“Of we ooit al samen een interview hebben gegeven ? Nee, nog nooit.” Hoog tijd voor een tête-à-tête met Christian Salez en Veronique Branquinho, het ZAKELIJKE en artistieke brein van lederwarenhuis Delvaux. “We moesten elkaar op korte tijd leren kennen.”

Wereldberoemd in eigen land”, dat is het etiket dat de Belgische hofleverancier jarenlang met trots droeg. Sinds kort houdt men het liever bij ‘wereldberoemd’. Delvaux moet namelijk een internationaal luxehuis worden, met winkels én een atelier in het buitenland.

Made in Vietnam

Vorig jaar opende Delvaux een atelier in Vietnam. Waarom zet u de stap naar het Verre Oosten ?

Salez : We hebben de voorbije tien jaar enkel haute couture op de markt gebracht. En net als in de mode is die niet leefbaar zonder prêt-à-porter. Er is dus nood aan een nieuwe, toegankelijke collectie. Hoe doen we dat ? Door het design te vereenvoudigen én de prijs te verlagen. In Vietnam vonden we de ambachtelijke knowhow die daarvoor nodig is. Leder, lak, borduursels… ze hebben het in de vingers. Beter dan in sommige Europese ateliers.

Zijn er in Europa geen vakmensen meer ?

Salez : We vinden nauwelijks nog goede, gedreven vaklui. Handenarbeid op dat niveau ligt blijkbaar niet goed in de markt. Daarom investeren we in de opleiding van de mensen ter plekke. Zo zijn we verzekerd van het voortbestaan van de vakkennis die eigen is aan Delvaux.

Hoewel het een publiek geheim is, geven weinig merken toe dat hun producten uit Azië komen. Waarom u wel ?

Salez : Omdat het geen delokalisering van de bestaande collecties is, maar een nieuw project in de ontwikkeling van het huis. Eén die onze klanten enkel ten goede zal komen. Het atelier in Vietnam is complementair aan wat we hier doen.

Branquinho : Ze beschikken over een vakmanschap dat we hier niet kennen, en ook dat biedt mogelijkheden voor de toekomst. De nieuwe bagagelijn wordt er bijvoorbeeld gemaakt, omdat ze meer ervaring hebben met nylon.

Wereldberoemd in eigen land

Delvaux moet een internationaal luxehuis worden. Is België alleen te klein om te overleven ?

Salez : We hebben vandaag de collectie in handen om een internationale niche van luxe te ontwikkelen. Maar je kunt in het buitenland niet slagen als je op je thuismarkt niet het verschil kunt maken. De voorbije veertien maanden hebben we, voor het eerst in acht jaar, commercieel vooruitgang geboekt. De crisis speelt daarin een belangrijke rol : men hecht opnieuw waarde aan kwalitatieve producten en de manier waarop ze gemaakt worden.

Heeft de internationale bekendheid van een ontwerpster als Veronique Branquinho een invloed op het huis ?

Salez : De associatie tussen de twee merken is interessant voor het publiek. Toen bekend werd dat Veronique artistiek directeur zou worden, was een vaak gehoorde reactie : ‘Waarom hebben jullie dat niet vroeger gedaan ?’

Branquinho : Ik heb nooit enkel voor een Belgisch publiek ontworpen. Het doel is steeds om ook internationaal te verkopen. In het buitenland leert men Delvaux nu pas kennen. Wat voor ons cultureel erfgoed is, is voor hen een ontdekking. Behalve de nieuwe collectie doen dus ook de traditionele modellen het zeer goed.

Lang zullen ze leven

Hoe ziet u uw rol bij Delvaux ?

Branquinho : De opdracht is ruim en gaat verder dan het tekenen van handtassen. Als creatief directeur is het mijn rol om richting te geven aan het huis. Dat gaat van de kerstkaarten tot de reclamecampagne. Toen ik anderhalf jaar geleden in het bedrijf stapte, moest het een beetje afgestoft worden. Delvaux heeft een indrukwekkend archief, maar met te veel afgeleiden. Dus stelde ik de vraag : ‘Wat is het DNA van Delvaux ?’ De overblijvers werden ondergebracht in de Héritagecollectie. Ook in mijn eigen creaties is ontwerpen een kwestie van weggommen geworden, uitpuren en kijken wat er overblijft als je de franjes weglaat.

In 2009 vierde Delvaux zijn 180ste verjaardag. Hoe brengt u vernieuwing in een huis met zo veel geschiedenis ?

Branquinho : Het archief is uitgepuurd. Nu is het aan mij om traditie en design te verzoenen. Ik ben in mijn werk steeds op zoek naar tijdloosheid, naar vormelijke puurheid. Een tas van Delvaux moet niet wedijveren met de it-bags van het moment, maar overstijgt de seizoenen.

Salez : Het patrimonium van Delvaux is een troef, maar ook een grote verantwoordelijkheid. Veronique heeft de finesse om hiermee om te gaan. Ze ziet de toekomst als een natuurlijke voortzetting van het verleden.

Er bestaat zelden discussie over de kwaliteit van een tas, wel over de prijs. Zijn ze niet te duur ?

Branquinho : Een handtas van Delvaux wordt mooier met de tijd. Het leder patineert en het design gaat nooit vervelen. De tassen worden van moeder op dochter overgeleverd. Ik ken weinig andere producten waarvoor dit geldt.

Salez : Je zou de vraag ook beter omdraaien : wat krijg je voor welk bedrag ? We streven ernaar om de klant waar voor zijn geld te geven. Of het relevant is om duizend euro te spenderen aan een handtas, dat is een ander debat. Dan gaat het over de uitgave, en niet het product. Soms is zelfs honderd euro te veel.

Geen familie, toch verwant

Jullie zijn beide als buitenstaander in een familiebedrijf gestapt. Hoe voelt dat?

Salez : De familie Schwennicke is een familie als geen andere. Ze hebben respect voor iedereen die van ver of dichtbij met Delvaux te maken heeft en beschouwen dit huis als een patrimonium dat hun eigenaarschap overstijgt. Er is geen sprake van een hiërarchie, maar daadwerkelijk van een triumviraat, met directe banden tussen François (Schwennicke), Veronique en mezelf.

Branquinho : Ik heb van in het begin het vertrouwen gekregen om te doen wat ik wou. We zullen het niet altijd eens zijn, maar met een goed gesprek kan veel opgelost of bijgestuurd worden.

Wat hebt u al geleerd van Delvaux ?

Branquinho : De ambacht van het leder bewerken. In het Arsenaal werken artisans met meer dan dertig jaar ervaring die nog voortdurend innoveren. Ze zijn fier op hun product.

Salez : En ook : dat men zich niet mag laten leiden door cijfers alleen. Want dan waren we misschien tien jaar geleden op de kar van de geïndustrialiseerde luxe gesprongen. Uiteraard hebben we het niet gemakkelijk, maar er zijn veel merken die de sprong wel gewaagd hebben en vandaag ook problemen hebben. En wij plukken nu de vruchten van onze eigenzinnigheid.

Waar bent u zelf fier op ?

Salez : De aanwerving van Veronique. (lacht)

Branquinho : Ik ben heel fier op de wintercampagne. Het beeld klopt.

Salez : Ook belangrijk is dat we zonder revolutie toch evolutie hebben gebracht. De verkoopcijfers gaan opnieuw omhoog, onze knowhow is verzekerd en we worden internationaal verkocht. Warenhuis Barneys heeft tijdens de New York Fashion Week zelfs een volledige etalage gewijd aan Delvaux, en we waren niet eens vragende partij. Een mooie basis voor de toekomst.

Door Ellen De Wolf – PORTRET Saskia vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content