Realistische mode is niet noodzakelijk minimalistisch, preuts en/of vervelend (maar soms wel). Beknopte definitie : een vrouw kan er zonder problemen op kantoor mee verschijnen. Glamourmode getuigt dan weer niet altijd van slechte smaak, of van typisch Italiaanse pronkzucht (zie onder anderen Haider Ackermann). Een rodeloperjurk is in sommige omstandigheden uiterst relevant – op een rode loper, bijvoorbeeld. Maar in de echte wereld : zelden. De ontwerpers zijn meestal dromers, mannen meestal, die in hun kinderjaren te veel naar Assepoester hebben gekeken.

Erop

1. Met Céline heeft Phoebe Philo een stuurloos, enigszins gezichtsloos merk getransformeerd tot het meest toonaangevende label van de vroege jaren tien. Minimaal, ja. Streng, dat soms ook. Maar nooit vervelend.

2. Jil Sander was, in velerlei opzicht, de Phoebe Philo van de vorige generatie. De oorspronkelijke keizerin van het minimalisme beleeft zelf een tweede jeugd als creatief adviseur van Japans winkelstraatmerk Uniqlo, voor wie ze ook de bijzonder uitgepuurde, en relatief betaalbare lijn +J ontwerpt.

3. Dries Van Noten is ongetwijfeld de meest succesvolle Belgische realist. Bij hem rijmt realisme niet op minimalisme. Wel op draagbaarheid. Van Noten adverteert niet in de glossy bladen en dat zal waarschijnlijk wel voor een stuk met geld te maken hebben : een onafhankelijk kledingmerk, hoe succesvol ook, heeft niet dezelfde financiële mogelijkheden of schaalvoordelen als de eerste de beste multinational. Maar niet adverteren heeft ook voordelen : de Dries Van Noten vrouw is in wezen élke vrouw.

4. Toegegeven, Donatella Versace hoort op het eerste gezicht veeleer thuis in de categorie Erover. En toch. Sinds ze de fakkel van Gianni Versace heeft overgenomen, staat het merk voor een heel ander type vrouw. Nog steeds met een ferm glamourgehalte, maar thans veel meer ingehouden, en minder obviously bimbo. Vergeleken met de mode van veel van haar mannelijke collega’s in Milaan (Cavalli, Dolce e Gabbana) getuigt Donatella van veel subtiliteit.

5. Coco Chanel blijft inspireren. Zij deed in de jaren twintig in feite precies hetzelfde als wat de ontwerpers in deze kolom nu doen : ze sublimeren sports-wear, door comfort en een perfecte coupe te verloven met fijne stoffen. Chanel blijft de muze van het realisme in de mode.

Erover

1. John Galliano heeft natuurlijk enorm veel talent, en de shows voor Christian Dior of zijn eigen merk zijn nooit minder dan verbluffend. Maar hebt u in uw omgeving al een vrouw zien rondlopen in zo’n door Marie Antoinette of Cleopatra geïnspireerde slagroomtaartjapon ?

2. Wie is van alle Italiaanse megalomane ontwerpers de meest megalomane ? Roberto Cavalli ? Dolce e Gabbana ? Dirk Bikkembergs ? De laatste past niet in het rijtje : zijn sportcouture (voor mannen) past perfect in het concept van realistische mode. Cavalli, daarentegen, vertegenwoordigt een ander, veel meer breedsprakig tijdperk.

3. Karl Lagerfeld is een creatieve veelvraat, en misschien de ultieme maximalist. Zie het elders in dit nummer al besproken, totaal megalomane decor van zijn Chanel-voorjaarsdefilé. Iedereen vindt hem fantastisch, hijzelf op kop. Maar echt toonaangevend is Chanel al lang niet meer.

4. Tom Ford, die dit seizoen voor het eerst een eigen dameslijn lanceert, is in zekere zin een jongere versie van Lagerfeld : in essentie oertraditioneel, geïnspireerd en geobsedeerd door goddelijke muzes – die in New York ongeveer allemaal meeliepen in de meest achaïsche show van het seizoen (Ford is daarentegen wel een betere regisseur dan Lagerfeld).

5. Thierry Mugler wordt dit jaar een nieuwe richting ingestuurd door Nicola Formichetti, de stylist van Lady Gaga. Dat belooft !

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content