LIBIDO

Hollywoods best betaalde scenarist Joe Eszterhas berijdt in “Jade” opnieuw zijn stokpaardje : zijn favoriete motief van de mannelijke angst voor het vrouwelijke libido. Bij Eszterhas voelen mannen zich onweerstaanbaar aangetrokken tot vrouwen van wie ze niet goed weten of ze hen nu willen verwennen of vermoorden. Het dubbelhartige kreatuur wordt in deze film van William Friedkin gespeeld door de prachtige Linda Fiorentino, die de ongelofelijk cynische femme fatale speelde in “The Last Seduction”. In “Jade” krijg je minder makkelijk vat op haar raadselachtig personage. Overdag is Trina Gavin een klinisch psychologe, maar in haar nachtelijke vrije uurtjes blijkt ze een luxehoer te zijn, wier smachtende SM-standjes met verdoken videocamera worden geregistreerd. Ze is getrouwd met een amorele rijkeluisadvokaat (Chazz Palminteri) uit San Francisco en is de gewezen vriendin van de assistent officier van justitie David Corelli (David Caruso), belast met het onderzoek naar de gruwelijke moord op een lokale miljardair. Het slachtoffer verzamelde het schaamhaar van zijn veroveringen in zilveren doosjes. Een van die trofeeën is voorzien van een inskriptie met het Chinese symbool voor jade (deerne) en vormt volgens Corelli de sleutel tot het moordmysterie.

Het spoor leidt hoe langer hoe meer naar Trina Gavin, die als laatste het slachtoffer levend heeft gezien. Corelli moet zo goed mogelijk zijn job doen, zonder dat zijn nog niet uitgebluste liefde voor Trina en loyauteit aan zijn rivaal hem daarbij parten spelen. Het seksuele verderf gaat hand in hand met politieke korruptie, belichaamd door de boosaardige goeverneur Richard Crenna van wie kompromitterende foto’s worden ontdekt.

Voor wie de film neemt voor wat hij is een genre-oefening is “Jade” een knap voorbeeld van hoe een regisseur de beperkingen en het déjà vu-effekt van het basismateriaal met glans weet te overstijgen. Van bij de briljante openingsscène, zijn we overgeleverd aan een meester-regisseur. De camera sluipt rond in het opulente huis volgestouwd met orientaals en Afrikaans antiek van de playboy-miljardair, terwijl de rituele moord hoofdzakelijk middels geluidseffekten en onheilspellende schaduwen wordt gesuggereerd.

Friedkin dankt zijn faam aan de geruchtmakende car chase uit “The French Connection”, een antologiescène die hij later bijna evenaarde met het spookrijden op de freeway in “To Live and Die in L.A.”. “Jade” is een thriller over seksuele intrige die het meer moet hebben van deduktie, dialoog-konfrontaties en een geduldige ontrafeling van het moordraadsel. Maar zijn reputatie indachtig, pept Friedkin de aktie op met twee autoachtervolgingen waarin hij telkens optimaal gebruik maakt van het decor van San Francisco : eerst een variatie op de auto met de defekte remmen die over de heuvels van de witte stad dondert, daarna twee auto’s die door een kleurrijke Chinese nieuwjaarsparade scheuren. De virtuoze fotografieleider Andrzej Bartkowiak haalt het maximum uit de praalzuchtige decors van gerechtshoven, marmeren villa’s, musea, balzalen en selekte klubs. Hij hult de lokaties van de rijken en machtigen van de Bay Area in schimmige clair-obscurs, die het perfekte visuele ekwivalent zijn voor de morele schemerzone waarin de personages zich bewegen en de duistere seksuele impulsen die hen voortdrijven.

Zie interview met William Friedkin in Knack.

* * * “Jade” van William Friedkin, met David Caruso, Linda Fiorentino, Chazz Palminteri, Michael Biehm, Richard Crenna.

VERLOSSING

Komend na het beloftevolle regiedebuut “The Indian Runner” is de tweede film van akteur Sean Penn een halve ontgoocheling. “The Crossing Guard” is een intense studie van dronkenschap gekoppeld aan een geforceerde fabel over boetedoening en verlossing. Jack Nicholson speelt een man die drinkt omdat hij de dood van zijn dochtertje niet kan vergeten ze werd doodgereden door een dronken automobilist. Na vijf jaar hechtenis is de verantwoordelijke (David Morse) weer op vrije voeten. De vader heeft nog maar één doel : de man, die zijn hele wereld deed instorten, vermoorden. Van bij de parallel-montage waarmee de film opent, maakt Penn duidelijk dat beide mannen in hetzelfde schuitje zitten : de één is de gevangene van schuldgevoelens, de ander van wraakgevoelens.

Het verhaal is heel dun en simpel, en biedt vooral ruimte voor gedragsstudie en karakterontwikkeling. Nicholson is eens te meer briljant : de pijnlijke scènes met zijn ex-vrouw, gespeeld door Anjelica Huston, zijn extra memorabel omdat de twee akteurs zelf een jarenlange af-en-aan-verhouding hadden. Penn laat zijn behavioristische akteursnummetjes soms eindeloos uitwaaien, maar hij is helaas geen John Cassavetes en het echt of vermeend improvizerend akteren, staat haaks op de kunstmatige melodramatische struktuur die het materiaal wordt opgedrongen.

– “The Crossing Guard” van Sean Penn, met Jack Nicholson, David Morse, Robin Wright, Anjelica Huston.

ENTOMOLOGIE

In “Angels and Insects” trekt Philip Haas een aantal parallellen tussen de wereld van de insekten en die van de Victoriaanse landadel. Voor bewonderaars lijkt het resultaat op een kruising tussen Tennessee Williams en een Merchant-Ivory-kostuumfilm, maar die definitie doet deze verfilming van een speels intellektualistische roman van A.S. Byatt veel interessanter lijken dan hij in feite is. “Angels and Insects” is meestal erg houterig, stuntelig geakteerd en vooral vervelend.

De oersaaie Mark Rylance is een berooide, gereserveerde naturalist die na tien jaar veldwerk in het Amazonegebied een onderkomen vindt bij een predikant, die evenzeer gepassioneerd is door entomologie. Hij trouwt met de dochter des huizes, maar voelt zich hoe langer hoe meer geïsoleerd en buitengesloten, en vindt alleen soelaas in zijn werk. Tijdens zijn uitgebreide studie van een mierenkolonie ontdekt hij ook de duistere geheimen van de familie die hem adopteerde.

– “Angels and Insects” van Philip Haas, met Mark Rylance, Kristin Scott Thomas, Patsy Kensit, Jeremy Kemp.

VIDEO VERSLAVING

Het echtpaar Val Kilmer-Joanne Whalley-Kilmer speelt de hoofdrol in “Kill Me Again” (1989), de eerste film van John Dahl. Zoals zijn twee volgende films, “Red Rock West” en “The Last Seduction”, is het een eigentijdse “film noir” waarin de regisseur geijkte ingrediënten uit het genre met sukses up to date brengt. Met andere woorden : Dahl kent zijn hardgekookte James M. Cain-klassiekers, maar de variaties die hij daarop spint, hellen nooit te veel over naar derivatieve hommage. Zijn bescheiden genre-oefeningen kunnen rustig op eigen benen staan. De drie films vertonen trouwens een merkwaardige kontinuïteit : het gaat telkens om een kloeke vent die de dupe wordt van zijn seksuele verslaving aan een verraderlijke vrouw die alleen aan de poen denkt.

In “Kill Me Again” mooie titel trouwens voor een misdaadprent is Val Kilmer een man, Jack, die een duister geheim verbergt, aan lager wal geraakt en als privé-speurder aan de kost komt. Zodra hij Fay (Joanne Whalley-Kilmer) ontmoet, voelt hij nattigheid, en toch kan hij zich niet losmaken uit haar verleidelijke greep. Ze biedt Jack 10.000 dollar om haar te vermoorden, of liever haar dood te ensceneren zodat ze de tien miljoen dollar, die zij van de maffia stal, niet moet prijsgeven. De verliefde Jack droomt ervan zich met Fay terug te trekken, alhoewel hij in feite wel beter weet : “I think you’re a greedy, two-faced bitch and there’s no reason I should trust you but I want to. ” De held weet dus dat er met hem gesold wordt, maar kan het toch niet helpen. Niet dat hij kon vermoeden in welke benarde situaties hij zou verzeilen nu hij achternagezeten wordt door de maffia ; door de gewezen handlanger (Michael Madsen) van Fay, die evenzeer in ’t ootje werd genomen ; èn door de politie, die denkt dat hij Fay inmiddels spoorloos ook echt heeft omgebracht. De kronkelige intriges worden door Dahl met maximale helderheid en souplesse in beeld gezet en spelen zich grotendeels af in een bedrieglijk gezellig kleinsteeds Amerika (Winnemucca, Wyoming) dat tegelijk vertrouwen inboezemt en desolate wanhoop uitstraalt. Een beetje zoals de schilderijen van Edward Hopper waar zoveel “neo Noir” naar verwijst.

* * “Kill Me Again” (PolyGram Video).

PATRICK DUYNSLAEGHER

Fiorentino en Palminteri in “Jade” : morele schemerzone.

Nicholson en Huston in “The Crossing Guard” : gedragsstudie.

Kensit en Rylance in “Angels and Insects” : mierenkolonie.

TOP 10

1.

Il Gattopardo : welkome herneming van somptueus historisch fresko van Luchino Visconti uit 1963, met Burt Lancaster in de rol van zijn leven.

2.

Before the Rain : fatalistisch drieluik van de Macedoniër Milcho Manchevski over broedermoord en burgeroorlog in de Balkan. Gouden Leeuw op het Festival van Venetië.

3.

Clockers : middels het portret van een negentienjarige crackdealer die van moord wordt verdacht, brengt Spike Lee een indringende milieustudie over survival van jonge zwarten in de verpauperde Amerikaanse binnensteden.

4.

The Doom Generation : helse “road movie” vol provocerend comic-stripgeweld van guerrilla-filmer Gregg Araki.

5.

Jade : zie bespreking.

6.

Land and Freedom : didaktisch epos van Ken Loach over de Spaanse burgeroorlog.

7.

Living in Oblivion : wat een filmmaker van extreme low budget-films lijden kan, vormt het onderwerp van deze scherpzinnige satire van Tom DiCillo over de nachtmerries van een hippe regisseur.

8.

The Crossing Guard : zie bespreking.

9.

Pocahontas : ambitieuze, maar tamelijk frusterende Disney-tekenfilm waarin oude indianenlegende omgetoverd wordt tot een Amerikaanse versie van Romeo en Julia.

10.

Sister My Sister : Brits-Amerikaanse verfilming van toneelstuk over hechte band tussen twee zussen die als inwonende meid tewerkgesteld zijn en zich op barbaarse manier tegen hun werkgevers keren. Uitstekende vertolkingen van Joely Richardson en Jodhi May.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content