Een mijlpaal van de architectuur met een schitterend en zo goed als intact interieur : La Maison Carré is een totaalproject dat de vermaarde Fin Alvar Aalto realiseerde voor een Franse kunsthandelaar. Tegenwoordig kun je de woning bezoeken, op een boogscheut van Parijs.

La Maison Carré werd gebouwd door de destijds vermaarde Parijse kunsthandelaar Louis Carré en zijn echtgenote Olga. Carré verkocht voor en na de oorlog werk van ronkende namen als Pablo Picasso, Fernand Léger, Raoul Dufy en Franz Kupka.

Ook Le Corbusier kende hij goed, en hij exposeerde hem al voor de oorlog. Hij hield evenwel niet van diens ‘betonstijl’, zegt de IJslandse kunsthistorica Asdis Olafsdottir, conservator van de museumwoning. In 1956 ontmoette Louis Carré op de Biënnale van Venetië Alvar Aalto, met wie het meteen klikte. Ze werden vrienden voor het leven. “Aalto was een veel zachtere persoonlijkheid die erg veel hield van natuurlijke vormen en materialen, zoals hout. Zijn grootvader was trouwens boswachter. Hij hield ook van maatwerk en was niet zo tuk op industrieel design. De katholieke Breton Carré voelde niets voor het te strenge, protestantse modernisme à la Le Corbusier. Hij was een levensgenieter, net als Aalto. Bij het ontwerpen dacht die laatste altijd aan de mensen die in zijn huis moesten wonen, hij wilde niet zomaar een stijl opdringen. Kijk maar eens naar de keuken en het bureau : heel praktisch en aangenaam allemaal”, aldus Asdis Olafsdottir.

Een jaar voor hun ontmoeting had Louis Carré grond gekocht in het gehucht Bazoches-sur-Guyonne, bij Montfort l’Amaury, waar nogal wat kunstenaars en rijkelui woonden. Hij deed dat op aanraden van zijn vriend Jean Monnet, een van de stichters van de EEG, die zijn nieuwe buur werd. Carré wilde een villa met kunstgalerij, waar hij samen met zijn vrouw Olga zou gaan wonen. De bouw ving aan in 1956 en was in 1961 voltooid. Na de dood van haar man in 1977 bleef Olga hier nog wonen tot ze in 2002 stierf, waarop de Finse staat het geheel kocht om als museumwoning dienst te doen. Doordat de villa nog niet werd gerestaureerd, is dit een droomplek voor architectuur- en designliefhebbers. Je krijgt er de indruk dat de bewoners er nog leven, want alles bleef zoals het was, tot de parfumflacons en de persoonlijke spullen in de laden toe. Alleen de originele schilderijen van beroemde kunstenaars hangen er niet meer.

Open huis

Tegenwoordig staat het huis in een bos, maar vroeger was dit een kale heuvel. Aalto heeft de woning van binnen naar buiten ontworpen, ze is binnen ook mooier dan buiten. Hij besteedde veel aandacht aan de lichtinval, het uitzicht en de multifunctionele inhoud. Je komt binnen in een hoge hal aan de noordzijde, waarvan het golvende plafond bekleed werd met rode grenen uit Lapland. Deze zoldering was de handtekening van Aalto, die je in veel van zijn projecten ontdekt. De hal was meteen ook de huisgalerie van Carré. Daarachter ligt de bibliotheek van de kunsthandelaar, die helemaal werd afgewerkt door Finse timmerlieden. De centrale ligging van deze ruimte bewijst hoe belangrijk ze wel was. Hier trok Carré zich graag terug voor overleg met kunstenaars en verzamelaars. Doordat het terrein helt, ligt de eigenlijke woonruimte lager, met zicht op de tuin. De slaapkamers aan de achterkant van de woning zijn veel soberder. De keuken is groot, handig en vrij gezellig. Zeker vergeleken met de zakelijke en laboratoriumachtige kookplekken van modernisten als Rietveld en Le Corbusier. Je merkt dat Louis en Olga Carré echte Fransen waren die graag partijtjes gaven met royaal gedekte tafels.

Alvar Aalto heeft de woning niet alleen ontworpen, ook zijn vrouw Elissa, zelf architect, werkte mee. Volgens Asdis Olafsdottir is ze verantwoordelijk voor heel wat details. Indirect werkte zelfs zijn eerste vrouw mee, de glaskunstenares Aino Aalto, die in 1949 overleed. Samen met haar richtte Alvar Aalto in 1935 immers de firma Artek op, die hun glas, textiel, verlichting en meubels produceerde. In La Maison Carré vind je de hele collectie terug, met inbegrip van enkele speciaal voor deze woning ontworpen lampen. Het interieur verraadt duidelijk de ietwat oosters getinte stijl van de Aalto’s, wat je onder meer merkt aan de integratie van de natuur, het gebruik van hout, de asymmetrische composities en de schuifdeuren met Japans papier. Het geeft de woning iets van een meditatieve ruimte waarin het gezellig toeven is.

Maison Louis Carré, 2 Chemin du Saint-Sacrement ,78490 Bazoches-sur-Guyonne, www.maisonlouiscarre.fr. Het museum sluit van december tot februari.

Voor info : www.ville-montfort-l-amaury.fr

Door Piet Swimberghe – Foto’s Jan Verlinde

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content