EXIT 24

LINDA ASSELBERGS

Tand 24 is niet meer. Voor de niet-tandheelkundigen onder u, dat is de eerste kies naast de hoektand linksboven. Kwaad dat ik was toen de tandarts meldde dat hij eruit moest. Investeert een mens in een dure stifttand, moet die er na luttele jaren weer uit. Eigenlijk vind ik tandentrekken niet meer van deze tijd. Ik associeer het met de martelkelder van het Gravensteen en de schilderijen van Jeroen Bosch. Bovendien was de extractie van nummer 24 een kaakslag aan de talloze tandheelkundigen die door de jaren heen hun uiterste best deden om mijn gebit in zijn totaliteit te conserveren. Sommige van die tandartsen waren merkwaardige figuren. Zo herinner ik mij een oudere man met een borstelkapsel en een rond brilletje die niet in verdoving geloofde. “Even op de tanden bijten”, zei hij telkens als hij die snerpende boor bovenhaalde, een grapje dat alleen hij kon smaken. Geen idee waarom mijn ouders precies die tandarts uitgekozen hadden. Misschien was het een onderdeel van het plan om mij weerbaar in de wereld te zetten, wat redelijk gelukt is. Geen probleem ook om mij in te leven in de martelscène in Marathon Man, waarbij ex-nazi Laurence Olivier het gebit van een onverdoofde Dustin Hoffman teistert.

Later had ik een tandarts met een vrouw die mij haatte. Waarom weet ik niet. Probeer maar eens verleidelijk te zijn met zo’n speekselzuiger in je mondhoek. Helaas was ’s mans echtgenote ook zijn assistente. Terwijl haar immer opgewekte man een eind weg babbelde tijdens boren en polieren, wierp zij mij achter zijn rug kwade blikken toe, zo doordringend dat het komisch was.

Was de tandheelkunde vroeger een bijverdienste van de barbier, tegenwoordig zijn tandartsen in hoge mate gespecialiseerd : er zijn paradontologen, orthodontisten, kaakchirurgen en wortelkanaalbehandelaars. Voor het verwijderen van nummer 24 stuurde mijn reguliere tandarts mij naar een kaakchirurg, een swingende figuur in een donderblauwe outfit die het midden hield tussen operatiekledij en een trainingspak. “Alles goed ?”, informeerde hij routineus. Nee dus, anders zat ik daar niet met mijn laadklep wijdopen. Maar toen stak de naald al in mijn tandvlees en haastte de chirurg zich op zijn Crocs naar een volgende behandelingsruimte, want in zo’n kliniek wordt bandwerk geleverd. Eerlijk, op wat wrikken na ik heb niets gevoeld van de ondergang van nummer 24. Alleen moet ik nu in afwachting van een implantaat drie maanden lang scheef eten en glimlachen. Nu, alles beter dan een kunstgebit dat later zoek raakt tussen de sanseveria’s van het woonzorgcentrum.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content