Tien jaar na zijn oprichting gaat het Mais il est où le Soleil voor de wind. Achter de schermen van het winterdefilé lichtten Laurence Everard en Val Pollet het succes van het Belgische label toe.

Op een defilé kunnen we tonen waar we voor staan”, zegt Val Pollet achter de schermen van de Brussels Event Brewery. De ontwerpster nodigde er samen met algemeen directeur Laurence Everard bijna duizend gasten uit voor het winterdefilé van Mais il est où le Soleil. “Door de ruime silhouetten en laagjesaanpak werden we vroeger soms gezien als een merk voor grote maten. Terwijl wij vooral kleding maken waarmee vrouwen zelf hun garderobe kunnen samenstellen, met stukken die op verschillende manieren gedragen kunnen worden. Het is herkenbare bohémien chic, maar de stijl evolueert voortdurend. Op technisch vlak gaan we steeds verder.” Voor de wintercampagne trok het Brusselse duo bovendien fotograaf Alex Salinas aan, kwestie van meteen komaf te maken met tuttige associaties.

Tien jaar na de lancering van ‘Soleil’ – zoals het merk op niet-Franstalige markten officieus genoemd wordt – kunnen de twee vrouwen en hun 55 medewerkers in ieder geval indrukwekkende cijfers voorleggen. De omzet klimt dit jaar van 19 naar pakweg 27 miljoen euro, en de duizend bestaande verkooppunten in multimerkenwinkels wereldwijd worden dit najaar aangevuld met een vijftigtal Amerikaanse adressen. “Zoals op alle nieuwe markten kun je pas na drie seizoenen een balans opmaken”, zegt Eve-rard voorzichtig. “Er is geen enkele garantie dat het merk zal aanslaan, dat men de geest van het label zal respecteren en dat de winkeliers zullen terugkomen.”

Dat Everard als beroepsactrice uit de theaterwereld komt en een toevallige ontmoeting met Pollet de bal aan het rollen bracht, maakt het parcours van het duo eens zo opmerkelijk. “We leerden elkaar kennen dankzij een gemeenschappelijke vriendin”, zegt Everard. “Zelf had ik ondertussen bedrijfservaring opgedaan in de tele- en direct marketing en was ik op zoek naar een interessant product. Design, bedlinnen of iets anders, daar was ik nog niet uit. Uiteindelijk hebben we vrij snel beslist om samen sjaals te maken.” En van het een kwam het ander, zegt Pollet : “Een fabrikant stelde katoenjersey ter beschikking, en daarmee konden we dan onder meer tunieken, broeken, rokken en zelfs mantels produceren. We waren ontzettend beperkt in onze mogelijkheden, maar net daardoor leverden we een gerichte collectie met veel combinatiemogelijkheden af.”

Het juiste product op het juiste moment, een goede prijs-kwaliteitverhouding en een ’typisch Belgische’ service met stipte leveringen : het zijn volgens Everard de belangrijkste factoren voor het succes van Mais il est où le Soleil. “Op buitenlandse beurzen volstaat voor sommigen het Belgische vlaggetje op de stand om een kijkje te komen nemen.” Al speelt ook een flinke dosis vrouwelijke intuïtie een rol : “Aanvankelijk maakten we kleding die we zelf wilden dragen. Veel leerden we al doende. Maar we luisteren ook goed naar de noden van onze klanten, en we houden onze ogen en oren open. Zo is het fijn om te merken dat vrouwen samen met hun dochter onze winkels bezoeken. Die jongere consumenten mogen we niet verwaarlozen.”

Info : www.ousoleil.com.

Door Wim Denolf – Foto’s Ann Vallé

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content