“Al was ik misschien liever een man geweest, toch voel ik me een vrouw in alles wat ik doe. Vandaar ook dit supervrouwelijke zelfportret. Over mijn lichaam en vormen heb ik geen gêne. Ik ben niet bang om alles te tonen, ik hou mezelf bewust niet op de achtergrond. Toch ben ik enigszins versluierd met een oude bruidsstola, om nog wat mysterie te houden. De jurk in naaktkleur lijkt wel huid, maar maskeert toch een beetje mijn vormen. De matras op de achtergrond staat voor mijn verlangen naar rust. Alles gaat zo snel tegenwoordig. Soms zou ik een versnelling lager willen schakelen om alles intenser en bewuster te kunnen beleven. Rennen door het leven, dat lukt maar tot op een zekere leeftijd. In mijn eerste jaren als fotograaf vond ik het helemaal niet erg om in één dag op zeven plaatsen te zijn. Typisch, die tomeloze energie van de beginner. En toch was die nodig om uiteindelijk te vinden wat ik wou doen.”

“Volgens mij bestaat het leven uit drie delen : in deel één moet je groeien, ontdekken, leren en twintig worden. In de tweede fase – ruwweg tussen twintig en veertig jaar – doe je er alles aan om je draai te vinden in je leven : werken, wroeten, sparen, afzien, rennen. En op je veertigste maak je je rekening. Besef je hoeveel tijd je nog rest om resoluut voor die projecten te gaan waarvan je vindt dat je ze moet doen. Ik heb niet het gevoel dat ik ‘er’ geraakt ben. Halfweg ben ik, met nog zoveel plannen in mijn hoofd. Van de ene dag op de andere met pensioen gaan, vind ik trouwens maar een griezelige gedachte. Je hele carrière ben je iemand geweest – kippenboer, stofzuigerverkoper, fotograaf, whatever – en plots alleen nog gepensioneerde. Ik zie mezelf echt niks anders doen dan fotograferen. In dit metier heb ik al mijn energie gestopt om iets op te bouwen of iemand te zijn. Dat doe je geen drie keer over in een mensenleven.”

“In mijn werk tracht ik zoveel mogelijk mezelf te zijn. Noem me gerust een eigenzinnig wicht, dat haar persoonlijke kijk op de wereld wil uitdragen. Ik kan niet eender wat fotograferen, ik weet perfect wat mijn zwakten zijn. Interieurreportages zou ik bijvoorbeeld niet kunnen : er is veel te weinig interactie met het onderwerp. Het liefst werk ik met mensen, of met wat mensen achterlaten. Anders gezegd : ik ben meer geïnteresseerd in de afdruk van iemands lichaam in bed, dan in het bed als meubel. Aan mijn stijl merk je goed hoe ik denk. In ons boek Mijn status is positief is bijvoorbeeld weinig miserie te zien, ook al komen bijzonder veel moordenaars, verkrachters en hun slachtoffers aan bod. Ik haal mensen precies uit hun ellendige context om te focussen op de persoon zelf. En om die mens zonder vooroordelen te benaderen. Want zelfs achter de grootste bandiet schuilt een klein jongetje, met een vader en moeder, en met vrienden, waarvoor hij vroeger verjaardagsfeestjes gaf. Die mens is veel meer dan misdadiger alleen. Mijn stijl is eigenlijk een persoonlijke reactie tegen de heersende beelddecadentie in de media. We zijn zo oververzadigd met choquerende beelden, dat ze ons niks meer doen. Er is een tijd geweest dat gruwelbeelden hevige reacties uitlokten. Nu komen we er niet meer voor op straat, we doen gewoon rustig verder. Van miseriefoto’s denken veel mensen spontaan : ‘Wij hebben daar niets mee te maken, daar gaat het slecht, wij hebben het goed.’ Choqueren werkt niet meer en is zelfs ronduit pervers geworden. Want zeg nu zelf : een fotograaf die een lijk dat een week in het water ligt te rotten herkenbaar in beeld brengt, gaat toch serieus over de schreef ?”

Door Thijs Demeulemeester

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content