Wie flow ervaart, gaat helemaal op in zijn bezigheden en voelt zich intens tevreden. Dagelijkse problemen zijn ver weg. Het geheim ligt in een evenwicht tussen uitdaging en vaardigheden: wat te makkelijk is, leidt tot verveling, wat te moeilijk is tot frustratie.

Wij hadden vaak flow op de fiets. In de bergen bijvoorbeeld, tijdens een afdaling. Opperste concentratie bij het inschatten van bochten om niet het ravijn in te vliegen. Luisteren of er verkeer aankwam, om frontale botsingen te voorkomen. Gaten omzeilen in het Franse wegdek. Terwijl de wind in je gezicht blaast en het uitzicht onvergetelijk is.

Dit is een voorbeeld van intense flow. Voor een meer alledaagse flowervaring hoef je niet de bergen in, dat kan overal. Tijdens het werk of in je vrije tijd. Flow kun je niet plannen. Wel kun je met optimale aandacht voor je activiteiten de kans erop vergroten, en daarvoor kan het geen kwaad afleidende elementen te bannen. Wie zich op kantoor wil overgeven aan zijn bezigheden, kan beter het raam dichtdoen als er buiten iemand staat te boren. Wie wil opgaan in een bergwandeling, moet niet worden afgeleid door te krappe schoenen. Ook kleine rituelen voorafgaand aan de bezigheid kunnen helpen de concentratie te vergroten. Veel topsporters hebben een lijstje met onzindingetjes die ze gedaan willen hebben alvorens te presteren. Dan hebben ze het gevoel de situatie onder controle te hebben, en controle is belangrijk voor flow.

M ihaly Csikszentmihalyi (64), hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Chicago, weet alles van het fenomeen. Csikszentmihalyi, geboren in Hongarije maar sinds 1956 wonend in de VS, deed er meer dan twintig jaar onderzoek naar. Hij raakte in het verschijnsel geïnteresseerd tijdens een onderzoek naar de gemoedstoestanden van kunstenaars. Regelmatig hoorde hij eenduidige beschrijvingen van bijzondere ervaringen tijdens de artistieke bezigheden. Csikszentmihalyi vroeg zich af of dat wel meer voorkwam. Hij ontwikkelde een grootschalig project waarbij duizenden deelnemers in diverse landen werd gevraagd op gezette tijden bij te houden wat ze aan het doen waren en hoe ze zich voelden. De resultaten zijn verwerkt in het boek Flow – psychologie van de optimale ervaring.

Kan iemand nog flow ervaren als hij al twintig jaar bij hetzelfde bedrijf in hetzelfde gebouw de boekhouding doet?

Mihaly Csikszentmihalyi: Ja, zulke situaties zijn we in het onderzoek tegengekomen. Het is belangrijk dat je genoeg aandacht besteedt aan je bezigheden. Je kunt proberen elke dag op een andere manier naar je taken te kijken. Alles heeft eigenaardige, bijzondere elementen. Je kunt nieuwe uitdagingen ontdekken in activiteiten die voor een buitenstaander één pot nat lijken.

Voor ons zijn de binnenwerken van horloges goeddeels hetzelfde, maar een horlogemaker ziet de kleine verschillen. Die ziet wat er door het gebruik is veranderd en wat hij kan doen om het te repareren. Het gaat erom dat je nauwe aandacht besteedt aan wat je doet. Dan bemerk je details die eerder niet zichtbaar waren. Belangrijk is dat je zelf ontdekt wat je nodig hebt om controle over je leven te ervaren. De een heeft het door zich almaar verder in dezelfde bezigheid te verdiepen, de ander door steeds andere uitdagingen aan te gaan. Je ontdekt dit door aandacht te besteden aan wat je voelt onder welke omstandigheden. Door na te gaan wanneer je het gevoel had dat je echt leefde, en wanneer je een beetje dood was. Sommigen houden daarvoor een dagboek bij. Met die inzichten kan je de keuzen aanpassen zodat je je vaker levend voelt.

Volgens het onderzoek ervaren mensen in hun vrije tijd minder flow dan op het werk. Is dat niet vreemd?

Je zou denken dat vrije tijd het makkelijkst te veranderen is. Het lijkt volstrekt irrationeel om die tijd te verdoen. Maar ja, je komt vaak volwassenen tegen die denken dat hun vaardigheden of hun mogelijkheden beperkt zijn. Dat ze te oud zijn om nog iets nieuws te leren. Velen denken dat hun leven alleen maar kan zijn wat het is, want daaraan zijn ze gewend geraakt. Ze noemen probleemloos alles waar ze niet goed in zijn. Ze verkennen de mogelijkheden niet meer. Ze sluiten zich op in een beperkt bestaan en wachten tot het over is. Maar ik kom ook veertigers tegen die in zichzelf nieuwe talenten ontdekken en ontwikkelen. Zoals een professor die ineens een bepaalde managementfunctie op zich moest nemen. Toen ontdekte hij hoe goed en graag hij met anderen omging, en hoe graag hij tussen anderen werkte. Later werd hij minister van Onderwijs en Gezondheid. Anderen ontdekken hun artistieke gaven, of een nieuwe sport. Er is zoveel te doen, er kan zoveel!

Veel deelnemers aan het onderzoek zegden dat ze tijdens tv-kijken minder flow ervaren dan tijdens allerlei andere activiteiten, maar dat ze niettemin blijven kijken. Waarom is tv-kijken zo aantrekkelijk?

Het is makkelijk en kost weinig energie. Terwijl allerlei andere activiteiten toch wat voorbereiding vergen. Voor sport moet je je omkleden, en vaak moet je ergens naartoe. Het kost al gauw een minuut of twintig om te beginnen. De tv zet je gewoon aan en je denkt dat er iets interessants te zien is. Soms klopt dat. Ook tijdens tv-kijken kan je flow ervaren, vooral tijdens sport of een mooi drama. Als iemand een duidelijke keuze maakt voor wat hij wil zien en dat kritisch benadert, is er kans op flow. Maar het probleem, vooral in de VS, is dat mensen gewoon maar gaan zitten en vervolgens de ene serie na de andere bekijken die toevallig langskomt. Het is een passieve bezigheid waarvan de geest ook passief wordt. Er wordt geen geluk ervaren, geen vreugde. Je beleeft ook niks nieuws, je doet geen nieuwe ideeën op. Het is een manier om de tijd te doden.

Dezer dagen schakelen nogal wat mensen over op Internet. Is dat een betere plek om flow te ervaren?

Het heeft meer flow-potentie. Er zijn meer mogelijkheden om actief betrokken te zijn bij wat er gaande is, je kunt meer keuzes maken. Hoewel sommigen al snel bepaalde patronen ontwikkelen, en dat kan verslavend werken.

Is in principe iedereen even geschikt om flow te ervaren?

Waarschijnlijk niet. Uit de onderzoeken blijkt dat vijftien tot twintig procent van de deelnemers überhaupt geen flow ervaart. Eenzelfde percentage zegt het meerdere keren per dag mee te maken. We weten nog niet precies waarom die eerste groep het nooit ervaart. Tegenwoordig is er veel te doen over concentratiestoornissen bij kinderen. Als je je niet kunt concentreren, kan het moeilijk zijn flow te ervaren. Dat kan in de genen zitten, het kan zijn ontstaan in de baarmoeder omdat de moeder bepaalde geneesmiddelen gebruikte. Of als een kind nooit de kans had zich zeker te voelen, zich nooit kon overgeven aan activiteiten waarvan het hield. Tegenwoordig hebben kinderen, juist in de betere gezinnen, weinig kans te leren via hun vermogen tot concentratie, via hun eigen keuzes. Ze worden voortdurend beziggehouden, ze krijgen steeds prikkels van buitenaf. Van de tv, en van ouders die vinden dat hun kinderen al op jonge leeftijd van alles moeten leren. Paardrijden en zo. Het kind krijgt niet de gelegenheid in eigen tempo te ontdekken wat het wil. Dat lijkt me geen geschikte voorbereiding op de ervaring van flow.

Los daarvan gelooft de flowtheorie niet dat traumatische jeugdervaringen per se slecht zijn voor het latere leven.

We zijn talloze mensen tegengekomen met een moeilijke jeugd die in staat zijn geweest zichzelf daaraan te onttrekken. De menselijke geest is te complex om te kunnen zeggen dat een bepaald gegeven de hele ontwikkeling bepaalt. Goed, het is duidelijk dat toediening van te veel medicijnen voor of na de geboorte een grote invloed heeft op het zenuwstelsel. Maar we weten ook dat kinderen ernstig traumatische gebeurtenissen te boven kunnen komen. Veel kunstenaars die ik heb onderzocht, hadden een traumatische kindertijd. Ze kwamen er vaak overheen door zich te richten op een bezigheid die hen controle gaf. Zo ontkwamen ze aan de chaos.

De Woody Allen-benadering, met eindeloze gesprekken op de divan, lijkt u niet zo zinvol?

Ik moet bekennen dat ik mij soms een verrader van mijn beroep voel. Therapie kan helpen als de therapeut bijzonder wijs en bekwaam is. Ze kan de patiënt helpen te begrijpen welke krachten van invloed zijn geweest op de problemen. Maar deze benadering is de afgelopen decennia getrivialiseerd. Men denkt dat het helpt als de schuld voor de problemen wordt afgeschoven op de ouders of op het verleden. In plaats van te proberen plezier te beleven aan het huidige bestaan. Het is me in onderzoeken vaak opgevallen dat de herinnering aan de jeugd verandert als iemand een probleem in het actuele leven heeft opgelost. Zowel voor als na het probleem vertelt men over een mooie jeugd, maar tijdens de beleving van het probleem hoor je verhalen over vreselijke dingen van vroeger. We hebben een cultuur geschapen waarin het een oplossing lijkt iets of iemand de schuld te geven voor je problemen. Dan ben je zelf ook minder verantwoordelijk voor de oplossing. Doorgaans schiet je daar weinig mee op.

Het wereldwijde succes van Peter Mayle en Frances Mayes met hun boeken over eigen huizen in de Provence en Toscane is te danken aan lezers die dromen over een ander leven. Toch verhuizen de meesten niet. Willen ze wel verandering?

In de vorige eeuw had je boeken over reizen naar een idyllisch eilandje in de Zuidzee. Het lezen van zulke boeken is een vorm van escapisme, een nostalgie naar een simpel bestaan. Maar dat geeft niks. Het lijkt me niet vreemd dat weinigen die stap zetten. Een ontsnapping naar de Provence of Toscane is niet makkelijk. Het kost geld en tijd. Ik vraag me ook af of de meesten voor langere tijd bestand zouden zijn tegen zo’n leven. Mijn vrouw en ik hebben een huis in Montana, waar we de zomer doorbrengen. Ik hou het daar al die maanden uit omdat ik de meeste tijd bezig ben met schrijven. Het is een prachtig oord, maar zonder werk zou het me al gauw vervelen. Sommigen gaan er daadwerkelijk een jaar of langer tussenuit. Ook mensen zonder veel geld doen dat. Ik ken zeilers die net genoeg hebben gespaard voor een kleine boot en daarmee de oversteek wagen van Tahiti naar Nieuw-Zeeland. Maar het kan geen kwaad om het dichter bij huis te zoeken. Om je af te vragen waar je in eigen land graag zou wonen, hoe jouw ideale woning eruitziet en hoe je dat kunt verwezenlijken. Het kan ook geen kwaad om je af te vragen wat je kunt veranderen aan de plek waar je al woont zodat ze in overeenstemming is met je manier van leven. De meesten staan daar helemaal niet bij stil. Ze leven op een plek die is gedicteerd door de mode van het moment.

Ervaart u vaak flow?

Heel intense ervaringen zijn zeldzaam, maar los daarvan ervaar ik het tijdens de bezigheden waarvan ik hou. Zoals schrijven. Of het analyseren van onderzoeksresultaten met de computer. Als er een nieuwe dosis gegevens binnen is, kan ik daar uren in opgaan. Het gebeurt ook tijdens het doceren aan de universiteit, wanneer ik probeer nieuwe informatie over te dragen, of wanneer ik nieuwe woorden verzin of nieuwe manieren van denken.

Bij sommige tv-programma’s gebeurt het, zoals tijdens de eindrondes basketbal. Of bij het lezen van romans. In Montana ervaren we het tijdens wandelingen in de bergen. Nee, ik mag niet klagen. Schilderen, wat ik vroeger veel deed, bewaar ik voor de tijd dat ik niet meer werk – als het er ooit van komt.

In een ander boek schreef u over kosmische harmonie en een universeel bewustzijn. Wat bedoelde u daarmee?

Ik verwees naar inzichten van mensen als Pierre Teilhard de Chardin en van aanhangers van het Gaia-denken in de VS, die ervan uitgaan dat het individuele bewustzijn overgaat in een soort supersysteem. Zoals ooit individuele cellen samenkwamen tot moleculen, en moleculen tot organismen en organismen tot lichamen. Vanwaar die wonderbaarlijke coöperatie tussen allerlei lichaamsdelen? We weten nog steeds niet waarom bijvoorbeeld het hart en de lever samenwerken. Sommigen vinden het niet zo vreemd als de menselijke geesten zouden overgaan tot zo’n samenwerking en dat daar een nieuw organisme uit zou voortkomen. Niet fysiek, maar gebaseerd op de harmonie van bewustzijn, op de relatie tussen de doelen en wensen van de individuen. Ik schrijf daar niet veel over want het is een heikel onderwerp, maar ik wil het als mogelijkheid niet uitsluiten. Ik geloof niet dat we aan het eind van de evolutie zijn. En ik hoop dat op korte termijn voldoende mensen beseffen dat we verantwoordelijkheid moeten nemen voor de richting van de evolutie. Dat de toekomst mee wordt bepaald door onze keuzes.

Uit uw schrijven blijkt een maatschappelijke betrokkenheid die verdergaat dan een puur wetenschappelijke belangstelling.

Ik was 10 jaar toen in Hongarije de oorlog voorbij was. Als kind dacht je dat de wereld blijvend en zeker was. Maar ik was getuige van de ineenstorting van de wereld der volwassenen. Mijn familie had geen idee van wat er gaande was, hoewel ze het financieel en maatschappelijk gezien niet slecht had. Mijn vader had een soort ambassadeurspost in Rome. Bij de communistische machtsovername in 1948 raakten we alles kwijt. Na de opstand van 1956 ging ik naar de VS, terwijl mijn ouders en mijn twee zussen naar België verhuisden. In die tijd was het een van de weinige plekken waar oudere Hongaren welkom waren, en mijn ouders zijn er de rest van hun leven blijven wonen. Mijn vader werkte in de bibliotheek van het klooster in Westmalle.

Aan de oorlog en de gebeurtenissen nadien hield ik het besef over dat er een betere methode moest zijn om het leven te organiseren. Ik probeerde diverse beroepen, werkte als correspondent in Rome voor Le Monde, en was kunstschilder. Uiteindelijk dacht ik dat psychologie een manier kon zijn om te begrijpen waarom mensen zulke irrationele en onmenselijke systemen uitdenken.

De slechte jeugdervaringen waren voor u het tegenovergestelde van een obstakel?

Dat lijkt me een aantrekkelijke gedachte.

Mihaly Csikszentmihalyi, Flow – psychologie van de optimale ervaring, Boom, 798 fr.

Zie ook de website www.flownetwork.com

Jim Schilder / Tekening Ief Claessen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content