EREMIET

Thierry De Cordier, de Meester van Schorisse, de man die “absoluut niets met de twintigste eeuw te maken wil hebben”, is één van de meest raadselachtige figuren in de hedendaagse Belgische kunst. Is hij een pseudo-romanticus, een mytisch curiosum, een zelfverklaarde eremiet die dat enigmatische zorgvuldig koestert ? Ja en nee. Bij een beklijvende overzichtstentoonstelling van recenter werk in de Brusselse galerie Xavier Hufkens verscheen een essay van Stefan Hertmans dat treffend “Eenzaam op de marktplaats” heet en het denken en het oeuvre van De Cordier voor het eerst in een rationele syntese heeft geduid. Samenvatten is zinloos : het boekje, ingeleid door curator Bart Cassiman die het werk van De Cordier al van bij het begin op de voet volgt, is te koop (300 fr.) in de galerie.

Tot nog toe bracht De Cordier ons “Ecritoires, Berghutten, Wereldtoespraken, Zelfportretten (als regenworm, als groente, ja zelfs als de aardkloot zelve), een Lijdensvanger, een Villa voor één persoon, een Jardinière, een Godsgelijke en twee volumes keukengeschriften” (Bart Cassiman). Ook in galerie Hufkens toont De Cordier ons zijn kluizenaarswerk, teruggetrokken in de tijd en in de natuur en gevormd uit haar, ijzer, prikkeldraad, aardappelschillen, gips en andere aardse materialen. “Maar hoezeer De Cordier ook naar de beleving van natuur en afzondering teruggrijpt (twee bij uitstek achttiende-eeuwse denkfiguren), deze elementen leveren nergens associaties op met de erfenis van de romantiek. Het tegendeel is waar : bijna al zijn referenties brengen ons in de buurt van een doelbewust onderzoek naar de positie van de hedendaagse mens” (Stefaan Hertmans). Als kluizenaar in een overbevolkte wereld (dus eerder als een Diogenes dan als een Franciscus, zegt Hertmans ook) boetseert De Cordier de eenzaamheid van de mens die nochtans in zo’n zes miljard versies rondloopt. Sinds kort is De Cordier ook (weer) beginnen schilderen : intrigerende doeken van wolken waaruit watervallen van tranen vloeien, alsof een Hoger Wezen wanhopig schreit om het Aardse Tranendal. Niet te missen.

– Thierry De Cordier in galerie Xavier Hufkens, Sint-Jorisstraat 8 in Brussel, tot 13 mei. Info : (02) 646.63.30.

SOMBER

Eind jaren zeventig vormden Ulay en Marina Abramovic een spraakmakend performance-duo. Later scheidden hun wegen : Abramovic vermeit de jongste tijd graag in new age-achtige kunsttoestanden, maar Ulay, van opleiding fotograaf, is nog altijd even artistiek-politiek bewust bezig. Met de tentoonstelling “Berlin-Mitte” in de Antwerpse Carine Campo Gallery pakt hij de draad van het verleden weer op. Dat verleden speelt zich af in 1976, toen hij het doek “Der Arme Poete” van Carl Spitzberg, één van Hitlers favoriete schilderijen, uit de Berlijnse Nationalgalerie stal en het ophing in de huiskamer van een Turkse migrantenfamilie. Die aktie sloot “The First Act” af, Ulay’s eerste artistieke periode, want met de samenwerking met Abramovic begon “The Second Act”. Bij Carine Campo is een video van de schilderijendiefstal te zien, plus beelden van de racistische brandstichting vorig jaar in Solingen (Ulay’s geboorteplaats) : tussen het Duitsland van vóór en na de Muur is nog niet veel veranderd. In “The Third Act”, Ulay’s nu lopende artistieke periode, fotografeerde hij bekende historische gebouwen in Berlin-Mitte : de Brandenburgertor, de Neue Wache, de Reichstag, het Altes Museum en andere. Duits-beladen symbolen die hij negatief afdrukte en na-beelden noemt : het beeld dat een fraktie van een sekonde op het netvlies brandt vóór het door de hersenen vertaald en geduid is. De oorlogsschade aan de gebouwen is opgekalefaterd, zoals nu ook het extreem rechtse ideeëngoed opgekalefaterd wordt. De grote foto’s en de video vormen een sombere, krachtige installatie waarin Ulay zijn pessimisme omtrent deze “gefatsoeneerde” wereld niet onder stoelen of banken steekt.

– Ulay in Carine Campo Gallery, Vlaamse Kaai 31 in Antwerpen, tot 13 mei. Info : (03) 238.98.37.

PANA-MULTIPELS

In de Antwerpse galerie Jamar loopt een opmerkelijke tentoonstelling : alle drieënzestig multipels die de Belgische kunstenaar Panamarenko tussen 1966 en 1994 maakte, zijn er te zien. Tegelijk werden ze overzichtelijk te boek gesteld, onder redaktie van Panamarenko-specialist Hans Theys.

Over de funktie en de historiek van het verschijnsel “multipel” in de hedendaagse kunstgeschiedenis bestaat genoeg literatuur. Als indirekte vader van de multipel wordt algemeen Marcel Duchamp aangewezen, die in 1913 een fietswiel op een driepoot monteerde en dat vervolgens tentoonstelde. De multipel-idee in deze zogeheten “ready mades” was al meteen meerduidig : zowel fietswiel als driepoot waren industrieel en in serie vervaardigde produkten, Duchamp zou dit objekt (en zijn andere ready-mades) zelf ook nog eens in meerdere versies maken. De “sociale” idee van de multipel, als kunstwerk dat bereikbaar moest zijn voor een groter publiek, kende vooral opgang in de jaren zestig, onder meer met de Multiplications d’Art Transformable van Daniël Spoerri. Er is sindsdien een heel discours ontstaan over nut en funktie van de multipel-aanpak, waarbij zowat elke kunstenaar zijn eigen visie illustreerde. Ook Panamarenko doet dat. In een interview in de catalogus staat onder meer te lezen : “Ik geloof niet dat men door een multipel dichter bij de kunst wordt gebracht. Het gezwets over “de gewone man” is nog grotere flauwekul dan het gezwets over een of andere politicus. Ik zie de multipel niet als sociaal relevant. Kunst is nog niet zo ver. “

De komplete verzameling multipels van Panamarenko bij galerie Jamar is een unieke aangelegenheid : van het eerste plastic doosje met een klontje suiker (door galerie Wide White Space in ’66 gebruikt als nieuwjaarscadeau) tot de recente collage rond “The 7000 meter high flying jungle and mountain machine”.

– “Panamarenko : multipels” in galerie Jamar, Verlatstraat 12 in Antwerpen, tot 20 mei. De catalogus kost 1400 frank. Info : (03) 238.68.75.

SIGNALEMENTEN

– In het Brusselse kultureel centum Le Botanique loopt vanaf zaterdag de Middenamerikaanse kulturele week “América Central Hoy”. De zes kleine landen Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua en Panama stellen er hun kultuur voor. Qua beeldende kunst is dat heel wat. De Middenamerikaanse schilder- en beeldhouwkunst zijn een artistieke kruisbestuiving van stijlen en tema’s met precolumbiaanse, Indiaanse, Hispano-Europese en hedendaagse invloeden, wat onder meer geleid heeft tot een heel eigen gestyleerd syntetisch expressionisme. Ook de ambachtelijke sierkunst behoort tot de wereldtop, met een vermenging van syncretisme, Afro-Caraïbische elementen en de eigenheden van duizenden immigranten. De diverse tentoonstellingen lopen van 6 tot 13 mei in de Botanique aan de Koningstraat 236 in Brussel, elke dag van 10 tot 22 uur.

– De spraakmakende openluchttentoonstelling van grote Botero-beelden vorig jaar op de Parijse Champs-Elysées krijgt navolging in Brussel : van donderdag 4 tot en met zaterdag 6 mei worden op en rond de Kleine en Grote Zavel een dertigtal skulpturen van de bekende Franse Brusselaar Jean-Michel Folon tentoongesteld. Folon is vooral bekend om zijn eterische akwarellen, tekeningen en affiches, maar heeft zich sinds enkele jaren ook op de skulptuurkunst toegelegd. Sommige beelden, waaronder de bekende “Oiseaux”, zijn vier meter hoog. De openlucht-expo is een initiatief van de plaatselijke handelaars (onder wie bijna honderd antiquairs en galeries), die het kunstzinnige karakter van hun wijk nog wat meer cachet willen geven.

MARC RUYTERS

“Paal UM” (1995) van Thierry de Cordier : bakens in dit tranendal.

Een memorabele affiche als multipel : Belgisch kunstkruim in 1982.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content