WRIEMELEN

Naast de aankopen (1992-1993) van de Vlaamse Gemeenschap is in het Antwerpse Muhka nog een andere tentoonstelling te zien, met name van nieuw werk van Boyd Webb. Deze Britse kunstenaar maakt grote foto’s van “geslachtelijke oorlogsvelden” : wriemelende spermatozoïden, schaamharen en andere biomorfe kneedsels die in de meest bizarre vormen en konstrukties lijken rond te zwemmen of te zwerven op huid, vliezen en membranen. Als u dit leest, denkt u misschien aan kleverige en onsmakelijke toestanden, maar het verrassende van Webbs werk is net dat het er in die seks-strijd altijd vrolijk toe lijkt te gaan. Boyd Webb werkt met plasticine, lakens, verf en produkten uit de sfeer van de lichaamsverzorging en bouwt er grappige oorlogen mee van mikroskopische cowboys en Indiaantjes die een triljoen keren lijken vergroot. Een zwarte komedie van de voortplanting, te zien op grote, lichte foto’s : enig gegrinnik is hier toegelaten.

– Boyd Webb in het Muhka, Leuvenstraat Antwerpen, tot 19 februari. Info : (03) 238.59.60.

VERTELLEN

Er valt, bij heel wat jongere kunstenaars, een terugkeer vast te stellen naar de eenvoud en naar het verhaal. Geen post-konceptuele beslommeringen meer, geen inbedden van het werk in de maatschappelijke kontekst, geen aansluiting forcerend op stijlen en trends : gewoon het produkt van hun eigen verbeelding uitwerken. In goede zin kan dat verfrissend werk opleveren, in slechte zin wordt het vrijblijvend gedoe. Iemand als Leo Reijnders danst op het slappe koord tussen de twee : zijn eendagsschilderijen, die momenteel in de Antwerpse Dennis Anderson Gallery te zien zijn, tonen soms flitsen van spitse gedrevenheid, maar even vaak tekenen van snelle gemakzucht. Reijnders schildert “Daydreamingscapes” die op ironizerende manier het proces maken van de kunstenaar. Allerlei bizarre figuren evolueren op een lege, nihilistische achtergrond en krijgen een cynische tekst mee. Bij een tekening van hengelaars staat onder meer “Zij hadden nog niks gevangen” : dat “niks” slaat dan op geld, roem of gewoon een galerie waar de artiest naar hengelt. De beste reeksen zijn “working class”-tekeningen, over het leven op de boerderij, de dierenwereld en dies meer, waarbij de sublimering van “den artiest” een lekker cynisch ondertoontje krijgt.

De Amerikaanse Kathryn Feldman, die momenteel tentoonstelt in galerie Clo Bostoen (Kortrijk) gaat poëtischer te werk : ze maakt pastelkleurige, driedimensionele tableaus waarin allerlei objekten geïntegreerd worden tot werk dat qua vorm en inhoud willekeurig voortspruit uit haar dromen, ervaringen en emoties. Net als het echte leven, vindt ze zelf : ook het leven is vol van onbegrijpelijke en tegenstrijdige gebeurtenissen, is ironisch. Feldman beeldt de kleine chaos uit, is (nog) niet aan enige ordening toe.

– Leo Reijnders in DAG, Scheldestraat 84 Antwerpen, tot 21 januari. Info : (03) 248.67.47. Kathryn Feldman in galerie Clo Bostoen, Pieter Breughelstraat 3 Kortrijk-Marke, tot 22 januari. Info : (056) 21.48.54.

KUNSTAKTIE

In samenwerking met de BBL-bank hebben de kulturele centra uit de provincie Antwerpen een kunstaktie opgezet : aan drie kunstenaars werd gevraagd om een multipel te maken, die voor een heel aanvaardbare prijs kan aangekocht worden. In een rondreizende expo worden die drie multipels voorgesteld, ingekaderd in een kleine tentoonstelling. De kulturele centra kozen voor drie skulpturale artiesten. Philip Aguirre y Otegui realizeerde een kleine objektskulptuur, waarin recyclage-voorwerpen gesublimeerd en gestileerd worden tot een “wit kunstwerk”. Philip Huyghe maakte een mini-versie van zijn installatie “Als ik mijn leven opnieuw zou mogen beginnen”, die al eerder in deze rubriek werd voorgesteld. En Luk Van Soom borduurde verder op zijn droomtema’s “huis” en “boot”, luchtkastelen waarmee je naar de sterren kan reizen.

De mini-tentoonstelling reist rond over de diverse Antwerpse kulturele centra, met een uitgebreidere versie die momenteel in de Warande in Turnhout te zien is, tot 5 februari. Info : (014) 41.94.94. De multipels van Aguirre y Otegui en Huyghe kosten 6000 frank, die van Van Soom 9000 frank.

In de Turnhoutse Warande loopt tot 29 januari ook de tentoonstelling “Henry-Morton Stanley, ontdekkingsreiziger in dienst van de koning”. Ze is georganizeerd door het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren en probeert op kritische wijze het verhaal te brengen van journalist-ontdekkingsreiziger Stanley, op zoek eerst naar Livingstone, vervolgens naar het Congo van Leopold II.

SIGNALEMENTEN

– Nog tot en met zaterdag toont galerie Denise Van de Velde (Tragel 7a Aalst, (053) 78.75.47.) skulpturen van de Luxemburger Bertrand Ney. Daar zijn de werken in steen te zien waarmee hij in ’93 deelnam aan de Biënnale in Venetië. In de kleine galerieruimte worden multipels van Jaume Plensa getoond.

– Tot en met zondag is in het Musée d’Art Moderne in Villeneuve d’Ascq de expo “Les Dubuffets de Dubuffet” te zien. Ze brengt tachtig werken bij elkaar, afkomstig uit het Parijse Musée des Arts Décoratifs. De hele loopbaan van deze geniale tekenaar en schilder van de art brut, die zich uitgebreid liet inspireren door de kindertekening, wordt er in samengevat. Info : (00/33) 20/05.42.46.

MARC RUYTERS

“Germ” van Boyd Webb : wriemelende oorlogjes.

Muurskulptuur van Kathryn Feldman : persoonlijke verhalen.

Multipel van Luk Van Soom : droomscheepje.

HEIMAT-BRONS

De grote retrospektieve “Ernst Barlach : beeldhouwer, tekenaar, graficus en schrijver 1870-1938” is de laatste tentoonstelling in het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten onder het bewind van hoofdkonservator Lydia Schoonbaert. Zoals bekend gaat zij per 1 februari op rust. Volgens de geplogenheden zou tegen die datum een opvolger moeten benoemd worden die dan weer tot aan de pensioengerechtigde leeftijd aanblijft, tenminste als de bevoegde overheid de bestaande reglementering rond het klassieke ambtenarenstatuut toepast. Die “bevoegde overheid” is kultuurminister Hugo Weckx, en die wil vermijden dat het museum, dat één van de belangrijkste kunstkollekties in België (en daarbuiten) bezit, verder ten onder gaat aan sclerose. Weckx vindt dat het Antwerpse museum een eigentijds beleid verdient, en is op zoek naar wat hij een “kultureel manager” noemt. Maar daartoe dient voor deze welbepaalde funktie eerst het ambtenarenstatuut opengebroken te worden. Intussen wordt de vakante plaats niét opgevuld en zal de minister wellicht iemand binnen de instelling aanduiden om het tijdelijke beheer van het museum op zich te nemen.

De Barlach-retrospektieve is niet echt een Schoonbaert-produkt, want ze komt zowat kant en klaar uit het Ernst Barlach Museum in Wedel. Maar ze is wel eksemplarisch voor de artistieke sfeer die onder het Schoonbaert-bewind in het museum heeft gehangen : een haast gesloten burcht, met nostalgie naar vroegere tijden toen Kunst & Vakmanschap nog één waren en de nieuwlichters in hun eerste pampers rondliepen. Ernst Barlach (1870-1938) werd geboren in Wedel (Holstein) en is zijn hele leven een liefhebber van het landelijke leven gebleven. Dat heeft gevolgen gehad voor de ontwikkeling van zijn werk : terwijl rond de eeuwwisseling in de Europese steden een ware kunstrevolutie woedde, ontwikkelde Barlach een eigen “expressief realisme”, met sterk vereenvoudigde en ongekompliceerde lichaamsvormen, op zoek als hij was naar het overstijgen van de nietige, menselijke figuur. In zijn vroege werk stond Barlach nog duidelijk onder de invloed van de arts & crafts-beweging, maar een reis naar Rusland in 1906 zou de kunstenaar en zijn werk sterk veranderen : Barlach zag vooral de kleine mensen, de dompelaars en bedelaars en wilde zijn beelden van dan af een direkte expressiviteit meegeven die het anekdotische moest overstijgen.

De ellende van de Eerste Wereldoorlog zou Barlachs opvattingen alleen maar bevestigen. Hij creëerde een oeuvre van donkere, zware en haast religieuze beelden, een heimat-kunst als het ware. Het menselijke lichaam was voor Barlach niet meer dan “een hoopje onverbrande as”, vele figuren zijn dan ook gehuld in wijde gewaden en mantels, om de lichaamsvormen zo weinig mogelijk te prononceren. Veel in zijn werk verwijst naar het oeuvre van George Minne, maar het haalt de universele kracht van deze voorloper van het Vlaamse expressionisme niet.

Wie de tentoonstelling in het Antwerpse museum bezoekt (met een aanbod van meer dan vierhonderd werken) wordt in de centrale zaal overdonderd door een woud van bronzen beelden : gelukkig zal de volkstoeloop wellicht niet zo massaal zijn dat de beelden omvergelopen dreigen te worden. Het vakmanschap van Barlach staat buiten kijf, maar de sfeer van zijn werk is te gedateerd om een dergelijke overvloed te rechtvaardigen.

– Ernst Barlach in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Leopold De Waelplaats Antwerpen, tot 26 februari. Maandag gesloten. Info : (03) 238.78.09.

“Huilende vrouw”, brons uit 1923 : vereenvoudigde expressie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content