Kinderkamerkunstenares (32)

::Het prentenboek Heb jij dat ook ? is uit bij Veltman Uitgeverij. Meer info over de kinderkamerkunst : www.heppi.nl

Een prentenboek moet een duidelijk verhaal hebben. Niet te ingewikkeld, maar er moet wél genoeg in te ontdekken vallen, zodat kinderen er telkens weer naar teruggrijpen.

Het tekengerei was nooit ver weg in mijn jeugd. Mijn vader, een leraar, zag het echter niet zitten dat ik van tekenen mijn beroep zou maken. “Daar verdien je nog geen droog brood mee”, argumenteerde hij. Dus werd het economie, wat niet zo’n geslaagde keuze was – na twee jaar gaf ik er de brui aan.

Ik genoot van het studentenleven, niet van het blokken. De vakken waarvoor inzicht nodig was, zoals wiskunde en statistiek, vormden geen obstakel. Maar zodra ik over de boeken gebogen moest zitten, liep het verkeerd. Ik wist niet hoe om te gaan met de vrijheid op de hogeschool û ik had behoefte aan structuur.

Gek dat je op je 18e al je toekomst moet bepalen. Hoe weet je dan al waar je naartoe wilt ?

Uiteindelijk werd het orthopedagogie, in avondonderwijs. Een jaar lang liep ik, één dag per week, stage bij jonge autisten. Het was boeiend om te zien hoe die kinderen in hun eigen wereldje opgesloten zitten, maar toch heel traag vorderingen maken. Als ik dat werk voltijds zou moeten doen, kon je me bij elkaar vegen. Je moet sterk in je schoenen staan voor die loodzware job. Schrijnend hoe die begeleiders ondergewaardeerd worden : hun salaris is helemaal niet in verhouding met de verantwoordelijkheid die ze dragen.

Door die studie weet ik hoe kinderen kijken. Hoe eenvoudiger een beeld, hoe meer het aanspreekt. Mijn schilderijen zijn heel simplistisch. Weinig lijnen, maar véél kleuren.

Mond-tot-mondreclame bezorgde me steeds meer opdrachten. Zo raakte ik van het kantoorwerk verlost. Tegen mijn zin was ik aan de kost als loopbaanadviseur in een ziekenhuis toen ik mijn eerste kinderkamerschilderijen verkocht. Eerst schakelde ik over op parttime, na een jaartje gaf ik mijn ontslag om mijn eenmanszaak Heppi op te starten. Grote investeringen waren niet vereist. Een ezel en verf, en je kunt aan de slag.

Vader stierf twee jaar geleden, ik ben blij dat hij de groei van mijn zaak en de publicatie van mijn eerste prentenboek nog heeft kunnen meemaken.

Dit is een eenzaam beroep, al heb ik er weinig moeite mee. Mijn avonden zijn goed gevuld, om de sociale schade weg te werken.

Ik zie mezelf niet als een kunstenaar. Veeleer als een zaakvoerder, die creëert én verkoopt. Zakelijke beslissingen bespreek ik steevast met mijn echtgenoot. Zonder zijn steun zou het me niet lukken.

“Geïmiteerd worden, is het grootste compliment”, zegt mijn man. Er verschijnt almaar meer namaak op internet. In vier jaar zijn er al tientallen op de kar gesprongen. Je kunt jezelf daartegen beschermen, maar als ze kleine details veranderen, wordt het al moeilijk om juridisch iets tegen het plagiaat te ondernemen. Laat het me positief bekijken : het stimuleert me om de concurrentie een stap voor te blijven.

Ik hou van groot. En van klare taal. Als je iets wilt zeggen, doe dat dan zonder omwegen. Draai niet om de hete brij. Ook in mijn schilderijen wil ik to the point zijn. Voor priegelwerk moet je niet bij mij zijn. Ooit droeg een leraar me op om iets op klein formaat te schilderen û ik heb lang naar dat lege blaadje zitten staren, niet wetend wat ik ermee aan moest.

Doe maar normaal, dat is al gek genoeg, is mijn motto. Als inwoner van Rotterdam heb ik de heisa rond Pim Fortuyn van dichtbij meegemaakt. Ik probeer daar zo nuchter mogelijk bij te blijven. Ik laat me geen angst aanpraten.

Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content