RAUW

“Bandit Queen” is niet meteen wat je van een Indische film verwacht. Regisseur Shekhar Kapur rekonstrueert de exploten van de legendarische bandietenleidster Phoolan Devi, ook wel “Godin der Bloemen” genoemd. Hij doet dit in een rauwe, brutaal realistische stijl. Kapurs kordate manier van vertellen, is zeker efficiënt, al is de bewering dat hij met “Bandit Queen” Indische Peckinpah zou opdienen, toch een beetje overdreven. Zijn film heeft veeleer iets weg van een dorre Italiaanse western.

Kapur doet in elk geval zijn best om ons de verzachtende omstandigheden te schetsen van de latere violente exploten van zijn bandieten-koningin. Devi werd op elfjarige leeftijd uitgehuwelijkt en verkocht voor een verroeste fiets en een oude koe. Misbruikt in haar jeugd, veelvuldig verkracht door bandieten, werd ze zelf de leidster van een landelijke plunderaarsbende. Toen ze zich na veel moordpartijen waaronder de slachting van dertig mannen in 1983 overgaf aan de politie, stonden tienduizend fans klaar om haar toe te juichen.

Devi, die in 1994 na elf jaar gevangenis op vrije voeten kwam, voert nu zelf een kruistocht tegen de film. In India werd fel tegen de film gereageerd. Vooral het vele bloot, het extreem geweld en de obscene taal moeten het ontgelden. Toch moet de reden waarom “Bandit Queen” zo veel kwaad bloed zet in India, elders gezocht worden. Met name in de ongezouten kritiek op het kastensysteem waarop nog altijd een zwaar taboe rust. Devi behoorde zelf tot de laagste kaste en groeide uit tot beschermheilige van de armen en onderdrukten. Deze sociale dimensie komt niet uit de verf, zoals Kapur ook nooit echt doordringt tot de myte achter deze kleine vrouw die een immense populariteit genoot. Ook daarom blijft “Bandit Queen” niet veel meer dan een eentonig wraakverhaal vol gruwel, sensatie en sentimentele tussendoortjes.

– “Bandit Queen” van Shekhar Kapur, met Seema Biswas, Nirmal Pandey, Manoj Bajpai.

ONSCHULDIG

Ongeveer een uur lang gelijkt “Just Cause” op een slaafse variatie van een van die “liberale” drama’s uit de jaren vijftig waarin een eenling voor de goede zaak een vijandige gemeenschap trotseert.

Sean Connery is de Harvard-professor die als een hond in een kegelspel in de binnenlanden van Florida arriveert. De eminente rechtsgeleerde en vurige tegenstander van de doodstraf heeft al in jaren geen gerechtszaal meer gezien, maar zijn geloof in de onschuld van een jonge zwarte die kandidaat is voor de elektrische stoel jaagt hem weer in het harnas. Bobby Earl beweert dat zijn bekentenis van moord en verkrachting op een meisje van acht, middels foltering werd afgedwongen. De zwarte politieman die daarvoor verantwoordelijk is, laat er geen misverstand over bestaan dat Connery onwelkom is op zijn grondgebied en dat hij beter niet zijn neus in andermans zaken zou steken. Zoals vertolkt door Blair Underwood ziet Bobby Earl er inderdaad één en al onschuld uit, terwijl de brutale tronie van zijn kwelgeest Laurence Fishburne boekdelen spreekt. Het ziet er allemaal te mooi uit om waar te zijn en we vragen ons dan ook af waarom regisseur Arne Glimcher (“The Mambo Kings”) en zijn akteurs zich zo uitsloven om ons zo’n simpel goed versus kwaad-verhaaltje op te dissen.

Tot de toon bruusk omslaat en we door een aaneenschakeling van onverwachte wendingen en verrassingen de grond onder onze voeten zien wegzakken. Plots zitten we in een totaal andere film, die niet beter is dan de eerste : het onvoorspelbare is ook hoogst onwaarschijnlijk, de toevalstreffers zijn moeilijk te slikken, de plot wordt onlogischer met de minuut. En ook hier dienen de makers vooral stukjes op uit andere films. In plaats van fifties-humanisme krijgen we nu een cynische recyclage van de psycho-thriller-clichés van de jaren negentig, inclusief een haast onherkenbare Ed Harris als een (mania)kaal broertje van Hannibal Lector die vanuit de dodencel snode plannen broedt. Sean Connery is niet bijster geloofwaardig als de fysiek zwakke boekenwurm die zich al te gemakkelijk laat intimideren, maar zelfs miscast speelt hij iedereen met gemak van het doek. Het leven is toch niet rechtvaardig !

– “Just Cause” van Arne Glimcher, met Sean Connery, Laurence Fisburne, Kate Capshaw, Blair Underwood, Ed Harris, Ned Beatty, Kevin Mc Carthy.

PATRICK DUYNSLAEGHER

Connery en Harris in “Just Cause” : cynische recyclage.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content