Rusland, daar gaat het dit najaar om tijdens het 20ste Europalia-festival. In de expo Katharina Prospekt in het Antwerpse ModeMuseum laat het ontwerpersduo A.F. Vandevorst ‘zijn’ Rusland zien. En dat is er een van Stalin-uniformen en bonten jarretelles.

www.momu.be

Amper veertien jaar geleden, toen de sovjetrepubliek in december 1991 er zijn hamer en sikkel bij neerlegde, zette het grootste land van de aardbol zijn deur nieuwsgierig op een kier. Niet minder gretig gluurt het Westen sindsdien terug naar dat introverte land dat sinds de oktoberrevolutie, driekwart eeuw eerder, een troebele en hoogst onbekende vlek op de wereldkaart was. Lange tijd leken vooral stilzwijgende Рmaar weliswaar meesterlijke Рballetdansers, gymnasten en ijsschaatsers, schakende grootmeesters en virtuoze muzikanten het land een gezicht te mogen geven. Een meestal opvallend bleek gezicht dan nog, strakgetrokken door een ijzeren en uitputtende discipline. Nog een geluk dat er dat handvol roemruchte schrijvers was dat w̩l heimelijk in de ziel van Rusland liet kijken en stiekem verhaalde over weemoed en wodka. Maar zoals dat altijd gebeurt bij stille waters : hun diepe gronden fascineren. Zeker als ook nog het verleden tot de verbeelding spreekt, met zijn tsaren, Raspoetins en megalomane revoluties. En een prikkelend decor erbovenop : onmenselijke koudes (die ooit zelfs de heethoofdige Napoleon kleinkregen), sombere woeste hoogten, eenzame kille vlaktes. Terecht of onterecht, zo stellen wij het ons toch voor. En om nu uitvoerig te gaan checken of dat klopt, daar is amper een beginnen aan.

“Het is een land dat nauwelijks te vatten valt”, meent An Vandevorst, die samen met Filip Arickx het ontwerpersduo A.F. Vandevorst vormt. “Door zijn immense omvang, zijn koude en kilheid, zijn eigenzinnige geschiedenis. En net dat maakt het zo aantrekkelijk. Er is nog zoveel te ontdekken, nu dat sinds kort kan.” En dus graaien we sinds een decennium enthousiast in dat hoogst charmante en nog grotendeels te ontginnen Russische culturele erfgoed. Dit najaar doet ons land dat openlijk en uitvoerig tijdens het Europalia-festival, dat de Russische president Vladimir Poetin zowaar persoonlijk komt openen (dan even geen discussie over zijn twijfelachtige politieke koers tegenwoordig). Een van de blikvangers is de tentoonstelling Katharina Prospekt die tot februari in het Antwerpse ModeMuseum (MoMu) loopt. Over Rusland, uiteraard. Maar dan wel een Rusland gepresenteerd op A.F. Vandevorstiaanse wijze.

De keuze van MoMu-directrice Linda Loppa voor A.F. Vandevorst als gastcurator hoeft niet te verbazen. Strakke uniformen, vervreemdende Oostbloksferen, kaki, diep Rode-Kruisrood en ‘primitieve’ materialen als bont, vilt en leer zijn graag geziene leidmotieven in hun collecties. De herfst-wintercollectie 2004-2005 lonkte zelfs openlijk naar Rusland, met haar verhaal van onder meer trotse officiersvrouwen die koket staan te wezen op Russische staatsbanketten. Loppa voelde het aan, zeker nadat ze op een gezamenlijke trip naar Moskou nog eens “hun oprechte fascinatie en enthousiasme voor Rusland” had ondervonden : het plaatje klopte. En dus gaf ze het tweespan graag de zegen voor de tentoonstelling.

Voelen, niet denken

Katharina Prospekt, dat is Russisch voor Avenue Katharina. Als bezoeker rondwandelen op de expo is dan ook een beetje in de huid kruipen van Vandevorst en Arickx die voor het eerst langs de Russische boulevards flaneren. “Katharina Prospekt is een verhaal van impressies”, zegt Filip Arickx. “Van eerste, kinderlijke impressies zelfs. Hopelijk wordt de bezoeker daarbij even enthousiast als wij, die eerste keer. Het beeld dat ik vroeger van Moskou had was er een van brede rechtlijnige boulevards, grote, grijze, vierkante woonblokken en mensen die voorovergebogen en dik gekleed rondschuifelen. Daar zit ook schoonheid in, zeker, maar de sfeer leek me toch grauw en ik definieerde mezelf altijd eerder als een palmbomen-en-zee-type. Maar toen bleek Moskou ineens te bulken van licht. Immense casino’s en een massa neonopschriften in helle kleuren en in dat prachtige cyrillische alfabet. Het beeld dat ik had klopte wel, maar was niet volledig zonder een Las Vegas-saus erover.”

Het is met die blik, van iemand die alert en nieuwsgierig, voor de eerste keer door de Moskouse straten stapt, dat het duo de tentoonstelling samenstelde. Geen al te diepgravende historische analyses dus. Vooral kijken en voelen. “In het MoMu primeert nu eenmaal het visuele”, zegt An Vandevorst. “Het ligt trouwens absoluut niet in onze aard om te ‘onderwijzen’ of om analyses te maken van vervlogen tijdperken als inspiratiebron voor onze collecties. Ons gaat het echt om beelden, om impressies en het gevoel dat die opwekken. Zo ook de tentoonstelling.”

Verboden kast

Behalve relevante stukken uit hun eigen collecties, toont Katharina Prospekt vooral voorwerpen en kostuums uit de historische collectie van het State Historical Museum in Moskou. Die gingen Filip en An selecteren tijdens een driedaagse zoektocht in het museumarchief. “En wat een archief”, lacht Vandevorst. “Immens gewoon. Al kregen we absoluut geen carte blanche van de conservators, twee oude vrouwen die als kloekhennen de kasten bewaakten. De dames waren dan ook duidelijke, gedetailleerde aanvragen gewend. Jurken voor hofdames uit dat tijdperk en die regio, bijvoorbeeld. ‘Wat zoeken jullie toch ?’ vroegen ze ons voortdurend. ‘Dat weten we zelf nog niet’, probeerde ik dan. ‘Toon ons wat je hebt, zet die kasten open, ons interesseert álles.’ Dat vonden ze maar vreemd. Ook moffelden ze elk kledingstuk met een scheurtje of vlek angstvallig weg. Terwijl net die stukken ons interesseerden. Die hebben gelééfd, dragen een verhaal. Pas de derde en helaas laatste dag zijn ze ontdooid. Toen mochten we eindelijk zowat alle kasten opentrekken. Zo ontdekten we heerlijke lingerie en een ‘verboden’ kast van de sovjetperiode. Daarin hebben we onder meer een voetbaltruitje gevonden met Stalin erop.”

Cliché is cliché

Bij de selectie en de samenstelling van de expo wou A.F. Vandevorst niet met een wijde boog om de clichés lopen. Integendeel, ze zijn prominent en in uiteenlopende gedaante aanwezig. “Clichés horen er onlosmakelijk bij”, meent Arickx. “Ze blijken trouwens effectief in het Russische straatbeeld aanwezig. En zijn vaak ook heel knap. Neem de matroesjka’s, die poppetjes die verschillende kleinere poppetjes in zich dragen. In het laatste deel van de tentoonstelling presenteren we enkele etnische kostuums uit Noord- en Zuid-Rusland in een veld van houten matroesjka’s : dat levert een heel mooi beeld op. Matroesjka’s zijn dan wel enorm gepopulariseerd en dus in principe not done, maar eigenlijk zijn het prachtige objecten met een rijk folkloristisch verleden en een mooie, gezellige vorm. Clichés hebben vaak een diepere bodem dan we hen toedichten. Ze hoeven niet automatisch fout te zijn.”

Daarom dus ook maar meteen een kanjer van een gemeenplaats aan het begin van de tentoonstelling : het militaire uniform, dat prompt een sovjettoon zet. Authentieke militaire uniformen uit de sovjetperiode staan er in typische glazen Oostblokloketten broederlijk gepresenteerd naast ontwerpen uit de vorige wintercollectie van A.F. Vandevorst. Broederlijk, al staan de logge coupes en onaangename zware sovjetstoffen wel in schril contrast met de strakke snit en soepele materialen van de ontwerpers. “Wat mij zo fascineert aan uniformen,” zegt Vandevorst, “is hun vermogen om macht te geven aan de drager. Niet dat ik dat goedkeur, maar het feit op zich boeit mij mateloos. Of je nu een crimineel bent, of Jan met de pet, trek een uniform aan met gouden knopen, en je dwingt respect af. Het uniform identificeert je ook. Iedereen herkent meteen je functie, het is universeel. Of kijk naar het schooluniform : daar maakt het je dan weer net gelijk voor de wet. Daar is ook de hele sovjetcultuur op gebouwd. Zoals die sjaals die sovjetvrouwen massaal rond het hoofd knoopten : iedereen gelijk, iedereen arbeider. Op die sjaals stond overigens vaak politieke propaganda gedrukt. Heel interessant, we besteden er in de expo dan ook uitgebreid aandacht aan. Het uniform is een heel breed gegeven en je kunt er ontzettend veel mee doen. In de ronde zaal laten we militaire uniformen zien uit de tsarenperiode, de negentiende eeuw dus. Ook daar : zware, logge kledij en onpraktische hoofddeksels die de drager vooral hoogst impressionant en angstwekkend moesten maken.”

Bont in alle maten

En na de uniformen, het bont. In het tweede deel van de expo is bont in uiteenlopende maten en gewichten verzameld. Van bonten jarretelles tot een bonten versie van het hamer-en-sikkelsymbool. Dat laatste blijkt een werk uit de sots art-periode, zowat de Russische tegenhanger van de popart. Vandevorst : “Tijdens de sovjetperiode bloeiden ook in Rusland enkele hardnekkige undergroundscenes, zoals die van de sots art. Die hielden ervan om de sovjetsymbolen uit te dagen. Zoals bij dit werk : hét symbool van de sovjet gehuld in zijn grootste cliché.”

Opvallend hier is ook het kunstwerk Animal van Edward Lipski, een uit bonten vellen samengestelde buffel, en vooral de fotoreeks Second Life van de Moskouse kunstenares Olga Chernysheva. Zij ging de straat op in Moskou en fotografeerde tal van Russische vrouwen op de rug. Resultaat : keer op keer nagenoeg hetzelfde beeld van een dikke wandelende bontjas die bijna naadloos overloopt in een knoert van een bontmuts. Vandevorst : “Het lijken bijna beren, niet ? Dit werk van Chernysheva hadden we enkele jaren geleden gezien in het Russische paviljoen op de Biënnale van Venetië. Ik vond het meteen erg sterk. En nu zeker, nu ik zelf gezien heb hoe in Rusland iederéén tijdens de winter in bontjas loopt. Met dit onderdeel van de expo wilden we de verschillende gedaanten van bont laten zien. De esthetische, met onder andere eigen ontwerpen, mutsen van Jean-Paul Gaultier en materiaal uit het MoMu-archief, maar inderdaad ook die alledaagse functionele gedaante die primeert in Rusland. Daar gaat het niet meer om status of om ethische kwesties en dierenrechten. Het gaat er louter om warmte, bescherming. Hun bontjas, dat is ons lederen schoeisel. Even evident.” “Let wel,” komt Arickx tussen, “we willen hier allesbehalve belerend doen, of de discussie aanwakkeren, of wat dan ook. Het gaat ons gewoon om bont. En de verschillende gezichten ervan. De bezoeker trekt er zelf maar de conclusies uit die hij wil.”

Couveuses als vitrinekast

En ook lingerie heeft op zijn zachtst gezegd uiteenlopende gezichten. Dat bewijst het lingerieonderdeel van de expo, waar een aantal sprekende Russische niemendalletjes te zien zijn. Zoals die enkele opmerkelijke gebreide en geborduurde zijden kousen, een rist onderbroeken, en zelfs – dat beweren ze toch in het State Historical Museum – Ruslands eerste beha. Dat A.F. Vandevorst niet van Rusland zou terugkeren zonder een stevige poot lingerie, dat hadden we kunnen voorspellen. Nylons, jarretelles en ondergoedsetjes waren er in hun collecties van bij het begin. Zo droegen modellen al op de eerste defilés A.F. Vandevorst-lingerie. Weliswaar ónder hun outfit, bij de meesten was de pikanterie dus zelfs niet eens zichtbaar. Maakte niet uit, een princiepskwestie.

Nee, oppervlakkigheid hoeven Arickx en Vandevorst nu eenmaal niet. Dat blijkt overigens ook uit de scenografie van Katharina Prospekt. Die is minutieus verzorgd en sluit aan bij A.F. Vandevorsts geliefde biotoop : oude, kale ziekenhuizen. Weer iets dat blijkbaar goed uitkwam bij het barre Oostblokthema. Net zoals in hun eigen kantoor in de Antwerpse dokken, waar ook nog een oud ziekenhuisbed de ruimte siert, werden de muren voor de expo geverfd in wit met een onderband vanille. Sober en onopvallend, maar wel ondersteunend en relevant, zowel voor de rol van de curators als voor het onderwerp. En het ziekenhuisthema bleek ook welkom voor de presentatie. De meeste ontleende stukken van het Moskouse museum moesten immers verplicht achter glas verdwijnen. “Glazen vitrines heeft het MoMu niet, en dat zagen we sowieso niet zitten”, zegt Vandevorst. “Van de nood een deugd maken dus maar. Vandaar de presentatie in onder meer glazen couveuses, maar ook in die typische glazen Oostblokloketten.”

Zes maanden is een eeuwigheid

Katharina Prospekt loopt nog tot begin februari. Een groot verschil tussen het kortverhaal van de catwalk – een haastige vijftien minuten – en deze stevige roman van zes maanden in een museum ? Arickx : “De voorbereiding en werkwijze waren net dezelfde als die van onze defilés : gezamenlijk freewheelen, uitgebreid discussiëren, bijschaven, aanvullen… Het doel is tenslotte hetzelfde : een specifieke sfeer zo goed en intens mogelijk neerzetten. Het technische verhaal was voor de expo misschien wel iets complexer. Maar het enige echte, en tegelijk grote verschil zit inderdaad in de duur van het uiteindelijke resultaat. Bij onze defilés kampen we bijna altijd met een is-het-echt-alweer-gedaan-gevoel ? Al dat maandenlange werk, en dan het hoogtepunt : amper een kwartier. Vandaar : zes maanden, dat is voor ons een eeuwigheid. Een heel modeseizoen lang. Wat een luxe.”

Guinevere Claeys

Het is met die blik van iemand die alert en nieuwsgierig, voor de eerste keer door de Moskouse straten stapt, dat het duo A.F. Vandevorst de tentoonstelling samenstelde. “Clichés zoals uniformen, bont en matroesjka’s horen er onlosmakelijk bij. Ze blijken trouwens effectief in het Russische straatbeeld aanwezig en zijn vaak ook heel knap.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content