Help ! Scheelt er iets aan mijn hormonen ?” Sofie (32) vroeg het zo wanhopig dat ik haast medelijden met haar kreeg. We hadden net in ons favoriete ijssalon plaatsgenomen achter de obscene sculptuur van een dame blanche. Het licht van de ondergaande zon viel schuin door de ramen en gaf Sofies gezicht iets gebeitelds.

De dag daarvoor, zo bleek, had ze een flinke aanvaring gehad met Karen, een vriendin van haar die al een kind had en nu krampachtig probeerde er een tweede op stapel te zetten. “Met de chronometer en de kalender ernaast”, voegde Sofie er schamper aan toe. “HƔƔr zaak natuurlijk. Maar nu vindt ze opeens dat ik pas gelukkig zou zijn als ik ook een kind had. Ik heb gezegd dat Stijn en ik overwegen om daar bewust niet aan te beginnen. Daarop reageerde Karen ronduit gechoqueerd. ‘Tja, dan kunnen we niet meer met jullie op reis,’ zei ze treiterend, ‘want ik wil op reis met andere gezinnen met kinderen’.”

Dumpen dat mens, dacht ik spontaan, maar ik zweeg als het graf. Je kunt je beter in een kooi vol hongerige rottweilers wagen, dan je te mengen in een rel tussen rebbelende hartsvriendinnen. Je bek houden en luisteren, weet ik intussen. Jezelf dwingen om niet met een pasklaar antwoord op de proppen te komen, dat in vrouwenogen toch veel te simplistisch is. Met vallen en opstaan leert zelfs de domste man wel iets.

Sofie beschikt over het felbegeerde ranke lijntje. De opname van voedingsstoffen beperkt ze tot het strikte minimum. In normale omstandigheden tenminste, want vandaag liet ze zich goed gaan. Kwistig goot ze de warme chocoladesaus over de van vrieskou dampende bollen. “Jakkes, een kind”, chargeerde ze opnieuw. “Ik mag er niet aan denken. Weinig slaap, geen tijd voor jezelf, geen tijd voor je partner en die is nu al zo schaars… Tenzij je het hummeltje geregeld bij de grootouders achterlaat natuurlijk, maar dat vind ik schandalig. Als – ik zeg : Ć ls – ik er ooit aan begin, wil ik veel tijd met dat kind doorbrengen. Een baan in de media past daar niet bij.”

Die Karen, voegde ze eraan toe, had haar ook nog verweten dat ze te veel werkte en – als sluipweg voor haar moederinstinct – meer over haar katten praatte dan over iets anders. “Ineens drong het tot me door dat je als niet-moeder ook een sociale paria kunt zijn”, zei Sofie, terwijl haar anders zo charmante zwarte krullen zich roerden als de slangen op Medusa’s hoofd. “Wordt de wereld, eens je de dertig voorbij bent, plots verdeeld in ouders en niet-ouders ? Daar was ik toch even niet goed van. Waarom nemen de hersenen van die anders toch intelligente vriendin plots de vorm van een fopspeen aan ?” Ze ging nu een wel erg plastische toer op.

“Dat beeld van de kinderloze paria komt me bekend voor”, antwoordde ik naar waarheid. “Of het nu de zeedijk of de Veldstraat is : een man die daar een paar uur alleen rondhangt, wordt door de mensen bekeken als een zonderling. Met een aantrekkelijke vrouw plus schattig kind aan je zijde, ondervond ik meermaals, wordt dat helemaal anders. Leuke dames beloeren je geĆÆnteresseerd want, geef toe, wie met zo’n aardig gezinnetje op stap is, moet wel iets te bieden hebben. Winkelmeisjes komen spontaan op je af en doen je kaboutermutsen en springballen cadeau. De helft van de bewoners van onze grootsteden mag dan alleenstaand zijn, het ideaalbeeld van het gezinnetje zit er nog stevig in.”

Sofie knikte nerveus. “Vind jij het egoĆÆstisch om geen kinderen te nemen ?” vroeg ze met een dunner stemmetje dan ik van haar zou hebben verwacht.

“Wat een oubollige gedachte”, riep ik uit. “Ik kan nauwelijks geloven dat ze in je opkomt ! Honderd jaar geleden waren er 1,6 miljard mensen. Nu zijn dat er 6 miljard. We zijn dus niet echt met uitsterven bedreigd ; er zit sowieso al te veel vis in het bakje. Mensen die kinderloos blijven, zijn niet egoĆÆstisch maar juist heel sociaal. Ze zouden daarvoor beloond moeten worden. Trouwens : als je het mij vraagt, is die Karen gewoon jaloers.”

“Dat zal het wel zijn”, siste Sofie, blij dat ik haar het verlossende woord aanreikte. “Ze merkt nu zelf wel hoeveel tijd en energie dat kind opslokt en wordt afgunstig op mij, vrije soortgenote. Ze kan het niet hebben dat ik nog kan beslissen over dingen die voor haar al onherroepelijk zijn. Van de weeromstuit probeert ze mij te overtuigen om ook te gaan kweken. Tot meerdere eer en glorie van het kindergeluk.”

Ze zei het bijna fanatiek, zoals die verkopers op televisie die je bij nacht en ontij abdomizers en ontharingssprays trachten aan te smeren. Gedubd uit kwakend Engels, te enthousiast om geloofwaardig te zijn. ” I don’t buy it“, fluistert een stemmetje dan in mijn hoofd. Maar ik zou wel gek zijn om dat uit te spreken. In plaats daarvan bestelde ik nog een espresso uit zo’n heerlijk kopje van Illy, en koesterde de luxe van dit zondoorspikkeld ogenblik.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content