NAAST ELKAAR

Clark Clarysse, Kortrijkzaan en nu 57, won in 1968 de Prix Jeune Peinture Belge, samen met Raoul De Keyser. Sindsdien bleef hij, een aantal sporadische tentoonstellingen niet te na gesproken, vooral “thuis” in zijn atelier, op zoek naar zijn eigen schilderstaal. Slechts een kleine schare intimi volgde zijn werk, maar de jongste tijd komt daar weer verandering in : twee jaar terug had Clarysse een grote expositie bij Vera Van Laer in Knokke, nu hangt nieuw werk van hem bij Hugo Minnen in Antwerpen. Ooit schilderde Clarysse gestueel, organisch-expressief zelfs, probeerde hij als zovele anderen om “buiten het kader te geraken”. Sinds enkele jaren wint het introverte in de kunst weer aan belang en Clark Clarysse voelt zich duidelijk veel beter in dat klimaat. Clarysse is teruggekeerd naar het detail. Hij fragmenteert, vergroot en focust op het doek. Er wordt, om het zo te zeggen, lyrisch scherpgesteld. Geen figuratief en ook geen abstrakt werk, maar een intuïtief, gevoelsmatig schilderen, waarbij de aanleiding een simpele vensterbank met plant of een tak kan zijn ; vormen en emblemen die in Clarysses geest een heel eigen leven gaan leiden. Meestal maakt hij tweeluiken of triptieken : het ene doek vult het andere aan of heft het op ; een vorm, vlak of kleur springt op het ene naar voren, op het andere is het weggemoffeld. Het is tegelijk de kracht én de zwakte van Clarysses werk : als de doeken goed op elkaar inspelen, wérkt het, anders gaat het de mist in.

– Clark Clarysse in galerie Hugo Minnen, Museumstraat 2 in Antwerpen, tot 13 mei. Info : (03) 248.54.05. De galerie gaf ook een monografie rond Clarysse uit, met teksten van Willy Van den Bussche, Paul Tanghe en Willem Elias (1500 fr.).

MAGNUM EN FILM

Het fotopersagentschap Magnum is wereldberoemd : het werd in 1947 opgericht door fotografen-cracks als Henry Cartier-Bresson, Robert Capa en David Seymour, met als hoofdbedoeling om de rechten op hun negatieven te kunnen exploiteren en zodoende onafhankelijker te worden van de oppermachtige hoofdredakteuren van de grote bladen. Magnum-fotografen trokken de wijde wereld in en leverden topfoto’s, van de gruwelijkste oorlogsgebeurtenissen tot de meest geraffineerde film-portretten. Ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van de cinema werden tweehonderd foto’s uit dat laatste genre bijeengebracht in “Magnum Cinema”, een tentoonstelling die momenteel in de Brusselse Botanique te zien is. Het zijn stuk voor stuk pareltjes : de “catchy” foto’s van Philippe Halsman die aan sterren als Brigitte Bardot, Marilyn Monroe, Dean Martin en anderen vroeg om even een sprongetje in de lucht te maken en op het juiste moment afdrukte ; zijn beroemde foto van Hitchcock-met-de-sigaar waarop een vogeltje zit ; de foto’s die Robert Capa van de groten der filmwereld maakte dank zij zijn vriendschap met regisseur John Huston ; de essentiële filmfoto’s uit de film “The Misfits”, die voor eeuwig zouden vastleggen hoe met die film een nieuw tijdperk aanbrak… Een top-expositie, tot 18 mei te zien in de Botanique aan de Koningstraat 236 in Brussel, dagelijks van 11 tot 18 uur (behalve maandag).

EVANGELIE VAN JOHANNES

Een vrijzinnig kunstenaar interpreteert één van de belangrijkste geschriften uit de katolieke geloofsleer : de Antwerpenaar Jan Vanriet maakte vijfendertig schilderijen rond het evangelie van Johannes. Hij werd daarbij geïnspireerd door de visie van de Leuvense professor Maurits Sabbe die deze vierde, mysterieuze evangelist een veel grotere kreativiteit en luciditeit toedicht dan de drie voorgangers. Jan Vanriet begon twee jaar terug aan de reeks en schilderde de 35 werken op het materiaal dat hij nu al enkele jaren gebruikt : Koreaans Hanji-papier, een “moeilijke” en tere drager die door zijn zijdeachtige struktuur veel technisch kunnen vereist, maar ook een grote subtiliteit toelaat. De werken zijn typisch voor het recente Vanriet-oeuvre (zie ook zijn plafondschilderingen in de Antwerpse Bourla-schouwburg) : het weggaan van het emotioneel-subjektieve in de richting van de meer afstandelijke, haast objektieve en naturalistische registratie, maar in die mate dat het beeld vrij wordt van anekdotiek en een zekere abstrahering meekrijgt.

Jan Vanriet put uit de mytes van de hedendaagse en de klassieke ikonografie. In tegenstelling met de Italiaanse Transavanguardia-schilders (Chia, Clemente, Paladino en co.) die daar vijftien jaar terug veel sukses mee oogstten, wordt Vanriet door sommige puristen in de kunstscène met een scheef oog bekeken, wegens te estetizerend. Wie zich daarover een oordeel wil vormen, moet naar de Stichting Veranneman in Kruishoutem, waar alle vijfendertig schilderijen te zien zijn. Naast de Vanriet-cyclus worden ook recente zwart-monochrome werken van de Franse schilder Pierre Soulages tentoongesteld, en strakke schilderijen van Herman Bellaert.

Bij Lannoo verscheen het kunstboek “Volgens Johannes”, met een inleidende tekst van professor Sabbe, waarin de Vanriet-werken in vijfendertig staties begeleid worden door het gedicht “De schipbreukeling” van Benno Barnard. Het boek kost 1495 frank en is verkrijgbaar in de betere boekhandel.

– Jan Vanriet, Pierre Soulages en Herman Bellaert in Stichting Veranneman, Vandevoordeweg 2 in Kruishoutem, tot 6 mei. Info : (09) 383.52.87.

HOOP EN ANGST

De Gentse schilder Philippe Vandenberg (43) is één van die kunstenaars die geleden hebben onder het feit dat schilderkunst in de jaren tachtig not done was. Vandenberg had dan nog het “geluk” om bij de adepten van de Neue Wilden gerekend te worden, zowat de enige schilderstijl die nog aanvaard werd in het tijdperk van de konceptuele kunst. Hij zelf heeft zich altijd verzet tegen die hokjes-mentaliteit en is op zijn eigen manier blijven schilderen, “want schilderen is een bron van moed voor mij”. En zie, na een periode van relatieve stilte staat Vandenberg plots volop op het voorplan. Hij heeft zopas een tentoonstelling in De Brakke Grond in Amsterdam achter de rug, in de Aalsterse galerie C. De Vos (Oude Gentbaan 295) hangen tot 30 april tekeningen uit het boek “De Stand der Dingen” en eind deze maand krijgt hij een grote tentoonstelling in het museum van… Jan Hoet, die de jongste tijd in méér ateliers van kunstschilders wordt gesignaleerd.

Maar de interessantste expositie van Vandenberg is momenteel te zien in het Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle. Daar toont hij recent werk, een haast logische evolutie van zijn hele schildersproces, dat in feite begon na een jaar werken in Parijs (1981). Toen gooide Vandenberg zijn schilderen om, verwoestte zijn figuratieve bagage en begon verhakkelde lichamen te schilderen, onthoofdingen, afgehakte handen, doornen kronen en dies meer, beelden van een explosieve, getormenteerde expressie. Vandenberg schilderde lijden, verwarring en angst, om langzaam (onder meer via een louterende periode van portretten) te komen tot wat hij nu doet : “Ik schilder de ziel. ” De ikonografie van weleer blijft, naast de zeeën van bloed, de onbereikbare horizonten, de zinkende schepen, maar de hoop breekt door, met het geschilderde woord “Courage”, met de helpende hand, en af en toe het doorbreken van het licht. Opvallend is de toenemende abstrahering en verdichting van het werk, zonder in pure abstraktie af te glijden, “want de kunstenaar mag het mysterie niet doden”.

Vandenberg koos zelf de Duitser Markus Oehlen als tegenspeler in de duo-expositie in Deurle. Oehlen behoort tot de generatie die Sigmar Polke als grote mentor heeft, en schildert in een “wilde” stijl met verwijzingen naar de Neue Wilden, de collage, de drippings, de pop-art. Die pop-art-sfeer in surrealistische versie zit nog sterker in zijn grote skulpturen, opgebouwd uit koorden, piepschuim en rubberen banden, met groteske menselijke en dierlijke vormen, liggend of schommelend te midden van de museale ernst.

– Philippe Vandenberg en Markus Oehlen in Dhondt-Dhaenens, Museumlaan 14 in Deurle, tot 14 mei. Info : (09) 282.51.23.

MARC RUYTERS

“Vermenigvuldiging van broden en vissen” (1993) : Vanriet interpreteert Johannes.

“Zonder titel” (1994) van Clark Clarysse : lyrisch scherpstellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content