ABSOLUUT

Na Thierry De Cordier pakt de Brusselse galerie Xavier Hufkens uit met het tweede grote kanon van de Belgische hedendaagse kunstscène : Jan Vercruysse. Er is géén kunstenaar waar de Vlaamse kunstkritiek zo haar best op heeft gedaan om in zoveel mogelijk woorden zo weinig mogelijk te zeggen. Wie er de teksten over en rond Vercruysse op naslaat, stuit telkens weer op termen als hermetisch, geraffineerd, vervreemding, ascese, koele afstandelijkheid en dies meer : hij mag gelden als het prototype van de konceptuele artiest die het Absolute nastreeft en tegelijk zegt “de Waarheid doodt”. Het probleem bij Vercruysse is dat door de subtiel-selektieve politiek van een schaarse groep Ingewijden enige subjektieve kritiek als totaal ongepast en zelfs belachelijk afgedaan wordt. Doorheen de evolutie van zijn foto-werk (o.m. de Zelfportretten), zijn Atopies, zijn Tombeaux, zijn Paroles enzovoort, zijn nochtans goeie én irritante werken te duiden. Dat minimale verschil ligt precies op de flinterdunne scheidslijn tussen essentiële zeggingskracht en banale mislukking. Het is niet anders bij de zes skulpturen, momenteel te zien bij Xavier Hufkens : er staat bijvoorbeeld een perfekt uitgebalanceerde “Parole VI” (zie foto), maar ook een miskleun met rondzwemmende goudvisjes. En de skulptuur “Les Paroles (VIII)”, staande in een bed van duizenden knikkers, is een twijfelgeval : wellicht werd het daardoor door de Kommissie Beeldende Kunst van het Vlaamse Kultuurministerie als aankoop voorgesteld. Het Absolute eist zijn rechten, maar het oog wil ook wat natuurlijk.

– Jan Vercruysse in galerie Xavier Hufkens, Sint-Jorisstraat 8 in Brussel, tot 24 juni. Info : (02) 646.63.30.

DETAILS

De Vlaamse kunstenaar Eric Vandepitte (1950) werkt al enkele jaren aan zijn cyclus “Details” : kleine details uit grote meesterwerken van twaalf Europese schilders als Frans Hals, Edouard Manet, El Greco, De Chirico of Goya laat hij door uitvergroting en abstrahering een eigen leven leiden. In de Brusselse Willy D’Huysser-galerie wordt nu de komplete cyclus getoond, bestaande uit twaalf tekeningen en evenveel schilderijen, bladzijden en boeken. Of het nu met potlood, verf, airbrush, met onthulling of verdichting gebeurt : Vandepitte manipuleert de detail-idee. Vroeger was een detail-reproduktie voor kunststudenten een middel om dichter bij de techniek van de grote meesters te geraken, voor Vandepitte is het een manier om het raadsel (met enige zin voor ironie) nog te vergroten. Als toemaatje werkte hij een detail van “La Bohémienne” van Frans Hals extra uit : de twee essentiële lijnen van de boezem van het meisje worden in twaalf versies op schildersdoek gezet, met puur pigmentpoeder en lijm als kleurvlak. Zes van de twaalf doekjes zitten opgesloten in een doosje, een (nogal nadrukkelijke) metafoor van de vrouw. Maar als ironizering van “het postmodernistische schilderen” kan deze “Details”-cyclus tellen.

– Eric Vandepitte in Willy D’Huysser Gallery, Grote Zavel 35 in Brussel, tot 11 juni. Info : (02) 511.37.04.

3,125 PROCENT PUUR

De Nieuwzeelandse kunstenaar Peter Robinson (1965) beweert qua afkomst voor 96,875 procent blank (Pakeha) te zijn en voor 3,125 procent Maori. In het kader van de “political correctness” wordt in zijn land de Maori-kultuur en -natuur door de blanke heersers angstvallig (over)beschermd, als een relikt uit een oer-verleden dat uit eerlijke schaamte moet behouden blijven. Peter Robinson draaide de rollen om en trok naar Europa om de aloude Europese kultuur hier te bekijken met de ogen van de argeloze kultuurimperialist : hij bestudeert de gedragingen van de Pakeha’s en stelt met verbazing vast dat de blanken volop in een suïcidale kultuur zitten, met veel agressie, commercie en repressie. Het resultaat van Robinsons grappig-antropologische bevindingen is te zien in het Gentse Opus Operandi : hij bombardeerde er de ruimte (na een misleidende, want ernstig ogende minimal-art-ingreep in de inkomhal) met objekten vol getallen en percentages, die zowel verwijzen naar de blanke ratio die alle mystiek doodt als naar onze waanzinnige verlangens naar macht, geld en seks. En dus zie je tussen de Agusta-helikoptertjes, de industriële spionnen en de Oklahoma-bommen slogans als “Real Maori Tribe art, 3,125 % pure ! “, “100 % Original”, “Prices down 25 %” en dies meer. Jammer dat Robinson geen groter percentage Maori-bloed in de aderen heeft, want wat meer “mystiek” in de expositie was welkom geweest (een typische Pakeha-opmerking natuurlijk).

– Peter Robinson in Opus Operandi, Tentoonstellingslaan 32 in Gent, tot 25 juni (vanaf 7 juni op afspraak), (09) 225.57.58.

MEMLING IN PARIJS

Omdat Hans Memling precies vijf eeuwen geleden stierf, organizeert het Louvre in Parijs een kleine tentoonstelling rond deze grote Vlaamse Primitief. Zes panelen uit de kollektie van het Louvre zelf, die wegens hun fragiliteit niet te zien waren op de grote Memling-tentoonstelling vorig jaar in Brugge, worden samen met twee werken uit andere Franse museumkollekties en een dozijn werken van vooral Italiaanse tijdgenoten getoond. Het Louvre wil daarmee enkele typische karakteristieken van de Vlaamse Primitieven in hun kontekst plaatsen : de stilistische dualiteit, de kleine schilderijen bestemd voor huisdevotie versus de portretkunst, en de Italiaanse invloeden. De tentoonstelling in de Sully-vleugel van het Louvre loopt tot 14 augustus.

BEREDENEERD

Vorig jaar overleed de Belgische “abstrakt” Gaston Bertrand op 84-jarige leeftijd. Bertrand behoorde tot de na-oorlogse generatie kunstenaars die, vooral via de kunstgroep “Jeune Peinture Belge”, vernieuwing moest brengen in het Belgische kunstlandschap dat lang overheerst werd door het suksesvolle Vlaamse Expressionisme. Typisch voor die “Jeune Peinture Belge” was dat ze niet één bepaalde stijl voortbracht : alle kunstenaars gingen hun eigen weg, al had die altijd wel iets met “abstrakte kunst” te maken, van de meest lyrische tot de meest geometrische uitingen.

Gaston Bertrands stijl zweefde tussen de twee. Het figuratieve element is uit zijn werk nooit echt weg geweest (zo bleef hij altijd portretten maken, weliswaar tot het uiterste grafisch gestileerd), maar vooral het architekturale zou zijn werk de typische Bertrand-look geven. De reizen die de kunstenaar naar het zuiden maakte, met de ontdekking van onder meer de Romaanse Montmajour-abdij bij Arles zouden de basis leggen voor zijn vorm- en lijnenspel met een eigen ruimtelijkheid. De Brusselse galerij Patrick Derom toont een uitgebreid overzicht van het oeuvre van Gaston Bertrand. Het is afkomstig uit de Stichting Gaston Bertrand, die in 1986 mee op aansturen van de kunstenaar opgericht werd : Bertrand ondernam tijdens zijn leven enkele pogingen om via een uitgebreide schenking in een of ander museum een “Bertrandzaal” te krijgen, maar dat is hem nooit gelukt. De Stichting wil Bertrands oeuvre nu verder promoten en werkt, onder leiding van Serge Goyens de Heusch, aan een beredeneerde catalogus. Om de nodige financiële middelen te verwerven, worden de tentoongestelde werken dan ook te koop aangeboden. Het is te hopen dat deze Stichting niet hetzelfde lot ondergaat als de Stichting Paul Joostens, die recent in het nieuws is gekomen : toen die in 1992 vereffend moest worden, omdat de beheerders overleden waren, bleken alle werken verdwenen. Tussen de Antwerpse advokaat-vereffenaar en al dan niet argeloze privé-eigenaars van Joostens-werk woedt nu een bittere juridische strijd over het wettige eigendomsrecht op die Joostens-werken.

– Gaston Bertrand in galerie Patrick Derom, Wolstraat 1, Brussel (Kleine Zavel), tot 24 juni. Info : (02) 514.08.82.

MARC RUYTERS

“Les Paroles (VI)” van Jan Vercruysse : gekultiveerde ascese.

“Vers un lieu inconnu” (1976) van Gaston Bertrand : architekturale abstraktie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content