In afwachting van de nieuwe museumruimtes die in mei opengesteld worden, brengt het Oostendse Museum voor Moderne Kunst nog gauw een bizarre dubbeltentoonstelling : schilderijen van de Italiaan Wainer Vaccari en pastels van de Belg Frans Gentils. Vooral het werk van Vaccari kan schokken : dergelijke gewild-groteske schilderijen zijn we al lang niet meer gewend. Vaccari, nu 46, is een “Einzelganger” die begin jaren tachtig te midden van de trendy Italiaanse Transavanguardia-stijl resoluut zijn eigen weg koos. Met grote technische virtuositeit neemt hij stijlkenmerken over van barokke schilders als Pontormo, Bƶcklin en Rubens (maar ook van het Japonisme) en kiest onderwerpen die zich af lijken te spelen in een mytische Antieke Tijd waarin de mensen kolossale lijven en dito hersenkronkels hadden. Die figuren leven in een soort van Gestoord ArcadiĆ« en zijn altijd op zoek naar een onbestemd Iets in het inwendige van de aarde. En als ze dat niet doen, lijken ze achter elkaars aars aan te lopen. Heel vreemd werk dat in zijn postmoderne kitscherigheid onmiskenbaar ergernis oproept, maar dat tegelijk soms zo geestig en virtuoos is (het beste werk is het hallucinante bourgeois-portret “I Mercanti” uit 1983), dat een onverbiddelijke veroordeling als zijnde On-kunst al te makkelijk zou zijn.

Het werk van Frans Gentils (44) is technisch kompleet verschillend maar qua tematiek zijn er parallellen te trekken al gaat Gentils veel minder vriendelijk en estetizerend met zijn mensenfiguren om. Gentils’ sterk expressionistische schilder- en tekenwerk steunt op twee pijlers : de architektuur van verlaten fabrieksruimtes waarin het voortschrijdende verval voor een heel speciale dynamiek zorgt, en de morfologie van voorhistorische schedels die volgens Gentils karakteriĆ«le eigenschappen vertonen. Die twee elementen leiden tot fantasmagorische beelden met naakte mensenfiguren die in verwrongen perspektief binnen die ruimtes evolueren, of waarin karakter en emoties weergegeven worden door een konfiguratie van schedels. Het kleurgebruik is daarbij belangrijk : tot voor enkele jaren waren dat fluorescerende gelen, groenen en oranjes, nu is het allemaal grijzer en bruiner geworden. Het zijn geen werken om je salon mee op te vrolijken, al zit Gentils’ werk in de lift, vooral bij jonge kunstkopers. Frans Gentils maakte recent een reeks “familieportretten” op oude dekzeilen van vrachtwagens die hij in de Antwerpse haven vond en die in september in het Gentse museum voor hedendaagse kunst te zien zullen zijn. PMMK-konservator Van den Bussche nodigde Gentils uit met zijn recente pastels, een gepast ondermaans tegengewicht voor het flamboyante Vaccari-spektakel. Helemaal buiten die reeks valt een aantal “Afrika”-werken, waarin Gentils de Afrikaanse medemens kompleet deformeert. “Want ik heb in Londense en Parijse musea gezien, ” zo zegt hij, “dat onze grote kunstschatten bewaakt worden door Afrikaanse of Indische zaalwachters. ” Een kompleet schizofreen beeld, inderdaad.

Wainer Vaccari en Frans Gentils in het PMMK, Romestraat 11 in Oostende, tot 16 april. Info : (059) 50.81.18.

“Piazza Pazza” (1985) van Wainer Vaccari : groteske taferelen.

“DNA” (1990) van Frans Gentils : gekodeerd zelfportret.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content