FINLAND ZENLAND

Spitaalijärvi. Volgens de overlevering is het meer gevuld met lepramedicijn. © IGNACE VAN NEVEL

Land en water, water en land : fietsen tussen de Finse meren en eilandhoppen op de Baltische Zee. Snelheid is volstrekt uit den boze.

De sauna staat heet, wilt u die meteen gebruiken of liever na het eten ?” Tot driemaal toe worden we zo verwelkomd in een B&B. Finnen zijn helemaal niet zo stuurs en stug als in de verhaaltjes. Maar ik loop vooruit op de feiten, eerst moet er gestapt en gefietst worden, een zevendaagse tocht van Isojoki naar Ruovesi. Dat hele gebied lag in de provincie West-Finland, tot in 2010 de zes provincies werden afgeschaft, nu zijn er negentien regio’s. In die logica trekken we van Etelä-Pohjanmaa naar Pirkanmaa, dat klinkt alvast exotischer.

We worden wakker in een ruime blokhut midden in een sparrenbos. Gisteravond heeft Heikki Susiluoma, de lokale partner van Zuiderhuis, ons hierheen gereden vanuit Tampere. De fietsen zullen we twaalf kilometer verderop vinden, naast de uitkijktoren van Lauhanvuori Nationaal Park. We stappen door dichte begroeiing, over een verend matras van mos. De gps bewijst al meteen zijn nut : de paden zijn net zo overwoekerd als de rest van het bos. En onder mos schuilt het moeras. We naderen een heuvel. In voormenselijke tijden was dat een eiland, de gigantische strook kale keien – tot acht meter dik – was de kustlijn. Zonder vlonder zou de oversteek van Kivijata (Duivelsveld) een lelijke potenbreker zijn, nu is het een fotomoment. We klimmen hoger, en zien de begroeiing diverser worden. Uit kleine bronnen borrelt drinkbaar water, we laten het ongemoeid zijn weg zoeken naar de brabbelende riviertjes.

Het meer Spitaalijärvi ligt volledig ingesloten in het bos. Niets verbreekt de stilte. Een zwemmer schuift traag van oever naar oever. Dit is de ideale plek voor een zenpicknick : langzaam kauwen, de zwemmer nastaren en van de zon genieten. Aan dit water werden ooit heilzame krachten toegedicht. Mensen uit de streek verkochten vrij lang flesjes aan rijke Russen, als medicijn tegen alle mogelijke kwalen, vooral tegen lepra. Volksgeloof of sinistere humor ? De Finnen hebben in elk geval een vrij hoog Monty Python-gehalte. Ze drinken alleen stevig op dagen die met een v beginnen, vrijdag en vandaag. Ze houden jaarlijks wereldkampioenschappen luchtgitaar spelen, vrouwen dragen, gsm’s gooien of moerasvoetbal. Er bestaat ook een film die ‘de waarheid over de Kerstman’ onthult. Daarin worden baardige wildemannen gevangen in het bos, opgesloten en afgericht tot kindervriend, om ten slotte in kartonnen dozen verscheept te worden naar de VS of Australië. Lichtjes wreedaardig, maar Fins.

Bij de afgesproken uitkijktoren pikken we de fietsen op en over brede, onverharde wegen door de bossen zetten we koers naar Karvia. De bermen bereiden zich voor op de nazomer. Distels offeren hun zaadpluisjes aan de wind. De peulen van de uitgebloeide lupinen schroeven open van de warmte. Kniehoge lijsterbesjes dromen van een respectabele kruin. Een eenzame populier fluistert wat in zichzelf. Van de wilgenroosjes zijn alle roze bloempjes uitverteld. In de buurt van Karvia verandert het landschap. Veenpoelen werden gedraineerd om landbouw mogelijk te maken.

In Loma-Raiso, bij Karvia, worden we hartelijk verwelkomd door Kirsti en Esa. Zij leidt met moederlijke warmte de B&B. Esa is relatief nieuw in huis, na vijftig jaar was hij haar, zijn jeugdliefde, toevallig weer op het spoor gekomen. Allebei spreken ze enkel Fins, maar als er buitenlandse gasten zijn, komt dochter Marja helemaal uit Helsinki om te vertalen. Bovendien beeldt Esa alles zo perfect uit dat ik zonder probleem kan volgen als hij acteert dat Loma-Raiso sinds kort verwarmd wordt met een hydrothermaal systeem. Het warme water wordt van 150 meter diep opgepompt. Vroeger hadden ze hier achtduizend liter stookolie per winter nodig. En terwijl hij de Duitse pompinstallatie aait, voegt hij er gesticulerend aan toe : beter voor het milieu en voor de portemonnee. Het Fins mag dan onverstaanbaar zijn, niet alle Finnen zijn dat.

Er arriveren nog meer gasten, drie mannen en een vrouw in een busjes vol netten, meettoestellen en plastic flessen. Zij komen het visbestand in de streek controleren. Elk meer en iedere rivier krijgt om de drie jaar een beurt. De visvariëteit en het gemiddelde gewicht geven een beeld van de waterkwaliteit. Het Land van de Duizend Meren (wie kan tellen komt boven de 180.000 uit) neemt de milieunormen zeer strikt. In deze streek moet de turfindustrie opdraaien voor de inspectiekosten.

Na een uitgebreid ontbijt met donker brood, bessen, yoghurt en pannenkoekjes “volgens een oud, Russisch familierecept”, beginnen we aan de koninginnenrit naar Parkano, 75 kilometer fietsen en onderweg 5 kilometer wandelen. De gravelpaden en zandwegen lopen tussen berken- en naaldbossen en bomenakkers. Dat onderscheid is opvallend, in die plantages hebben alle sparren dezelfde leeftijd, de kerstbomen variëren van tafelmodelletjes tot grotemarktexemplaren. Normaal duurt het meer dan honderd jaar voor een spar volgroeid is, maar eeuwelingen vind je alleen in echte bossen, deze bomen gaan rond hun tachtigste voor de bijl. Dat moet de traagst mogelijke landbouw zijn : de kleinzoon van de planter oogst.

KROONJUWEEL

Aan het natuurgebied Alkkianvuori wacht een wandellus. Over keien en rotsblokken klauteren we hoger en hoger, tussen sprookjesachtige mosformaties in alle schakeringen van groen, wit, geel en zelfs roze, langs hele paddenstoelennederzettingen op rottende boomstronken, over en onder omgevallen naaldbomen. De paar panoramaplekken bieden een vogelperspectief over de kruinen. Dit juweeltje behoorde in de zestiende eeuw tot de Zweedse kroon, nu is het Fins staatsbos. We volgen de rode markeringen en passeren tientallen infoborden over beestjes, planten en vogels, helaas uitsluitend in de taal van de Kerstman.

Terug in het zadel, richting Parkano. De weg slingert langs meren en meertjes, alle oevers zijn ingenomen door berken en vakantiehuisjes. Alsof alle Finnen hier hun zomeroptrekje hebben. Parkano is iets groter dan de dorpen die we al gepasseerd zijn, het noemt zich zelfs stad. In Hotel Pesti krijgen we alle informatie over de eetmogelijkheden in de stad, lees ik in de routebeschrijving. De man achter de balie weet wat van hem verwacht wordt : hij legt uit waar we het enige restaurant kunnen vinden : Ravintola Parooni. We hebben de hele gelagzaal voor onszelf, tot Kevin en Klaas de trap afdalen, de twee jongens uit het Leuvense die dezelfde Zuiderhuistour rijden, zij het iets sneller. De kaart ontcijferen duurt lang als je honger hebt. De drank kiezen gaat sneller : een Karhu, het Finse bier met de schrikwekkende berenkop als logo, is overal de beste koop.

Op de voorlaatste fietsdag staat Nationaal Park Seitseminen centraal, een 45,5 vierkante kilometer groot bos met sparren die tot vierhonderd jaar oud zijn. Van de bewoners – marters, uilen, spechten en kleine vliegenvangers – geen spoor, tenzij in de vitrines van het moderne infocentrum. Een solofietser staat er te twijfelen tussen twee opties : hier zijn lunch bereiden of doorfietsen naar een volgende picknickplek met barbecue. Hij zoekt het antwoord in de imposante zwarte wolken, trekt zijn regenponcho aan en verdwijnt tussen de druppels.

De eindbestemming vandaag is aardbeiboerderij Särkilammin Marjatila. Dat klinkt goed, helaas is de oogst voorbij. Russische seizoenarbeidsters verdwijnen schichtig naar hun optrekje in de nok van de schuur. Ook hier staat de sauna heet, de kachel wordt gestookt met berkenhout en het frisse meer ligt binnen loopafstand. Een uur later zet gastvrouw Merita een royale maaltijd op tafel in haar opvallend chique woning. Aardbeien kweken blijkt hier een zoet inkomen. Ze vertelt hoe haar drie blonde zoontjes elke ochtend achttien kilometer verderop naar school gaan : ze worden gratis opgehaald, in de meest afgelegen streken heeft de overheid de schoolbussen vervangen door taxi’s. Voor hun middelbaar onderwijs moeten ze straks vijftig kilometer van huis.

HET MEER VAN DE HEL

Op de parkeerplaats van Helvetinjärvi (letterlijk het Meer van de Hel), ons vierde nationaal park, trekken we definitief de remmen dicht. Hier rest nog een pittige staptocht. Door eeuwenoude bossen kronkelt het pad de heuvel op, alweer voorzien van uitstekende boomwortels en glibberige rotsblokken, tot we voorbij een nauwe kloof bij de overhangende rots boven het meer belanden. Ik had me de hel niet als een idyllische, zonovergoten ansichtkaart voorgesteld. Op de Parking van de Hel komt een taxi de Vlaamse stapfietsers ophalen voor de transfer naar Peltomaa, bij Ruovesi. Maria, ooit lerares Engels, staat ons op te wachten en geeft trots een rondleiding. Driehonderd jaar geleden hakten haar voorvaderen hier de eerste boerderij van de regio uit het woud. Behalve haar drie stijlvolle kamers met antieke meubelen heeft ze diep in het bos ook een feestzaal voor trouwers in de aanbieding. Daar kunnen wij niets mee beginnen, begrijpt ze, maar die hete sauna gaan we toch niet afslaan ?

TEKST EN FOTO’S IGNACE VAN NEVEL

Kilometers vlonderpaadjes maken de Nationale Parken toegankelijk

Mossen in alle schakeringen van groen, wit, geel en roze

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content