Laboratorium, boudoir, kuuroord: wordt de badkamer het hart van onze woning?

Mijn eerste badkamer bestond uit niet meer dan een plastic douchecel, geïnstalleerd op het met planken dichtgemaakte terras van mijn huurappartement in het centrum van Brussel. Er was geen verwarming, zodat ik tijdens barre winterochtenden dikwijls heb staan klappertanden. De douche was bijzonder smal, de kop viel voortdurend naar beneden en er zat te weinig druk op het water. Maar ik had er wel een prachtig uitzicht op de Brusselse skyline. Later verhuisde ik naar een oud appartement langs een Parijse boulevard. Daar was de badkamer een groot, donker hok met een raampje dat uitgaf op een lichtschacht waarin de bovenburen hun sigarettenpeuken deponeerden. Terwijl je je tanden poetste, zag je ze vallen, als de bijna uitgedoofde lonten van natgeregend vuurwerk. De badkuip was enorm en zat tussen drie muren geklemd, comfortabel en claustrofobisch tegelijk. Boven de lavabo hing een enorme spiegel in een gouden lijst.

Sinds april van vorig jaar woon ik in een recent gerenoveerd appartement in een voormalige kartonfabriek. Nu geeft mijn badkamer uit op mijn slaapkamer. Er zit een muur tussen, maar geen deur. Het bad is kleiner dan in het vorige appartement, maar ik heb voor het eerst twee lavabo’s, ingebouwde kasten en een radiator die tegelijk dienst doet als handdoekenrek. Er is veel licht in mijn badkamer, dat weerkaatst wordt door blinkend witte tegels zodat het er altijd zomer lijkt. Kun je meer verwachten van een badkamer in een bescheiden huurwoning?

Ik zit vaak in bad, want daar blader ik door de geschreven pers. Dan lees ik dat de badkamer de voorbije jaren enorm geëvolueerd is, ja zelfs een heuse revolutie heeft ondergaan. Nochtans, als ik naar mijn eigen badkamer kijk, en die van mensen in mijn omgeving, dan weet ik niet of dat wel klopt: bad, douche, een lavabo of twee, wat bergruimte en een spiegel, moet het meer zijn?

Ik denk dat vooral de vormentaal verandert. Badkamers en keukens zijn, meer dan andere kamers, onderhevig aan modetrends. Het succes, enkele jaren geleden, van de hybride slaap- en badkamer wijst op een statusverschuiving. Vroeger was de badkamer intiem en geborgen, dikwijls zelfs verborgen. Nu is het een pronkstuk. “Badkamers worden een stuk luxueuzer”, zegt Koen Ducatteeuw, productie- en marketingverantwoordelijke bij de Belgische marktleider Detremmerie. “In vergelijking met enkele jaren geleden is de vraag naar duurdere materialen erg toegenomen. De vormen daarentegen zijn strakker, eenvoudiger.” Hij vergelijkt het meubilair van Detremmerie met dat van de toonaangevende Italiaanse bedrijven, al noemt hij het sanitair van zijn fabriek commerciëler. “Italiaanse stijl en Duitse degelijkheid, aangepast aan de Belgische markt, zo kan je onze producten samenvatten. Italiaans design is vaak heel mooi, maar ook vrij duur. Wij kiezen voor betaalbaar design.”

Detremmerie, dat een jaarlijkse omzet heeft van zo’n 300 miljoen frank, schreef de eerste hoofdstukken van zijn geschiedenis in de keukensector. Hun eerste badkamers kwamen 17 jaar geleden op de markt. “Vroeger ontwierp meneer Detremmerie de nieuwigheden”, zegt Ducatteeuw. “Met één reeks zat je toen jarenlang goed. Dit jaar brengen we tien reeksen, een record, maar zo’n aanbod is wel noodzakelijk geworden.” Volgens hem verdwijnen wat hij de “blokkendoosbadkamers” noemt. “Vroeger had je in de badkamers alleen opbergruimte voor handdoeken en schoonheidsproducten: een onderkastje, een lavabo, een bovenkastje. Nu zien we almaar meer losse kolomkasten op poten, en ook vaker speelse elementen. Er wordt veel meer geleefd in de badkamer. Design is belangrijker geworden. Vroeger moest een badkamer vooral praktisch zijn, nu mag ze ook mooi zijn.”

“Opvallend”, zegt Ducatteeuw, “is het veranderende koopgedrag. Vroeger was de keuken prioritair. De badkamer kwam op de tweede plaats, als het budget nog wat ademruimte toeliet. Tegenwoordig wordt aan beide evenveel aandacht besteed.”

Er is duidelijk een terugkeer naar het concept van het boudoir”, zegt Charlotte Nys, marketingverantwoordelijke van een andere Belgische fabrikant, Aquamass, een huis dat inspeelt op de wellnesstrend die het tegenwoordig zo goed doet. “De badkamer als oase van rust,” noemt Nys het, “een plek waar je je goed voelt, waar je na een afmattende werkdag opnieuw jezelf kan zijn. Dat, en een terugkeer naar eenvoud, naar de primaire waarden.” Nirwana dus.

Aquamass, dat actief is sinds 1978, lanceert tijdens Batibouw een merkwaardig concept: de Tinta, een machine die tegelijkertijd balneotherapeutisch bad, powerdouche en chromotherapeutisch lichtpaneel is. “Gebrek aan licht”, zegt Nys, “veroorzaakt angstcrisissen en depressies. Dat blijkt uit medisch onderzoek. Philips (de gloeilampenfabriek, JB) heeft daar als eerste op gereageerd met Bright Light, een lichtpaneel dat onder meer door dokters wordt gebruikt. Het helpt de gebruiker zijn evenwicht terug te vinden. Datzelfde systeem is ook in de Tinta geïntegreerd, en werd uitgebreid met andere kleuren: rood, groen, geel en blauw, één per gemoedstoestand. Elke kleur heeft een ander effect.”

In de douchecel zijn ook luidsprekers en vijf cd’s geïntegreerd, één per kleur. Alsof dat niet volstond, is er aromatherapie met vijf verschillende geuren en een ozonverspreider, die weliswaar niet kan worden gecombineerd met de geuren. Er is een apparaat waarmee het bad kan worden gedesinfecteerd, en in de bodem zit een energielamp. Die heeft een uitsluitend esthetische functie, en geeft een melkwitte schijn aan het water. De aanbevolen duur van een lichtbad is 18 minuten, wat ook de speeltijd van de muziekfragmenten is. Zelf heb ik de Tinta niet uitgeprobeerd, maar volgens Nys voel je je op een andere planeet. “Mars”, suggereert ze, “of Jupiter. Je voelt je in elk geval volstrekt afgezonderd van het dagelijks leven. Een echte terugkeer naar jezelf.”

Bij de grote internationale badkamerfabrikanten valt vooral de uitbreiding van het gamma op. Er is voor elk wat wils, en iets voor elk marktsegment. Zo heeft Ikea enkele perfecte lavabo’s voor kleine budgetten. Maar wie het breder heeft, zal misschien smelten voor de lijn Wash van Obumex, ontworpen door Vincent Van Duysen en Suzon Ingber. Duravit en Hoesch werken samen met designers als Philippe Starck en Michael Graves. Happy D, een door het Duitse bureau Sieger Design ontworpen lijn van dezelfde fabrikanten, is uitgepuurd eenvoudig en betaalbaar.

Boffi, dat zijn producten tentoonstelt in een hallucinante showroom in Milaan, maakt van je huis een waar kuuroord, met aparte badkamer, hamam, en als het moet een waterplan met lotusbloemen. Een voorbeeld is de lijn I Fiumi, met als eyecatcher een eivormige badkuip in Lecce-steen van Claudio Silvestrin, die ook het interieur ontwierp van de Londense galerie White Cube en van winkels voor Calvin Klein.

Wie daar geen geld voor heeft, of geen plaats, kan zich troosten met een douchegel van de lijn Boffi Body. Dergelijke synergieën waren tot voor kort het exclusieve terrein van de kledingindustrie, met parfums, schoonheidsproducten en andere licenties, linnen bijvoorbeeld, of designvoorwerpen. Zo heeft de Spaanse keten Zara sinds kort een door Fabien Baron ontworpen lijn van geur- en badproducten. H&M verbindt mode en de nieuwe badkamercultuur met een nog niet in België verkrijgbare lijn rustgevende producten, onlangs voorgesteld in Kopenhagen in een decor dat duidelijk was geënt op het voorbeeld van Boffi. Yves Saint Laurent, ten slotte, lanceerde enkele weken geleden een nieuwe variant van de mannengeur Kouros in een voor de gelegenheid gebouwde gymzaal. Kouros Body zit verpakt in een flacon die de vorm heeft van een halter.

Waarschijnlijk heeft Boffi het best begrepen hoe groot het potentieel is van de nieuwe badkamer. Dan gaat het niet meer over mijn twee lavabo’s, maar over winkelconcepten en productfilosofie, over mode ook. Tijdens de meubelbeurs Abitare Il Tempo, enkele maanden geleden in Verona, liet de fabrikant een virtuele winkelruimte inrichten door de designer Piero Lissoni, die ook werkt voor merken als Cassina en Cappellini. Lissoni’s blauwdruk was allesbehalve een intimistische plek, wel een open huis waarin de ruimtes niet door muren werden gescheiden, maar door watervlakken. Het opzet was new age, de invulling volstrekt hedendaags: minimalistisch maar opulent. “Het water heeft een dubbele rol”, zei Lissoni. “De eerste is mechanisch, in het water worden de voorwerpen weerspiegeld. De tweede is sensueel, want het water bevordert relaxatie en nadenken.” Lissoni beschouwt zijn project als de showroom van een soort universele badkamer, niet louter westers, niet louter oosters. Een flexibele badkamer die op verschillende manieren kan worden ingevuld, in dit geval met tropische planten. “In mijn virtuele winkel kan je verschillende stijlen naast en door elkaar laten leven. De laatste technologische ontwikkelingen in badkamerdesign – etnische voorwerpen, met de hand beschilderde tegels, industriële vloeren, natuursteen, hout – het kan allemaal.” Misschien moet ik de badkamer van mijn dromen herzien. Het mag best ietsje meer zijn.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content