Zo haar leven, zo haar mode : Elsa Schiaparelli wist te shockeren. Met een slim detail maakte ze van iets ordinairs iets excentrieks, en met haar experimenten zette ze de toon voor al wat na haar werd ontworpen.

JOSEPHINE FAIRLEY

FOTO’S : VAN PARYS

Alles wat met Elsa Schiaparelli te maken had, was shocking. Shocking bijvoorbeeld was de kleur die ze uitvond : een soort van elektrisch roze dat toen nog nooit te zien was geweest, ook al is dat nu moeilijk te geloven. Shocking was ook de naam van haar biezonder sexy parfum, een van de eerste parfums in designflakon na dat van Mademoiselle Chanel. Salvador Dalí ontwierp het flesje in de vorm van een vrouwenbuste, meer dan een halve eeuw vóór Gaultier. Voor de lancering van het parfum verfde hij een opgezette beer in shocking roze, en stak hij het beest enkele laden in de buik. De beer kreeg een orchideekleurige satijnen mantel en werd beladen met juwelen. Geen wonder dat men stond te drummen voor het uitstalraam van wat in feite de allereerste designerboetiek in de geschiedenis was.

Elsa Schiaparelli werd geboren in Rome in 1890 in een familie van rijke intellektuelen. In een tijd dat vrouwen alleen mooi moesten wezen en vooral zo weinig mogelijk mochten zeggen, overtrad ze alle regels. Dat ze zelf geld zou verdienen, was zeker niet in haar DNA geprogrammeerd. Toen ze veertien was, publiceerde Schiap (zeg “skjap” en niet “sjap”) een boekje met gedichten, samen met een neef die haar talent opgemerkt had. Die gedichten waren zo hartstochtelijk dat haar familie haar meteen naar een klooster verbande. Later studeerde ze filozofie in haar geboortestad.

Op een mooie dag arriveerde ze in Parijs, op de vlucht voor een huwelijkskandidaat, zoals wel vaker gebeurde. Toen een vriend haar daar uitnodigde op een bal, besefte Schiap dat ze niet eens een avondjurk bezat. Ze kocht vier meter donkerblauwe en twee meter oranje crêpe de Chine, drapeerde die rond haar lichaam en haar benen (als een soort pofbroek), en vond zichzelf biezonder vindingrijk. Tot die aaneengespelde jurk uiteenviel op de dansvloer.

Schiap was geen knappe maar wel een opvallende en zelfverzekerde vrouw met donkere, diepliggende ogen. Een echte flapuit, die haar vlammend rode lippen nooit op elkaar kon houden. Haar dochter schrijft bijvoorbeeld : “Ze was geen doetje. Ze zei altijd en tegen iedereen haar mening. En wie haar verveelde, kreeg de volle lading. Ze was liever niet aanwezig als saaie dames uit de provincie kwamen passen. Ze boezemde vaak schrik in. Ook ik was soms bang voor haar. Soms zat ze urenlang heel stilletjes op de sofa, net een keizerin. Mama was een echte Italiaanse, opvliegend en koppig, met een vulkanisch temperament. “

Ze maakte heel wat vijanden die groen zagen van nijd om haar groot sukses. Maar dankzij haar buitensporigheid werd ze ook bevriend met enkele van de meest opmerkelijke figuren van haar tijd : Jean Cocteau, Dalí, “Bebe” Bérard, Horst, Cecil Beaton, surrealist Marcel Duchamp, Edward Steichen, Man Ray. Door samen te werken met sommigen van hen, werden de grenzen tussen mode en kunst steeds vager. Voorbeelden zijn het parfumflesje voor Shocking, het met Cocteau-figuurtjes versierd jasje, of de mantel gebaseerd op Dalí’s schilderij City of Drawers (kompleet met zakken als laden).

Maar Schiaparelli’s sukses, haar hele carrière in feite, was eigenlijk louter toeval. Om het met een aforistische wijsheid te zeggen : door het moederschap werd ze genoodzaakt inventief te zijn. Ze werd stapelverliefd op een filozofieleraar, een Poolse graaf, toen ze naar een van zijn lezingen ging. Ze bleven praten tot in de vroege uurtjes. Tot grote ergernis van haar familie kondigde ze ’s anderendaags haar verloving aan. Hun zwartgallige voorspellingen kwamen uit. Kort nadat het echtpaar van Parijs naar New York verhuisd was en hun dochtertje Gogo geboren was, ging haar echtgenoot er vandoor (sommigen beweren met Isadora Duncan). Ze scheidde van de graaf, en beweerde dat hij met haar bedsprei in nertsbont was gaan lopen en dat hij ze als voering in zijn mantel had laten naaien. Schiaparelli leefde van het ene baantje in het andere. Zo verkocht ze lingerie en hield ze de ticker-tape in ’t oog voor een Wall Street makelaar. Soms had ze helemaal geen baan, en dan leed ze honger. Er waren dagen dat ze leefde van een worstje of een stuk fruit. Toen sloeg het echte noodlot toe : Gogo kreeg polio. Op zoek naar adekwate verzorging kwam ze met haar dochtertje terug naar Europa. Nog altijd blut, speelde Schiap met de gedachte zich in Parijs te vestigen als schilderes, beeldhouwster of ontwerpster. Paul Poiret gaf haar wel moed, maar niet de betrekking die ze zo dringend nodig had.

Op een mooie dag ging Schiap, eeuwig fuifnummer, hoe berooid ze ook was, naar een sjieke lunch in een zelfontworpen outfit die haar leven zou veranderen : een eenvoudige zwarte trui met witte kraag en strik in trompe-l’oeil, voor haar gebreid door een Armeense boer. De andere gasten zwermden rond haar als roofvogels. Een Newyorkse zakenman bestelde onmiddellijk veertig van die truien met bijpassende rokken. Hoewel ze eigenlijk nooit had leren naaien, zat Schiap meteen in de business. Haar eerste en zeker niet haar laatste beroemde klant was Anita Loos (Gentlemen prefer blondes), en het Parijse Ritz liep lange tijd vol met dames in wit-zwarte truien. Nog andere truien gingen als broodjes over de toonbank : een die deed denken aan de getatoeëerde borst van een zeebonk (met doorboorde hartjes en slangen), een andere met opgetekende ribben en borstbeen (als een röntgenfoto). Lang vóór Moschino zaliger, wiens carrière steeds meer leek op een hommage aan Elsa Schiaparelli, liet Schiap stof bedrukken met een krantenprint en maakte ze er foulards van.

Schiap had haar métier gevonden. Ze was de beste reklameagent voor zichzelf en wist alle nieuwigheden uit te buiten. Grappig zijn was daarbij belangrijker dan van goede smaak getuigen. Overal ter wereld haalde ze krantekoppen. Rond 1930 was het kleine gezelschap Armeense breiers met wie ze gestart was, uitgegroeid tot een groep van meer dan 2000 werknemers, aktief in 26 ateliers.

Hoewel ze talrijke romances had, waren haar werk en haar dochterSchiaps twee grote passies. Naar buiten toe was ze een eigenzinnige en zelfstandige vrouw. Ze huwde geen tweede keer, maar liet een resem gebroken harten achter in haar spoor dat naar Shocking geurde. Toen bijvoorbeeld een van haar aanbidders haar via een transatlantisch telegram ten huwelijk vroeg, vond ze het niet nodig de brave man een antwoord te sturen. “De kans dat een vrouw met een sterk karakter een goede echtgenote wordt van een man die haar wil domineren, is zeer klein”, schreef Schiap in 1954 in haar biografie met als titel (hoe kon het anders) A Shocking Life. Ze voegde er nog aan toe : “En een zwakkeling zou ik al evenmin aanvaard hebben als echtgenoot. “

Schiap werkte hard, en genoot met volle teugen van het leven. In haar woning in de rue Berri werden memorabele etentjes georganizeerd. Ze bezat tapijten van Aubusson, surrealistische schilderijen en kamerschermen, vermiljoenen borden, Chinese boekenrekken, marmeren luipaarden, en een divan die ze zelf ontworpen had in de vorm van een piano. En overal was er antiek. Schiaparelli schrijft : “Door Parijs wandelen en een kijkje nemen in de antiekwinkels werd biezonder gevaarlijk voor mijn bankrekening. Dus kocht ik een auto om minder geld uit te geven. “

Parijs lag aan haar voeten. Yves Saint Laurent beschreef haar invloed op de stad : “Ze sloeg Parijs in het aangezicht. Ze deelde klappen uit, mishandelde en behekste de stad. En toch werd Parijs smoorverliefd op haar. ” Alles wat Schiap en haar dochter deden, verscheen in de kranten. Zoals het feit dat Gogo als zestienjarig meisje op reis ging met haar eigen roze zijden lakens. Toen Schiap naar New York reisde, kreeg ze een leeuwejong cadeau met een trui en een met diamanten versierde leiband om mee door de stad te wandelen.

Andere ontwerpers waren jaloers op Schiaps grenzeloze inventiviteit. In het biezonder Chanel, die haar smalend beschreef als “die Italiaanse artieste die kleren maakt”. Alles en nog wat inspireerde haar : saffraan en felle oranjetinten uit India, het circus (tientallen jaren vóór Saint Laurent versierde zij haar ontwerpen met klowns en olifanten), de dierenriem, Afrikaanse kunst, kubisme… Ze begreep dat het schokeffekt haar ontwerpen van de massa onderscheidde, haar talent om met een slim detail van iets ordinairs iets nieuws te maken. Terwijl andere vrouwen schoenen aan de voeten droegen, vond deze couturière er niets beters op dan van een schoen in zwart fluweel met een shocking roze hak een hoed te maken. En Daisy Fellowes, een van de grote toenmalige schoonheden, had nog het lef om hem te dragen ook. Nog een krachttoer voor modisten : een hoed in de vorm van een gegrilde lamsbout. Schiap was de eerste om te experimenteren met kunstvezels. Ze gebruikte ook tweed voor avondkleding, hangsloten voor jassen, gigantische keramieken knopen in de vorm van handjes, vlindertjes, lollies… Ze maakte juwelen in plexiglas en ontwierp handtassen met ingebouwde verlichting. Als eerste bracht ze plastic ritssluitingen op kleren aan als versiering, als eerste ontwierp ze broekpakken (very shocking in die tijd), als eerste tekende ze avondjurken die leken op sari’s.

Geen wonder dus dat de sterren-van-de-dag voor haar deur aan de Place Vendôme neerdwarrelden : Marlène Dietrich, Claudette Colbert, Norma Shearer, Merle Oberon, Lauren Bacall, Gary Cooper, Mae West, Gloria Swanson, en een mager meisje dat er lelijk en sjofel uitzag. Schiaparelli schreef : “Ik kende haar niet, maar ze interesseerde me wel en ik hielp haar bij het uitkiezen van kleren. Ze liet me kiezen wat ik het beste vond, terwijl ze af en toe met een piephoog stemmetje een opmerking maakte. Ze stapte naar buiten en zag er gewoon fantastisch uit. Kort nadien las ik een interview dat ze gegeven had in Amerika. Ze vertelde dat de metamorfoze in mijn winkel het begin was geweest van haar geweldige carrière. Haar naam ? Katharine Hepburn. “

Maar aan alles komt een eind, ook aan sprookjes. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog gaf een flinke knauw. Tijdens de oorlogsjaren ging Schiaparelli in ballingschap naar de Verenigde Staten. Ze hielp er een tentoonstelling rond het surrealisme organizeren en werd vrijwilligster bij het Rode Kruis. Ze gaf zelf toe : “Het feit dat Schiap, de zogenaamde Queen of Fashion, om zes uur ’s morgens door de straten liep met linnen schoenen, witte sokken en een blauw katoenen kapje, had iets komisch. ” Tijdens haar lange ballingschap maakte ze slechts één ontwerp : een trouwkleed voor de hond van een kok. “Met fonkelende juwelen en een stukje witte voile, gekocht in een tweedehandswinkel om de hoek, dat de hond achter zich aansleepte. ” Schiap kwam naar Parijs terug nadat de geallieerden de stad bevrijd hadden. Haar boetiek was de hele tijd opengehouden door haar personeel, en toen ze er opnieuw arriveerde leek het of er niets veranderd was. In de kranten van december 1945 stond naast berichten als “Keulen Gevallen” of “Stakingen in Detroit” ook te lezen : “Schiaparelli legt de nadruk op kleuren in de mode”.

Zij was een van de allereersten die begreep dat je als modeontwerper pas echt sukses hebt als je niet alleen de lunching ladies, maar ook de veel talrijker working women kan bekoren. Schiap lanceerde nog een ander parfum : The Roy Soleil, opnieuw in een door Dalí ontworpen flakon : een vergulde zon en zwaluwen in een goud-en-blauwe zee, het geheel in de vorm van een goudkleurige schelp. Ze zond een van de allereerste flakons naar de Hertogin van Windsor, een trouwe klant, die antwoordde : “Het is de mooiste flakon die ooit gemaakt werd. “

Om haar come-back te maken in het uitgaansleven gaf Schiap een bal, het Ball of the Balloon, naar eigen zeggen goedkoper dan heel wat kleinere party’s. Haar manier om te reageren tegen de heersende krisissfeer. In de tuin werd een warmeluchtballon opgeblazen. Tussen de bomen en de struiken hingen roze en groene lampions, en op de tafels lag shocking pink zijde. Haar midas-truukje : alles wat Schiap aanraakte, werd stijl.

Na de oorlog waaide ook nog een andere frisse wind door Parijs. Naast het invoeren van kleuren in de mode, werkte Schiap ook mee aan het nieuwe modesilhouet. Het was uit met de brede schouders, iets dat zeer lang haar imago typeerde. Ronde boezems en dito heupen werden mode. Maar ze moest ook rekening houden met schokstakingen en met de algemene schaarste, dus ook van stoffen. In 1949 gaven de naaistertjes in de hele stad er de brui aan, twee weken voor het defilé van de nieuwe haute-couture. “Op het moment dat de show moest beginnen, ” schreef Schiaparelli, “hadden sommige jurken geen mouwen, andere slechts één mouw. Er ontbraken knopen en er waren geen knoopsgaten ! Er werden schetsen op de jurken vastgespeld en stukjes materiaal om te tonen hoe een en ander er had moeten uitzien. Prachtige avondjurken werden uitgevoerd in moeselien en opgesmukt met juwelen. Hier en daar werd met de hand geschreven uitleg verstrekt. ” Het was, dixit Schiap, een van de goedkoopste kollekties die ze ooit ontwierp, maar ze ging verrassend goed van de hand. Waarschijnlijk waren veel sjieke dames op de vergulde stoelen weg met het idee dat zij als eersten de originele, kreatieve-zoals-altijd-Schiap konden bewonderen. Schiap bracht, toevallig deze keer, inderdaad een show met dekonstruktieve kleding (bijna grunge)… veertig jaar vóór al de anderen !

Vijf jaar later rezen er andere sterren aan het firmament. Tot spijt van stijlbewuste vrouwen over heel de wereld trok Schiap zich terug en verdeelde ze haar tijd tussen Parijs en Tunesië. Sindsdien zijn er nog legendarische ontwerpers geweest, maar niemand slaagde erin dezelfde flair, buitensporigheid, vindingrijkheid en onberispelijke snit te kombineren. Vóór Schiap was er mode, ná Schiap kwam er stijl. Haar shocking leven eindigde in 1953 in Parijs, maar haar originaliteit is eeuwig.

Van 20 oktober tot 24 maart toont het Newyorkse The Brooklyn Museum meer dan vijftig kledingstukken en accessoires die Elsa Schiaparelli ontwierp tussen 1934 en 1940 (A Slice of Schiaparelli : Surrealism in Fashion from The Brooklyn Museum). tel. (001) 718.638.50.00.

Jasje met ingewikkelde borduursels.

Geknield in haar atelier.

Shocking voor die tijd was het soort roze dat Schiaparelli lanceerde.

Het originele zit ‘m in de knoopjes.

Schiaparelli was befaamd om haar knettergekke hoeden.

Geportretteerd door haar vriend Man Ray op het einde van de jaren ’20.

Tientallen jaren vóór Yves Saint Laurent versierde zij haar ontwerpen met klowns en olifanten.

Cleren maakt”.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content