REVANCHE

Na het fiasko “Even Cowgirls Get the Blues” was Gus Van Sant ons een revanche schuldig die we met “To Die For” dan ook hebben gekregen. In deze gitzwarte komedie speelt Nicole Kidman een jonge vrouw uit een provincienest, die droomt van een carrière bij de televisie. Ze begint met het prezenteren van het weerbericht bij een lokaal kabelstation, maar wil het duidelijk veel verder schoppen. Snugger of opvallend getalenteerd is ze niet, maar ze heeft precies wat vereist is om haar doel te bereiken : de bereidheid om over lijken te gaan, zelfs dat van haar kneuterige echtgenoot (Matt Dillon) die haar ambities in de weg staat. Joaquin Phoenix (broer van River) is één van de moedeloze, kwetsbare tieners die ze verleidt en gebruikt in haar ongebreideld verlangen naar sukses. Nicole Kidman, voor de gelegenheid opgetut als een Ann-Margret in haar goede jaren, openbaart reëel satirisch talent in haar portrettering van een vrouw, die met ijselijke hardnekkigheid haar doel nastreeft zonder dat ze daarbij ooit haar aura van de “all-American girl” verliest.

“To Die For” is ook een film, die langs de neus weg pertinente zaken vertelt over een maatschappij verslaafd aan mediaroem en gefascineerd door telegenieke kriminaliteit. De venijnige satirische toon verraadt vooral de persoonlijkheid van scenarist Buck Henry (“The Graduate”, “Catch 22”), die zich hier baseerde op een roman van Joyce Maynard. De film is clever en speels opgebouwd in een pseudo-reportagestijl, die met sukses de “reality shows” parodieert.

* * * “To Die For” van Gus Van Sant, met Nicole Kidman, Matt Dillon, Joaquin Phoenix, Alison Folland.

INTERAKTIES

De uit Hongkong afkomstige regisseur Wayne Wang keert na zijn Hollywood-uitstapje “The Joy Luck Club” terug naar zijn bescheiden beginjaren als onafhankelijk filmer. “Smoke” is een in Brooklyn spelende cerebrale karakterkomedie, geschreven door de Amerikaanse romancier Paul Austen. Het lijkt wel alsof een aantal kortverhalen op een ingenieuze manier in elkaar gedraaid werden. Dank zij grappige spelingen van het lot ontstaan tussen de personages allerhande onverwachte toenaderingen, onthullende relaties en interakties. Elk van hen krijgt vroeg of laat te maken met een papieren zak waarin 5814 dollar zit. Biezonder knap is de ongedwongen toon : het vloeit allemaal moeiteloos in elkaar over en nooit zijn we ons bewust van de opgelegde struktuur.

Er zijn vijf hoofdpersonen : de baas (Harvey Keitel) van een sigarenwinkel, die als centraal decor en ontmoetingsplaats dienst doet ; zijn ex-vriendin (Stockard Channing), die hem komt melden dat hij een hoogzwangere dochter heeft die in nood verkeert ; een schrijver (William Hurt), die sinds de gewelddadige dood van zijn vrouw geen letter meer op papier kreeg ; een zwarte weesjongen (Harold Perrineau Junior), die voortdurend van identiteit wisselt en op zoek is naar de vader (Forest Whitaker), die al heel vroeg uit zijn leven verdween. Het ensemble akteren is schitterend en vooral Keitel, specialist in gewelddadige karakters bij wie een steekje los zit, verrast met een zeldzaam zachtmoedige en innemende vertolking.

Wang en Auster vonden het materiaal van “Smoke” zo boeiend dat ze er nog gauw een tweede film uit puurden, het vluggertje “Blue in theFace”. Deze tweede film wordt jammer genoeg pas volgend jaar in de Belgische bioskopen verwacht de twee films kunnen inderdaad los van elkaar worden bekeken, maar ze snel na elkaar bekijken, verdubbelt alleen maar het plezier.

* * * “Smoke” van Wayne Wang, met Harvey Keitel, Stockard Channing, William Hurt, Harold Perrineau Junior, Forest Whitaker.

VIDEO TRANSPOSITIE

De klassieke aktie-western “The Magnificent Seven” uit 1960 is in feite een transpositie van Akira Kurosawa’s “De Zeven Samoerai”. Waarmee de cirkel dan ook rond is, want de Japanse grootmeester was op zijn beurt al geïnspireerd door het Amerikaanse genre bij uitstek.

Ouderwetse jongensachtige cinemapret is gegarandeerd met deze kranige avonturen van zeven huurlingen, die een klein Mexicaans dorpje tegen woeste plunderaars beschermen. Een kale Yul Brynner is de in ’t zwart gehulde revolverheld, die niet zonder moeite een stelletje outcasts rekruteert en ze dan opleidt en aanvoert in de strijd tegen de grijnslachende bandietenleider (Eli Wallach). Een reeks sterk getypeerde akteurs zorgt ervoor dat elk personage een volwaardig karakter wordt. Hun individuele verschillen en antagonismen geven de nodige spanning aan de groepsdynamiek ; samen geven ze een veelzijdige visie op moed en heldendom in een Far West waar goed en kwaad ongekompliceerd lijnrecht tegenover elkaar staan.

John Sturges, een vakman die zijn sporen in het westerngenre verdiende zonder echt van een grote persoonlijkheid te getuigen, (“Gunfight at O.K. Corral”, “The Law and Jack Wade”) dient de lenige aktie op in uitgebalanceerde breedschermkomposities, die door de herkadrering voor het videoformaat helaas wel totaal vermassacreerd werden. Wie tenvolle van de pikturale en dramatische finesses wil genieten, moet een “widescreen”-versie proberen op de kop te tikken.

Elmer Berstein schreef voor deze prent een van zijn meest meeslepende scores.

Zes van de zeven huurlingen werden bekende tot beroemde sterren : Brynner, Steve McQueen, Horst Bucholz, James Coburn, Charles Bronson, Robert Vaughn. De enige van wie we niet veel meer hoorden, is Brad Dexter, de akteur die dan ook steevast vergeten wordt in Robbe De Herts favoriete filmkennis-test : “Geef de namen van alle akteurs die de zeven huurlingen spelen”.

* * * “The Magnificent Seven” (MGM/UA Home Video).

CARTOON

Anno 1968 was “The Charge of the Light Brigade” één van de meest katastrofale produkties van de Britse regisseur Tony Richardson : de vernietigende afwijzing van de filmkritiek en de apatie van het publiek liepen volledig synkroon. De laatste jaren is deze prent, over een fatale militaire miskleun van de Engelsen tijdens de Krimoorlog, aan een herwaardering toe. Deze film lijkt vooral opgezet als een ontluistering van de beroemde Hollywoodversie uit 1936, die gebaseerd was op een heldendicht van Tennyson, de aktie verplaatste naar de Indiase grens en vooral de romantische perikelen tussen Errol Flynn en Olivia De Havilland breed uitsmeerde. Richardsons ontnuchterende kijk op de wapenfeiten kadert perfekt in de antimilitaristische en anti-autoritaire geest van de late jaren zestig en is formeel een typisch produkt van de Swinging London-modetrend wat de film nu erg gedateerd maakt. Toch blijft de historische rekonstruktie erg fantazierijk en wordt Victoriaans Engeland met snijdende cartoon-humor in zijn hemd gezet. Het verhaal is echter chaotisch opgebouwd. Richardson geeft blijk van een even groot gebrek aan helderheid als de verwaande militaire bevelhebbers die hij voor schut zet. Het meest geslaagd blijven de scherpzinnige animatie-interventies van Richard Williams het lijken wel tot leven gewekte pagina’s uit een Victoriaanse “Punch”. De indrukwekkende rolbezetting wordt aangevoerd door Vanessa Redgrave (toen de echtgenote van de in 1991 aan aids overleden regisseur), John Gielgud, Harry Andrews, Trevor Howard, Jil Bennett en David Hemmings.

* * “The Charge of the Light Brigade” (MGM/UA Home Video).

TELEX

– De vertoningen in het Brussels filmmuseum zijn maar het topje van de ijsberg, ze zijn het uitstalraam van een van de meest begeerde filmverzamelingen ter wereld. Ter gelegenheid van het eeuwfeest van de film wordt in de maand december een van de belangrijkste taken van het Koninklijk Filmarchief in de kijker geplaatst : het restaureren van het celluloid dat ongeacht de drager altijd door ontbinding wordt bedreigd. De hele maand lang is het resultaat te bewonderen van het restauratiebeleid van de laatste vijf jaar. Op het programma onder meer een zeldzaam werkje van Frank Borzage, “Billy Jim” ; “Symbol of the unconquered” van de eerste zwarte Amerikaanse kineast Oscar Micheaux ; en vooral alle bewaard gebleven films van Alfred Machin, grondlegger van de Belgische en Nederlandse cinema. tel. (02) 507.83.70.

– Nog tot 16 december loopt in Galerij Bortier (Magdalenasteenweg 55, Sint-Jansstraat 17-19, 1000 Brussel) een expositie van Belgische filmaffiches uit de jaren twintig. De tentoonstelling is toegankelijk elke dag (behalve zondag) van 11 tot 18 uur.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Kidman en Phoenix in “To Die For” : telegenieke kriminaliteit.

Whitaker en Perrineau Jr. in “Smoke” : speling van het lot.

Belgische filmaffiche uit de jaren twintig.

TOP 10

1. The Wild Bunch : “Director’s Cut” van het meesterwerk van Sam Peckinpah èn een van de grootste westerns uit de geschiedenis.

2. The Usual Suspects : meesterlijk manipulerende thriller van verbazend nieuw talent Bryan Singer.

3. Before the Rain : fatalistisch drieluik van de Macedoniër Milcho Manchevski over broedermoord en burgeroorlog in de Balkan.

4. To Die For : zie bespreking.

5. Smoke : zie bespreking.

6. Clockers : indringende milieustudie van Spike Lee over survival van jonge zwarten in verpauperde binnensteden.

7. The Doom Generation : helse “road movie” vol provocerend comic-stripgeweld van guerrilla-filmer Gregg Araki.

8. Jade : door William Friedkin knap geregisseerde thriller over seksueel en politiek verderf in de high society van San Francisco.

9. Living in Oblivion : scherpzinnige satire van Tom DiCillo over nachtmerries van onafhankelijk low budget-filmer.

10. La Flor de mi Secreto : aandoenlijk melodrama van een zeldzaam ingetogen Pedro Almodovar.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content