KOELBLOEDIG

In de kille aktie-thriller “Assassins” speelt Sylvester Stallone een huurdoder die ermee wil kappen en Antonio Banderas de jongere rivaal die hem uit de weg wil ruimen. De grote verrassing is hoe goed Stallone is en hoe slecht Banderas in zijn eerste schurkenrol. Let wel, Sly ontpopt zich niet tot een begenadigd akteur we moeten geen mirakel verlangen maar na een aantal rollen, waarin hij bij het uitbraken van zijn schaarse dialogen op zulk een vreesaanjagende manier zijn gezichtsspieren forceerde dat je dacht dat zijn kop ging barsten, zet hij hier een sterk onderkoelde en ultra-beheerste vertolking neer. Zo sober is hij dat regisseur Richard Donner het noodzakelijk achtte om Stallone’s wat geblaseerde roerloosheid te laten botsen met de hyper-gechargeerde vertolking van Banderas, als de manische psycho-killer die wild met zijn ogen rolt en iedereen die in zijn weg loopt kogels in het lijf pompt.

Vooral tijdens de beginscènes is “Assassins” een koelbloedige minimalistische thriller over een vermoeide free-lance moordenaar die alleen met zijn computer kommuniceert en niet weet wie zijn geheimzinnige opdrachtgever is. Zijn finale klus draait rond het onderscheppen van een waardevolle diskette. Julianne Moore is de surveillance-experte die tussen twee vuren terechtkomt. Net als haar mannelijke tegenspelers is ze zowel van nature als beroepshalve een eenzelvig mens. Zowel de cynische toon van de prent als de amorele kijk op de personages zijn tamelijk ongewoon voor een vijftig-miljoen-dollar-aktiefilm. Zodra heethoofd Banderas Stallone het vuur aan de schenen legt, wordt dit een repetitief high tech kat-en-muis-spelletje waarin de twee doders elkaar naar het leven staan, daarbij trots allerlei wapens gebruiken die duidelijk hulpstukken zijn van hun macho-branie, en en passant talloze onschuldigen neerknallen. De intrige wordt helaas ongerijmder met de minuut en alles wordt toegebouwd naar een eindeloze climax in een Caribische bank, een ontknoping die ook een teleurstellende verklaring biedt voor Stallone’s traumatizerende herinneringen aan een gelijkaardige afrekening vijftien jaar geleden.

– “Assassins” van Richard Donner, met Sylvester Stallone, Antonio Banderas, Julianne Moore.

HARTSTOCHTELIJK

De oorspronkelijke roman van de Egyptische Nobelprijswinnaar Naguib Mahfouz speelde in Caïro in de jaren veertig, maar wordt door de Mexicaanse veteraan Jorge Fons verplaatst naar een volkswijk in het hedendaagse Mexico City. Het orginele van deze ironisch melodramatische kroniek over de heftige emoties in het leven van simpele lieden die elkaar in hetzelfde café treffen, dezelfde winkels bezoeken en in dezelfde straat wonen, schuilt in de ingenieuze konstruktie. “El Callejon de los Milagros” bevat drie verhalen die op dezelfde zondag beginnen. De protagonisten van de ene episode krijgen een bijrol in de andere verhalen en in de epiloog zien we wat er twee jaar later van de personages geworden is. Alle verhaaltjes draaien rond hartstocht : een getrouwde cafébaas papt aan met een jonge verkoper en raakt helemaal vervreemd van zijn zoon ; de lokale jeugdige schoonheid wordt verliefd op een jonge kapper die vindt dat hij fortuin moet maken om haar liefde waardig te zijn ; een oude vrijster droomt nog altijd van de grote liefde en meent die eindelijk gevonden te hebben. De drie verhaaltjes vertonen op een subtiele manier allerlei raakpunten en vaak krijgen we dezelfde gebeurtenis te zien vanuit een ander perspektief. Mooi is ook hoe de regisseur telkens een of ander stereotype introduceert en er vervolgens een verrassende draai aan geeft. De personages zijn stuk voor stuk dromers die voor korte tijd het geluk proeven, maar ondanks de straat waarin ze wonen (het steegje van mirakels) niet op wonderen moeten rekenen.

– “El Callejon de los Milagros” van Ernesto Gomez Cruz, Maria Rojo, Salma Mayek, Bruno Bichir.

STERIEL

Alain Robbe-Grillet probeerde al in de jaren zestig en zeventig zijn “nouveau roman”-experimenten filmisch gestalte te geven. Eén keer met sukses overigens (“L’année dernière à Marienbad”, 1960), maar toen stond achter de camera ook Alain Resnais, een echte filmmaker. De films die Robbe-Grillet zelf regisseerde, waren even gekunsteld als pretentieus, maar ze hadden in hun tijd tenminste nog iets trendgevoelig : steriel intellektualisme werd toen als sjiek beschouwd. Nu is het ronduit patetisch. “Un bruit qui rend fou” speelt op een mediterraan rotseiland dat naast de typische armetierige zuiderse decors uit de modale reisfolder ook een sjiek bordeel annex speelhol rijk is : de Villa Bleue, waar veel rond te doen is.

De titel van de prent slaat op het door elkaar schudden van de ivoren domino’s bij een spelletje mah-jong. Wij worden echter nog meer horendol bij het aanhoren van de huiveringwekkende literaire dialogen : een repetitieve foltering, toegediend door een onuitstaanbare verteller. Deze vluchteling uit Indochina vertrouwt luidkeels een scenario aan de bandrecorder toe, al zou het best kunnen dat hij middels deze tekst zijn dubieus verleden aan het herschrijven is. Deze pseudo-intellektuele rebus blijkt een onverkwikkelijke incest-affaire te zijn, gelardeerd met de infantiele erotische obsessies van een oude snoeper.

Robbe-Grillet liet zich voor de gelegenheid bijstaan door een jonge co-regisseur, de Belg Dimitri De Clercq, zoon van de Vlaamse zakenman Jacques De Clercq, die zich enkele jaren geleden in de filmproduktie stortte en het voor elkaar kreeg dat het Vlaamse Kultuurministerie vijf miljoen en de Franse Kultuurminister twaalf miljoen in dit nep-produkt pompte.

– “Un bruit qui rend fou” van Alain Robbe-Grillet en Dimitri De Clercq, met Fred Ward, Arielle Dombasle, Charles Tordjman, Sandrine Le Berre.

REPRISE SOMPTUEUS

Beslist een van de filmevenementen van het najaar is de gerestaureerde versie van “Il Gattopardo”, één van de beroemdste klassiekers van Luchino Visconti. De Italiaanse meester baseerde dit somptueus historisch fresko op de gevierde autobiografische familieroman van Giuseppe Tomasi di Lampedusa over een verarmde Siciliaanse prins in de jaren 1860, die zich afspeelt tegen de turbulente achtergrond van de Risorgimento (de Italiaanse eenmaking) en Garibaldi’s Tocht van de Duizend, waarmee de koninkrijken Sardinië en Sicilië in de Italiaanse eenheid gedwongen worden. Visconti, zelf een telg uit een Noorditaliaanse vorstendynastie, heeft zich duidelijk geïdentificeerd met zijn nobele, onbuigzame held Don Fabrizio, een man die verdrietig, maar waardig toeziet hoe zijn klasse aan het uitsterven is, hoe parvenu’s de macht en de rijkdom overnemen, en hoe zijn einde met rasse schreden naderbij komt.

Tijdens de eerste twee uur verweeft Visconti de sociale en historische tema’s tot een complex persoonlijk drama. Dit blijkt de lange prelude te zijn tot het magnifieke laatste uur : een grandioze balscène waarin de prins zich neerlegt bij zijn lot en tot het besef komt dat “alles moet veranderen opdat alles hetzelfde zou blijven”. De luisterrijke, weelderig gedetailleerde mise-en-scène van het bal in het oude palazzo Gangi in Palermo is een meesterstukje van realistische sfeerschepping. Elk detail is echt (de parfums, het korset, de schotels, de fraaie luchters, de kaarsen, de handschoenen) en we wanen ons helemaal in een vervlogen tijd. De Amerikaanse akteur Burt Lancaster entameerde een internationale carrière met zijn magistrale portrettering van de oude aristokraat die zijn sterfelijkheid onder ogen ziet. Nino Rota baseerde zich voor zijn prachtige score op tema’s van Verdi.

* * * * “Il Gattopardo” van Luchino Visconti, met Burt Lancaster, Claudia Cardinale, Alain Delon, Serge Reggiani, Romolo Valli, Pierre Clementi.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Stallone in “Assassins” : geblaseerde roerloosheid.

“El Callejon de los Milagros” : dromers die het geluk proeven.

Lancaster en Cardinale in “Il Gattopardo” : grandioze balscène.

Franco Citti in “Edipo Re” : barbaarse fabel van P.P.P.

TOP 10

1.

Il Gattopardo : zie bespreking.

2.

Le Regard d’Ulysse : magistrale bespiegeling van Theo Angelopoulos over de tocht van een uitgeweken Griekse filmmaker (Harvey Keitel) door de verscheurde landen van de Balkan.

3.

The Doom Generation : helse “road movie” vol provocerend comic-stripgeweld van guerrillafilmer Gregg Araki.

4.

Mute Witness : vinnige en sluwe “exploitation”-thriller vol spannende en desoriënterende film-in-de-film verwikkelingen. Zie interview met regisseur Anthony Waller in Knack.

5.

La Cérémonie : Claude Chabrol transformeert een zwartgallige misdaadgeschiedenis van Ruth Rendell tot een giftige kroniek over klassenstrijd in huidig Frankrijk.

6.

The Madness of King George : somptueus akteursfestijn waarin Nigel Hawthorne schittert als de Engelse monarch met een steekje los.

7.

Land and Freedom : didaktisch epos over de Spaanse burgeroorlog, van de sociaal bewogen Britse regisseur Ken Loach.

8.

Waterworld : woest barbaars spektakel waarin de wereld herschapen is tot één grote plas. Kevin Costner is de nihilistische antiheld.

9.

El Callejon de Los Milagros : zie bespreking.

10.

Assassins : zie bespreking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content