AMOUREUS

Simpele romantische zielen die met weinig tevreden zijn op filmgebied bedoel ik krijgen waarschijnlijk een kick van “Before Sunrise”. Een sympatieke Amerikaanse knul, Jesse (Ethan Hawke) en een jonge mooie Française, Céline (Julie Delpy), ontmoeten elkaar op de trein in Europa. Ze besluiten om samen in Wenen van de trein te stappen en vierentwintig uur, zonder geld maar met amoureuze ziel, door de stad te verdwalen. Een plot is er niet. De enige vraag die we ons stellen, is of die twee tussen hun getater door ooit de tijd zullen vinden om ook samen de koffer in te duiken.

Hun ontluikende romantische verlangens worden door regisseur Richard Linklater raak geobserveerd, beide akteurs zijn uitstekend, maar toch is de charme er gauw af en verzinkt deze toeristische minimal romance in een lauw badje van verveling.

– “Before Sunrise” van Richard Linklater, met Ethan Hawke, Julie Delpy.

KLEURRIJK

De nieuwste versie van de Rudyard Kipling-klassieker “The Jungle Book” is wel degelijk een film met levensechte akteurs, hoewel hij soms nog meer op een tekenfilm lijkt dan de Disney-animatiefilm uit 1967. Wat zeker geen verwijt is. De avonturen van Mowgli, het wilde kind dat grootgebracht wordt tussen de beesten in de Indiase jungle, komen bruisend tot leven als een kleurrijk, fantazievol en exotisch sprookjesalbum.

Het bescheiden sukses van de prent is vooral te danken aan de ingenieuze casting : Jason Lee Scott is met zijn expressieve wijd opengesperde ogen en lenige vechters-fysiek een gedroomde Mowgli. De makers omringen het ongerept jungle-kind met een serie cartoon-versies van geaffekteerde Britse archetypes : Sam Neill is de norse, maar rechtschapen legerofficier ; Lena Headey is Mowgli’s bevallig jeugdvriendinnetje ; Cary Elwes is de jaloerse, hebzuchtige kapitein ; John Cleese de krampachtige dokter.

Leukst van allemaal is de interaktie tussen Mowgli en de bevriende beesten, allemaal gezegend met een sterke persoonlijkheid : de olijke beer Baloo en de zwarte panter die hem beschermen ; de apekoning die met zijn onderdanen in een heimelijke tempel een vervaarlijke schatkamer bewaakt ; de tijger Shere Khan die de hele jungle doet beven, maar finaal in Mowgli zijn gelijke zal moeten herkennen.

Wie op zoek is naar zorgeloos ouderwets vertier voor het hele gezin, zou het slechter kunnen treffen. De in deze fabel verpakte zedenles dat zogeheten beschaafde lieden nog erger zijn dan beesten en de mens de enige is die voor het plezier doodt neem je er graag bij.

– “Rudyard Kipling’s The Jungle Book” van Stephen Sommers, met Jason Scott Lee, Cary Elwes, Lena Headey, Sam Neill, John Cleese.

WOEST

Wie Britse cinema zegt, ziet meteen over-gecivilizeerde kostuumfilms of pittige sociale drama’s voor zich opdoemen. In elk geval geen hippe, woeste aktie voor de MTV-crowd. Dat laatste heeft de atypische Britse film “Shopping” met hopen te bieden. Dit met zwier geregisseerde, maar repetitief debuut van Paul Anderson speelt zich af in de nabije toekomst in een afgetakelde Engelse stad waar jeugdbendes met elkaar rivalizeren in nachtelijke roofovervallen op grootwarenhuizen en winkelcentra vandaar de eufemistische titel.

De overijverige Anderson legt er de fotogenieke doem-sfeer duimendik op en maakt daarbij dankbaar gebruik van de docklands-lokatie als kernachtige woestenij van industrieel verval. Held is Billy, die net ontslagen werd uit de gevangenis en gek is op joyriding, maar door heroïsche exploten een bedreiging vormt voor de psychotische gangleider Tommy. Billy is steevast vergezeld van zijn Noordiers vriendinnetje, maar in seks is hij duidelijk niet geïnteresseerd. Het lijkt wel alsof hij al zijn kruit verschiet tijdens dolle ritjes met gestolen BMW’s (zijn ware liefde), tenminste tot hij een fetisjistische belangstelling aan de dag legt voor de Alessi-ketel van Michael Graves. De term designer-nihilisme lijkt wel uitgevonden voor deze post-punk-prent die behalve het leegplunderen van konsumptie-bastions en tergende auto-achtervolgingen tussen politie en delinkwenten niet veel te bieden heeft. Gelukkig zijn gênante pogingen tot psychologische motivering zeldzaam. Scènes waarin het jongmens vruchteloos kontakt zoekt met zijn vader zijn een lachertje en de bekommernis van politieman Jonathan Pryce voor Billy slaat nergens op.

– “Shopping” van Paul Anderson, met Sadie Frost, Jude Law, Sean Pertwee, Sean Bean, Marianne Faithfull, Jonathan Pryce.

SCHRIL

De onafhankelijke Amerikaanse filmer Alexandre Rockwell verraste twee jaar geleden met een sympatiek filmpje, “In the Soup”, over de tribulaties van een worstelend filmmaker uit SoHo, New York, die met een gangster-producer in zee gaat. De follow up, “Somebody to Love”, is helaas niet veel soeps. Dit keer is de hoofdrol weggelegd voor Mercedes, een meisje dat aan de kost komt als taxi-danseres in een gore klub in East Los Angeles, maar het doodgraag in de filmwereld zou maken. Waar hebben we dat al eerder gehoord ? Ze heeft een passieloze verhouding met een getrouwde has been (Harvey Keitel), een tv-ster uit de jaren zeventig die nu vernederende jobs moet aanvaarden en Mercedes beslist niet dichter bij haar doel brengt. De nieuwe vent in haar leven is jong en aantrekkelijk, maar als illegale Mexicaanse immigrant doet hij haar net iets te veel denken aan het kansloze Latino-wereldje waaraan ze nu juist wil ontsnappen. Haar nieuwe aanbidder is echter nog een grotere dromer dan zij ; om zijn onbeantwoorde liefde te bewijzen, is hij tot alles in staat.

Deze en nog een stel andere min of meer geschifte figuren moeten er ons van overtuigen dat de “American Dream” nog altijd springlevend is. Helaas zijn Rockwells excentrieke misfits tot rammelende clichés herleid. Ook de Felliniaanse sfeertjes zijn erg kunstmatig, maar wat de film echt om zeep helpt, is de irritante vertolking van de opgewonden Rosie Perez. Je zou zo de muren opkruipen als je dit schril mens bezig hoort.

Wel een paar leuke gastrolletjes : van veteraan Sam Fuller als producer die bijna verongelukt en van Quentin Tarantino als barman.

– “Somebody to Love” van Alexandre Rockwell, met Rosie Perez, Harvey Keitel, Michael Delorenzo, Stanley Tucci, Steve Buscemi, Anthony Quinn.

VIDEO REMAKE

De originele versie van “Attack of the 50 Foot Woman”, over een vrouw die na een ontmoeting met een vliegende schotel in een reus verandert, ging de geschiedenis in als een doodleuke slechte B-film. Deze anno 1958 ideale drive-in-film, verwierf inmiddels ook cult-aanhang. De originaliteit van de HBO-remake schuilt in de postfeministische interpretatie van het fantastische B-filmmateriaal.

Bij de aanhef van het verhaal is de rijke Nancy (Daryl Hannah) passief en onderdanig. Haar leven wordt gerund door een echtgenoot (Daniel Baldwin), die openlijk vreemdgaat met de lokale del, en door haar liefdeloze, dominerende vader (William Windom), de machtigste man van het kleine stadje. Als Nancy dank zij de mysterieuze tussenkomst van buitenaardse wezens, opzwelt tot gigantische proporties, ontpopt ze zich gelijk tot een assertieve amazone en verweert ze zich bitsig tegen de hypokriete mannen die haar willen klein houden.

Behalve de onnozele gein rond de sheriff en zijn idiote deputy, groeit grappigheid uit de surrealistische konsekwenties van de ongelofelijke premisse. De feministische boodschap staat gelukkig ook de camp-humor niet in de weg. Op bescheiden manier brengt regisseur Christopher Guest ook saluut aan Roger Corman en Samuel Z. Arkoff, de “exploitation”-meesters met wie het allemaal begonnen is. Omwille van financiële beperkingen zijn er relatief weinig speciale effekten, maar dat komt de ouderwetse charme van deze prent alleen maar ten goede. In plaats van gladde computertrukages, krijgen we naïeve gezichtsbegoocheling met behulp van schaalmodellen en ingenieuze beeldkaders, zoals het tafereel waarin Hannah languit de hele zwemkom vult, alsof ze gewoon in bad ligt. Het sukses is in ruime mate toe te schrijven aan de ook bij normale grootte imponerende figuur van Hannah, die wel geschapen lijkt om boven de gewone sterveling uit te torenen.

* * “Attack of the 50 Foot. Woman” (Warner Home Video).

PATRICK DUYNSLAEGHER

Delpy en Hawke in “Before Sunrise” : minimal romance.

Jason Scott Lee in “The Jungle Book” : bij de beesten af.

“Shopping” : fotogenieke doem-sfeer.

Perez en Keitel in “Some- body to Love” : niet veel soeps.

TOP 10

1. Little Odessa : tragisch familiedrama onder Rusisch-joodse immigranten in New York. Indrukwekkend en beklemmend speelfilmdebuut van de jonge James Gray, met sterke vertolkingen van Tim Roth, Edward Furlong, Vanessa Redgrave en Maximilian Schell.

2. The Last Seduction : venijnige “film noir” van John Dahl, met Linda Fiorentino als harteloze “femme fatale” in het kwadraat.

3. Priest : kordaat, ter zake doend drama van Antonia Bird over de onmacht van goedmenende priester die worstelt met het celibaat. Kleinschalige, alerte Britse cinema op zijn best.

4. Manneken Pis : teder en donker liefdessprookje van Frank Van Passel werd nu ook geselekteerd voor prestigieuze “Semaine de la critique” in Cannes.

5. The Shawshank Redemption : meenslepend gevangenisdrama naar vernuftig kortverhaal van Stephen King. Knap debuut van Frank Darabont ; ijzersterke vertolkingen van Morgan Freeman en Tim Robbins.

6. Shallow Grave : cynische Schotse thriller over de alles verslindende gevolgen van hebzucht. Debutant Danny Boyle regisseert met panache de claustrofobische komplotten.

7. Bullets over Broadway : energieke farce waarin boef tijdens Broadway-repetities zijn kunstenaarsziel ontdekt. De beste film van Woody Allen in vele jaren. Oscar-winnende Dianne Wiest is schitterend als stijlvolle diva met kapsones.

8. Rudyard Kipling’s The Jungle Book : zie bespreking.

9. Before Sunrise : zie bespreking.

10. Shopping : zie bespreking.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content