnzaal binnen waar we, met opgestoken hand, trouw aan Amerika beloofden. Nu we deel uitmaakten van het Amerikaanse leger, verklaarden we ons bereid te sterven voor het vaderland. ( peinzend) A la limite toch een hele opdracht voor een achttienjarige. Al te diep durf ik over die eed niet na te denken, maar soms vraag ik mij toch af : sterven voor mijn vaderland ? Kan ik dat wel ? Wil ik dat wel ?”

“De hele dag keek ik er naar uit mijn ouders en zusjes terug te zien, al wist ik dat ik hen maar vijf minuten zou mogen spreken. ‘Ysabel, Ysabel’, riepen mijn zusjes mij van op de tribune toe, en mijn hart brak. Beseffen dat je je allerliefsten slechts enkele minuten mag zien, en dat je hen daarna maandenlang zal moeten missen. Toen we eindelijk samen waren, kon ik alleen maar wenen : ‘Het is verschrikkelijk. Het is kei-kei-zwaar.’ Zelfs mijn vader, die ik nooit heb zien huilen, weende met mij mee. Zeker weten, dàt was het rotste moment van die ellendige swab summer.”

It’s just a game

“Na die bewuste dag heb ik een knop in mijn hoofd omgedraaid. ‘Luister, Ysabel,’ sprak ik mezelf toe, ‘als je hier wil overleven, zal je de kracht uit jezelf moeten putten. Als ze schreeuwen, als ze je waanzinnige opdrachten geven, als ze je fysiek tot het uiterste drijven, mag je dat nooit persoonlijk nemen. Bekijk het als een spel.’ En zo begon ik, tijdens de moeilijke momenten, aan totaal andere dingen te denken. Alle leuke, mooie herinneringen van de laatste maanden liet ik als een film afspelen. Kleine, banale dingen die me plezier hadden gedaan, prentte ik in mijn geheugen. In gedachten begon ik ook brieven te schrijven. Ontelbare bladzijden heb ik in mijn hoofd neergepend. Tijdens die lange, onbeweeglijke uren aan de muur begon ik zelfs te tekenen in mijn hoofd. Kamers en huizen in te richten. Op die manier leerde ik hoe ik totaal ergens anders kan zijn dan waar mijn lichaam was. Hoe ik privacy voor mezelf kan creëren. Hoe ik van maaltijd tot maaltijd kan leven. Hoe ik sommige vragen en twijfels uit mijn hoofd kan bannen. Hoe ik fysiek overeind kan blijven.”

“Zo begon ik ook van kleine dingen te genieten. De luxe van heel even met de meisjes alleen in de toiletten te zijn bijvoorbeeld. En geloof me, op de wc werd heel veel geweend. En ’s nachts werden vele kussens kapot gebeten. En niet alleen door meisjes. Zo ontdekte ik ook dat alleen zij die in zichzelf de kracht vonden die knop in hun hoofd om te draaien, overeind bleven.”

Rechtop slapen

“Na swab summer hadden we één dag vrij, daarna begon het schooljaar. Nu, zes maanden later, ken ik dat ritme door en door. Om vijf uur staan we op voor de inspectie van het uniform, dat altijd piekfijn in orde moet zijn. Dan douche ik razendsnel en onthaar ik mijn benen. Dat doen ook de jongens, want onder onze broek dragen wij een soort jarretels – elastieken die om je benen gewikkeld zijn – zodat kousen en hemd altijd strak zitten. Elke ochtend poetsen we de toiletten, de kamers en de gangen. Na het ontbijt – heel Amerikaans, met cereals en ( vies gezicht) vettige donuts gaan we in formation staan, altijd volgens het heilige principe : ‘ Be on time !‘ Daarna marcheren we in peloton naar de klaslokalen, terwijl iemand de cadans voorzegt.”

“’s Voormiddags krijgen we wiskunde, Engels, opnieuw wiskunde en computerles ; na de middag scheikunde en fysica. Steeds dezelfde vakken, elke dag opnieuw. Alle lessen moeten op elk moment perfect gekend zijn. Hiertoe kan je elke dag privé-les krijgen bij de leerkrachten die van 6 uur ’s ochtends tot 23 uur ’s avonds permanent tot onze beschikking staan. De mentaliteit en de onderlinge communicatie zijn uiterst respectvol. De leerkrachten noemen mij Miss Vandeputte, en wij, studenten, zijn in de klas op elk moment muisstil en doordrongen van de gedachte : Amerika betaalt ons om te studeren.”

“Van 16 tot 18 uur hebben we verplichte sportactiviteiten, onder leiding van uitstekende coaches : zwemmen, lopen, baseball, voetbal, basketbal, zeilen. Na het avondmaal en de formation hebben we nog drie uur group study, gevolgd door een half uur silent study. Ten slotte hebben we, twee keer per week, nog een nachtelijk uur watch. Dat is patrouilleren, controleren of alles in orde is. Nergens, nergens in dat programma is vrije tijd voorzien. Soms ben je zo moe dat je tijdens de les in slaap valt. Dan moet je, achteraan in de klas, de hele les rechtop blijven staan. Maar ook daar vallen sommigen, rechtopstaand, in slaap.”

“Alles is gefixeerd op slagen, punten behalen. Zo hebben we elke drie weken een physical running test (PRT). Wie niet voldoet, mag niet op weekend. Wie ook nog onvoldoende academics of slechte punten bij de militaire inspecties krijgt, wordt buitengegooid. Het is dus ontzettend belangrijk dat je voortdurend én op alle onderdelen goed scoort. Heel wat studenten zijn al uitgevallen. Momenteel zijn we, in ons peloton, nog met 49 : 43 jongens en 6 meisjes.”

Uitspatten en afreageren

“Tijdens de week mag je geen enkel persoonlijk contact hebben met iemand van het andere geslacht. Geen aanrakingen, geen uitingen van affectie, geen onderonsjes. Op een jongenskamer worden geen meisjes toegelaten en omgekeerd. Het grote probleem is natuurlijk dat het weekregime zo strikt is dat heel wat jongeren tijdens het weekend uitspatten, hun seksuele frustraties afreageren en buitenmatig drinken. Sommige meisjes hebben elk weekend een andere date. Ik begrijp dat wel, zij willen ook wat aandacht en affectie. Heel wat jongens gaan tijdens het weekend zuipen, al is dat in Amerika ten strengste verboden : pas vanaf 21 jaar mag je alcohol drinken. Wie die wet niet respecteert, zit dik in de problemen : strenge straffen, en op de koop toe loodzware inspecties op school én verlies van weekends en vakanties. Dat is het mij niet waard.”

“Zelf breng ik mijn weekends op een heel andere manier door. Meestal ben ik zo moe dat ik naar mijn sponsor family – pleegouders, zeg maar – ga om wat uit te rusten, bij te slapen, gezond te eten, een beetje te ontspannen. ( fel) Natuurlijk heb ik soms ook zin om uit de band te springen. Natuurlijk ben ik het ook wel eens beu dat mijn leven zo strikt verloopt, tot op de seconde gepland. Dan verlang ik ook wel eens naar een knuffel en wat warmte. ( voorzichtig) En ja, ik heb op NAPS wel iemand leren kennen. Michael. Mijn maatje. Maar wat houdt die (maakt aanhalingstekens met haar vingers) ‘relatie’ eigenlijk in ? Tijdens de week mag ik geen enkel contact met hem hebben. Hooguit steek ik, als ik ’s nachts watch heb, een briefje onder zijn deur. Pas op, geen liefdesbrief, dat zou veel te riskant zijn. Gewoon : ‘Veel succes met je toets morgen !’ Zo hebben we ook een knuffeltje dat elke nacht van zijn naar mijn kamer verhuist. Dat zijn kleine, domme dingen die mij erg blij kunnen maken. Slechts af en toe trekken we een weekend samen op. Zo zijn we eens gaan winkelen, en samen in die grote speelgoedzaak voelde ik mij helemaal opleven. Of samen naar de film. Gaan wandelen op de cliffs in Newport, Rhode Island . En onlangs – het beste van het beste – een weekendje skiën. Onbetaalbaar. Maar nog nooit hebben we in een hotelletje een kamer gehuurd. Beiden beseffen we heel goed dat we onder geen beding afhankelijk mogen worden van elkaar, want volgend jaar gaan we elk naar een andere academy.”

“O ja, natuurlijk ben ik, met deze mentaliteit, een uitzondering. Dat realiseer ik mij maar al te best. In het begin lachten de anderen mij zelfs een beetje uit omdat ze mij zo serieus vonden. Maar stilaan merk ik dat ik in plaats van spot respect heb afgedwongen.”

Sexy lingerie

“Intussen wordt het steeds moeilijker om in België mijn studiekeuze te verantwoorden. In Europa is de anti-Amerikaanse stemming intussen zo uitgesproken dat ik politieke gesprekken tot elke prijs vermijd. Natuurlijk bepaalt de huidige oorlogssfeer ook het leven op school. Op veiligheidsvlak is er een verhoogde waakzaamheid. We moeten ook meer paraat staan, maar tot nu toe valt dat mee. Intussen dwing ik mezelf om verder te kijken dan deze periode, en mijn uiteindelijke doel – werken bij de coast guard, helikopterpiloot worden en mensenlevens redden – voortdurend in het oog te houden. Anders zou ik gek worden.”

“Natuurlijk zijn er ook momenten waarop ik het moeilijk heb en denk : nu zou ik thuis willen zijn. Met mijn ouders naast de open haard zitten en gezellig kletsen. Mijn zusjes knuffelen en ’s zondags verse pistolets eten. Leuke kleren dragen en ooit eens op de catwalk staan. Met mijn moeder mooie lingerie gaan kopen. ( lacht) ‘Draag sexy ondergoed onder je uniform’, raadt zij mij aan. ‘Zo blijf je je altijd vrouwelijk voelen ‘.”

“Toch ben ik van plan om door te zetten. Ook al zal ik dit jaar opnieuw zo’n lange swab summer moeten doormaken. Maar ik verwacht dat het nu iets minder zwaar zal zijn, want ik zal het als een spel bekijken. It’s just a game !”

Annemie Struyf / Foto’s Lieve Blancquaert

“’s Ochtends moest je de lakens van je bed halen en kreeg je drie minuten om je bed weer op te maken volgens een heel precies patroon. Daarna kreeg je net dezelfde opdracht : ‘Lakens eraf, en bed opmaken.’ Op en af, op en af, op steeds kortere tijd, tot je er helemaal gek van werd.”

“Nergens in het programma is vrije tijd voorzien. Soms ben je zo moe dat je tijdens de les in slaap valt. Dan moet je, achteraan in de klas, de hele les rechtop blijven staan. Maar ook daar vallen sommigen, rechtopstaand, in slaap.”

“Natuurlijk bepaalt de huidige oorlogssfeer ook ons leven. Op veiligheidsvlak is er een verhoogde waakzaamheid. We moeten ook meer paraat staan, maar intussen dwing ik mezelf te denken aan mijn doel : helikopterpiloot worden en mensenleven redden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content