LUKRAAK

De kracht van de eerste twee Die Hard-films schuilde in het ingenieus benutten van één lokatie een wolkenkrabber in het origineel, een besneeuwde luchthaven in de eerste sequel. In het tweede vervolg Die Hard With a Vengeance is de aktie lukraak uitgesmeerd over New York en omgeving ; er is helaas niets dat deze inkoherente film samenhoudt zeker niet het wanhopig scenario. Dit keer maakt de zwetende Newyorkse flik John McClane (nu in feite een ex-cop, maar wat doet het ertoe ?) zijn beproefd onderlijfje vuil door een dekadente megalomane bommenlegger (Jeremy Irons, ongeïnspireerd zoals de rest van de film) stokken in de wielen te steken. Terwijl dit sinister heerschap grootwarenhuizen, metrostations en scholen opblaast, zijn McClane (Bruce Willis) en zijn onvrijwillige partner (Samuel L. Jackson als een pandjesbaas uit Harlem die meegesleurd wordt in de geweldtornado) in vermoeiende verbale schermutselingen gewikkeld. Irons’ telefoonterreur blijkt alleen een afleidingsmaneuver om ongestoord de Federal Reserve Bank in Wall Street te kunnen leegplunderen. Telkens regisseur John McTiernan niet meer weet wat doen (zeer vaak dus), nemen de explosieven-experten en de stuntlieden het roer over van deze zinledige, onpersoonlijke en chaotische aktiekanjer.

– “Die Hard With a Vengeance” van John McTiernan, met Bruce Willis, Jeremy Irons, Samuel L. Jackson, Graham Greene, Sam Phillips.

ARMOEDIG

Twee vaste waarden van de huidige Britse cinema bundelden hun krachten in Into the West, een leuk en ook leerzaam familievertier dat nooit kinderachtig of sentimenteel wordt. Jim Sheridan (In the Name of the Father) schreef het scenario, en Mike Newell (Four Weddings and a Funeral) voerde de regie van dit mooi verhaal over twee moederloze jonge broertjes uit Dublin die aan hun lot worden overgelaten door de vader die zijn verdriet verdrinkt. Ze geraken in de ban van een betoverend wit paard, dat ze tot grote ergernis van de buren onderbrengen in de woonkamer van hun sociale huurkazerne. Later vluchten ze op het paard richting zee, breken ze los uit hun armoedig stadsleventje, en voelen ze zich, achternagezeten door familie en politie, de outlaws uit de westerns die ze verslinden. De film gaat ook over het dilemma van Ierse zigeuners die aan het zwerversbestaan verzaken en moeilijk hun draai vinden in de verpauperde binnensteden. De realistische milieuschildering vol lokale kleur en ondeugende humor zit mooi vervlochten in dit exotisch-mystiek avonturenverhaal. De ontwapenende natuurlijkheid van de twee jonge akteurs maakt de pret kompleet.

* * “Into the West” van Mike Newell, met Gabriel Byrne, Ellen Barkin, Ciaran Fitzgerald, Rory Conroy.

ZONDIG

De Franse regisseur Karim Dridi borstelt in zijn eerste film Pigalle een rauwe kroniek van de gelijknamige Parijse buurt van peep-shows, seksshops, strippers, straatmeiden, pooiers, travestieten, gauwdieven en heroïneverslaafden. Het leven aan de zelfkant in dit multikultureel, zondig en naargeestig wereldje vol hartstocht en tragiek wordt in geuren en kleuren geobserveerd, maar zo hyperrealistisch de milieuschildering is, zo verward en onsamenhangend is het menselijk drama dat in de boosaardige nachtelijke karnavalssfeer verzuipt.

– “Pigalle” van Karim Dridi, met Véra Briole, Francis Renaud, Raymond Gil, Philippe Ambrosini, Blanca Li.

NORS

In het nors drama High Boot Benny dompelt regisseur Joe Comerford ons onder in de dagelijkse realiteit van het Ierse drama. We zien de verwarrende, soms absurde toestanden, de samenzweerderige sfeer en de slepende guerrilla door de ogen van een jonge delinkwent die een onderkomen vindt in een klein schooltje in het grensgebied in Noord-Ierland. Een uitgetreden priester en de direktrice (zijn maîtresse) proberen zo goed en zo kwaad als het kan de neutraliteit te bewaren, maar de moord op een Engelse informant brengt het precair evenwicht in gevaar. De kineast exploreert de troebele relaties tussen het trio tegen een achtergrond van een onontwarbaar konflikt waarin leugens en waarheid niet te onderscheiden zijn.

– “High Boot Benny” van Joe Comerford, met Marc O’Shea, Frances Tomelty, Alan Devlin.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Willis in “Die Hard With a Vengeance” : beproefd onderlijfje.

TOP 10

1. John Ford : derde deel van de niet te missen retrospektieve van de grootmeester van de Amerikaanse western. (Brussel, Filmmuseum)

2. Hiroshima Mon Amour : (1959) baanbrekende nouvelle vague-klassieker van Alain Resnais. (Brussel, Ecran Total)

3. La Bête Humaine : (1938) in het noodlottig spoorwegmilieu gesitueerde Zola-verfilming van de grote Jean Renoir. (Brussel, Ecran Total)

4. The Age of Innocence : (1993) schitterende Edith Wharton-verfilming van Martin Scorsese. (Gent, Studio Skoop)

5. Vive l’amour : opmerkelijk gestileerd relatiedrama van de Taiwanees Tsai Ming-liang. Een revelatie. (Gent, Studio Skoop)

6. A Streetcar Named Desire : (1951) de rauwe vertolking van Marlon Brando maakte geschiedenis in deze klassieke Tennessee Williams-verfilming. (Gent, Studio Skoop)

7. Toto Le Héros : (1992) terecht bejubeld speelfilmdebuut van de begaafde Belgische regisseur Jaco Van Dormael. (Antwerpen, Cartoon’s)

8. Harvey Keitel : vier films (waaronder Reservoir Dogs en Taxi Driver) van de fenomenaal getalenteerde Amerikaanse akteur. (Leuven, Studio)

9. High Boot Benny : zie bespreking.

10. Into the West : zie bespreking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content