Ontwikkelingswerker

Ik organiseerde inleefreizen voor leerkrachten naar Gambia. Ik moest niet per se naar het buitenland gaan werken, zoals veel mensen in de sector. Toch voelde ik me in Gambia onmiddellijk thuis. Ik ben er mijn man Lamin tegengekomen. We hebben een tijdje gependeld. Hij wilde niet in Europa komen wonen, en ik wilde ook niet verhuizen.

Toen er een sollicitatie kwam voor landencoördinator in West-Afrika, ben ik vertrokken. Dat heb ik een paar jaar gedaan. Vijf jaar geleden richtte ik The Swallow op. Onze doelstelling was het vernieuwen van de opvoeding in een emanciperende richting. Dat gaat dan zowel over basisactiviteiten als kleuter- en lagere school, als over zorgen voor voedselzekerheid.

Wij spreken drie talen : mijn man en ik spreken Engels met elkaar, mijn man en mijn zevenjarige dochter Maimouna spreken Wolof, en mijn dochter en ik Nederlands. In principe zouden we naar een van die talen kunnen overschakelen, want iedereen verstaat voldoende, maar toch doen we dat niet. Voor buitenstaanders moet het heel gek zijn om ons bezig te horen.

Mijn dochter voelt zich helemaal Belg. Ik weet niet hoe het komt. Ze woont in Gambia, heeft Gambiaanse vriendjes, een Gambiaanse papa en ze zit hooguit zes weken per jaar in België. De Belgische gasten in het guesthouse van mijn man vraagt ze de oren van het hoofd.

Ze zeggen wel eens dat kinderen van pedagogen het slechtst opgevoed zijn, omdat wij met hen zouden experimenteren. Natuurlijk experimenteren wij. Maar of mijn dochter een andere opvoeding krijgt dan ze in België zou krijgen ? Je voedt een kind altijd op in een context. Dus daar hou je rekening mee.

Na tien jaar kijk ik door de façade van de Gambianen heen. Europeanen hebben het idee dat mensen in het Zuiden creatiever en blijer zijn. “Blij met wat ze hebben. Arm maar gelukkig.” Dat is helemaal niet zo. Gambianen zijn heel goed in het verstoppen van armoede en hun gevoelens daarover. Waarom ? Uit beleefdheid tegenover buitenlandse bezoekers ?

Ik heb het land enorm zien veranderen. De armen zijn armer geworden, de rijker rijker. Klimatologisch ook : de woestijn rukt op. En er is een mentaliteitswijziging. Jongeren willen pasklare antwoorden op hun vragen.

“In Europa liggen de kansen”, klinkt het. Ze weten wel dat het daar ook niet evident is, maar in Gambia is het nog moeilijker. Er zijn gasten die letterlijk tien jaar op een strand zitten te wachten op een toerist die hen mee wil pakken. Het probleem is dat steeds meer families financieel afhankelijk zijn van geld uit het buitenland. Dat verhoogt de druk op de jongeren om ook te vertrekken.

Ik heb nog nooit iemand geholpen om te vertrekken. Integendeel. Ik probeer hen te overtuigen om te blijven, maar dat valt in dovemansoren. We hebben eens een projectvoorstel gedaan om een soort inleefatelier in te richten dat mensen moest sensibiliseren over hoe het er in Europa aan toegaat. Het is nooit goedgekeurd.

We vertellen zoveel mogelijk over andere landen, zodat mensen zich een realistisch beeld kunnen vormen. Dat is iets waar ik in The Swallow aan werk. We willen hen zelfrespect doen krijgen. Voor henzelf, maar ook voor hun land en cultuur.

De goede manier om aan ontwikkelingssamenwerking te doen ? Het ondersteunen van lokale structuren en organisaties. Een mogelijkheid daarvoor is financiële hulp, maar het kan evenzeer om morele steun gaan. Om vorming geven of netwerken oprichten. Mensen mobiliseren, daar draait het om.

Els Salembier (39) is pedagoge en oprichter van The Swallow, een opvoedingsproject in Manjai Kunda, een Gambiaanse volkswijk. Ze woont ondertussen tien jaar in Gambia, is getrouwd met Lamin en heeft een dochter van zeven, Maimouna.

Info : www.theswallow.org

Door Leen Creve / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content