Gefascineerd door de droom van de Latemse schilder Edgar Gevaert om na de Tweede Wereldoorlog een Wereldparlement op te richten, ging Pierre Darge de plek bezoeken waar het allemaal begon, in Sint-Martens-Latem.

Er was eens in Oost-Vlaanderen een man die hield van mensen, van vrede en van de natuur. En de invloed van deze kunstenaar/dromer/pacifist was niet gering. Edgar Gevaert werd in 1891 geboren in Oudenaarde, als tweede zoon van de sociaal bewogen textielnijveraar Omer Gevaert, die voor zijn werknemers vijfenzeventig huizen en twee scholen liet bouwen. Toen Omer in 1908 onverwachts stierf, liet hij een ontroostbare zoon achter. In 1914 nam Edgar vrijwillig dienst in het leger, ook al had zijn familie hem ‘vrijgekocht’. Bij de slag van Ramskapelle geraakte hij zwaargewond en werd nadien verpleegd in het Britse Wales. In het ziekenhuis begon hij te tekenen en muziek te schrijven, om zijn zwaarmoedige buien te verdrijven. Hij leerde er ook Marie Minne, dochter van beeldhouwer Georges, kennen, met wie hij trouwde.

Terug in België, woonde het jonge gezin even in Oudenaarde-stad, maar de natuur trok. In 1925 liet Edgar een zelfontworpen huis optrekken aan de Kapitteldreef in Sint-Martens-Latem, in een heidelandschap met magere zandgrond en veel bossen. Hij legde er zich toe op het schilderen en zijn elf kinderen groeiden er op in een sfeer van vrijheid en natuurlijkheid. Maar al vanaf 1934 voorvoelde de kunstenaar dat er met de opkomst van Hitler sombere tijden op til waren. Hij zette zijn kinderen aan om overlevingstechnieken te leren en gaf hen elk een lapje grond om hun eigen groenten te verbouwen. Aan de Franse staat schonk hij wat goud om de Maginot-linie (Franse verdedigingslinie tegen de Duitsers) mee te helpen financieren en hij schreef antinazistische sprookjes. Toen de Duitsers in mei 1940 oprukten, werd de familie door buren aangegeven. Ze vluchtten met een auto en twee fietsen naar Zuid-Frankrijk. Ze gingen er bij boeren werken, maakten houtskool om te overleven en moesten tot acht keer toe verhuizen.

Bij hun terugkeer in Latem, op 16 december 1944, bleef van hun paradijsje niet veel meer over dan een vage herinnering : veel bomen waren verdwenen, het huis was door de Duitse bezetters uitgewoond. Toch zou deze plek uitgroeien tot het ‘centrum van de wereld’, want Edgar Gevaert had een roeping : hij droomde van een wereld zonder oorlog.

Wereldparlement

Tussen 1948 en 1954 zette Edgar zich onverdroten in voor die vrede en voor een – utopisch gebleven – wereldregering en -parlement. In die strijd stond hij niet alleen. Wetenschapper Albert Einstein was eenzelfde overtuiging toegedaan, evenals violist Yehudi Menuhin, de schrijvers Thomas Mann en Albert Camus, de sociaal bevlogen Britse econoom en politicus Lord Beveridge en de Franse priester/stichter van de Emmaüsbeweging, Abbé Pierre, die in Gent als spreker te gast was. Maar ook de Japanner George Ohsawa (grondlegger van de macrobiotiek) en de Indiase eerste minister Nehru, Nobelprijswinnaars prof. Linus Pauling (chemie), prof. Alfred Kastler (fysica), Lord Boyd Or (voedingsdeskundige) en filosoof Lord Bertrand Russell ijverden in dezelfde richting, evenals de ‘rode’ baron Antoine Allard, de man die later de Belgische Oxfamwinkels zou opzetten.

Om zijn ideeën kracht bij te zetten, richtte Gevaert een eigen partij op en gaf tien jaar lang het drietalige blad Parlement uit dat door zijn kinderen werd verdeeld. Hij ontving in Latem de eerste ‘wereldburger’, Garry Davis, die tijdens de tweede algemene vergadering van de pas opgerichte UNO afstand deed van zijn Amerikaans burgerschap, zijn paspoort inleverde en op internationale bijeenkomsten voor ophef zorgde.

Op 1 januari 1950 was Edgar Gevaert present in Genève op de grondwetgevende vergadering voor een Wereldparlement, die maar één artikel wilde stemmen : La Guerre est interdite par la loi mondiale. De naïeve poging strandde in een reeks absurde amendementen (de vertegenwoordigers van Israël wilden het Esperanto als enige taal erkennen…) en in het nationalistische getouwtrek van de vertegenwoordigers van een handvol aanwezige landen. De geheime diensten van de grote landen deden de rest om het hele plan te doen mislukken.

“Die mislukking heeft mijn vader veel pijn gedaan”, zegt de nu 84-jarige zoon Pierre Gevaert. “Hij had er zo veel voor gedaan, terwijl het resultaat zeer mager was. Vanaf 1963 trok hij zich voor de rest van zijn dagen terug in zijn moestuin in Latem, waar we hem in juli 1965 dood hebben aangetroffen.”

Een halve eeuw later staan we op de magische plek in Latem waar het allemaal begon. De weg die naar ‘het paradijs’ leidt, is onverhard gebleven, maar het landgoed, dat ooit vijfentwintig hectare groot was, is nu omringd door protserige villa’s. De kinderen Gevaert zijn uitgezwermd en ook Marie is al lang gestorven. De villa werd in 1991 verkocht aan de gemeente, die er het museum Gevaert-Minne opzette. Maar de ideeën die Edgar Gevaert er ontwikkelde, bleven niet zonder gevolgen.

Vrede in eigen lijf

Een van de regelmatigste bezoekers aan huize Gevaert was de Japanner Nioyti Sakurazawa, die later onder het pseudoniem George Ohsawa wereldbekendheid verwierf. Hij kwam uit een arme samuraifamilie en werd in zijn jeugd door tuberculose getroffen. Zijn vader, een broertje en twee zusjes stierven aan de ziekte. Daarom ging hij in de leer bij volgelingen van legerarts Sagen Ishizuka, die naar een synthese zocht tussen de traditionele oosterse en de westerse geneeskunde. Hij leerde daaruit dat gezondheid een kwestie was van evenwicht tussen yin en yang, en dat was te bereiken door de juiste voeding. Ohsawa was ook een overtuigd pacifist, die om die reden in zijn land vervolgd werd. In 1957 bracht hij in niet mis te verstane bewoordingen een boodschap aan de Gevaerts. “U besteedt al uw energie en financiële middelen aan de Wereldvrede, maar u vergeet dat er binnen in uw lichaam een oorlog heerst, een oorlog van uw lichaamscellen tegen een sluwe vijand : het voedsel en de drank die u dagelijks inneemt en die u ziek maakt.”

Ohsawa beschouwde graan als de meest evenwichtige voeding voor de mensheid en streefde naar een optimaal evenwicht tussen natrium en kalium. Voedsel moest bovendien volwaardig, onbewerkt en natuurlijk zijn, lokaal geproduceerd worden en de seizoenen volgen. Hij volgde daarbij de richtlijnen die veel eerder door de zenboeddhisten als macrobiotiek, of de leer van het lange leven, omschreven werden. Een term die al in 1797 gebruikt werd door dokter C. F. Hufeland, de lijfarts van Goethe, Herder en Schiller.

“Toen ik Ohsawa voor het eerst ontmoette, nam hij mijn pols en stelde vast dat ik tien liter overbodig vocht meedroeg en dat mijn gezondheid daar zwaar onder leed”, vertelt Pierre Gevaert. “Ik kon hem geen ongelijk geven. Ik was helemaal niet in goede conditie en moest beginnen met suiker en alcohol af te zweren. Maar in de eerste plaats moest ik de natuur leren begrijpen, want die was mijn enige genezer. Toen Ohsawa anderhalf jaar later terugkeerde, adviseerde hij mij om mijn leven te wijden aan het verspreiden van die boodschap en om die ook zelf in de praktijk te brengen. Om mij daarbij te helpen, stelde hij voor een Japanse familie naar Latem te sturen om ons te leren koken. Hij zorgde ook voor het nodige materiaal.” En zo zette Pierre in 1957 zijn schouders onder een bedrijf dat zou uitgroeien tot een begrip : Lima, genoemd naar de vrouw van Ohsawa. Hij teelde en verwerkte boekweit, rogge en haver en importeerde miso en shoyu uit het Verre Oosten, terwijl zijn broer Omer zich toelegde op het bakken van zuurdesembrood en op het maken van rijstwafels. Bij verschillende Latemnaars installeerde hij thuis een machine, zodat ze zelf aan de slag konden. Jongelui uit de buurt kwamen helpen om de wafels te verpakken.

Vanaf 1962 begon Pierre in Frankrijk zijn eigen kruistocht om lokale boeren te overhalen om over te stappen op biologische landbouw. Hij richtte er Lima France op. In 1983 werkten in Latem meer dan vijftig mensen voor het bedrijf, terwijl in het Franse Andiran nog eens twintig werknemers aan de slag waren. Zij verpakten voedsel dat door meer dan honderdvijftig bioboeren op vijfduizend hectare grond biologisch werd geteeld. Daarmee was Lima op dat moment wereldleider in de verwerking van bioproducten, drie decennia voordat de trend algemeen ingang begon te vinden.

Wereldcommune

Broer Marc Gevaert van zijn kant zette in 1970 de vzw Wereldcommune op en winkel/restaurant de Warande, in wat nu de Edgar Gevaertdreef is. Gelijkgezinden en reizigers verbleven er voor lange of korte tijd en hielpen mee op het land. De winkel en het restaurant kenden aardig wat succes en zelfs de toenmalige prins Albert kwam er af en toe met de motor langs om producten te kopen.

Maar het is vooral Pierre die de geestelijke erfenis van Edgar Gevaert in de praktijk bracht. Ondanks zijn hoge leeftijd heeft hij niets van zijn gedrevenheid verloren. Met zijn zoon Daniël doet hij aan wijnbouw in Frankrijk, en hij zet zich in voor projecten in Afrika, waarbij hij dankzij het graven van waterputten de lokale bevolking helpt om in eigen onderhoud te voorzien (www.sahelpeople- service.com). “We hebben één groot nadeel in onze familie : we zijn enorm vrijgevig. We zijn ge-vaerts, we geven weg. Nu heb ik geleerd dat zoiets prima werkt in omstandigheden waarin dat menselijk gezien absoluut nodig is. Maar als je geeft om graag gezien te worden, krijg je dat als een boemerang terug. Mijn vader was erg gelovig, zong in het koor, bezocht de paters Dominicanen en schonk hen een stuk bos. Wat Marc op poten zette met zijn Werelddorp was eigenlijk een vorm van mecenaat, terwijl ik naar een meer duurbare oplossing zocht. Ik ben ervan overtuigd dat de vlucht naar de stad een immens probleem is. Er heeft zich in de geschiedenis van de mensheid nooit zo’n migratie voorgedaan. De reden ligt voor de hand : de technologie verschafte de middelen om kwantiteit te produceren, en de steden konden groeien voor zover de voedselproductie dat toeliet. Maar de industrialisering ging ten koste van natuur, kwaliteit, volksgezondheid en van de broodwinning van les gardiens de la nature”. Want volgens Pierre Gevaert zijn landbouwers en ambachtslui door niets te vervangen. “Nu is het vooral de petrochemie die de landbouw rechthoudt. Er is twee ton petroleum nodig om één ton ammoniumnitraat te maken en daarmee kunnen vijf hectare ‘bemest’ worden. De industrialisering werkt competitie in de hand, tot de uitputting van de grondstoffen. Er komt een tijd dat er voedsel te kort zal zijn, de vraag is alleen wanneer. En toch voel ik dat er een echt paradijs in wording is. Dat is geen ziekelijke weemoed naar Latem. Ik ben ervan overtuigd dat we onvermijdelijk naar betere tijden zullen gaan, waar solidariteit levensbelangrijk zal zijn. Want het leven op het land is alleen mogelijk als er een meer collectieve manier van werken komt. In Latem waren er verschillende kleermakers, smeden, timmerlui… Ze hadden allemaal werk. Omdat ieder zijn specifieke bekwaamheid had. Wij waren op maat gekleed en het brood was nog echt brood. En als het niet goed rook, droeg oma het terug naar de bakker.”

De Gevaerts hebben het belang van samenwerking aan den lijve ondervonden, toen ze in 1940 verplicht waren te vluchten. In de Basses-Pyrénées overleefden ze dankzij hun gezamenlijke inspanningen op het land. Thérèse Gevaert-Lindsey, een dochter van Edgar, publiceerde er, op aandringen van Pierre, een boekje over met poëtische tekeningen. Ze bestempelt die jaren als ” brutes et magiques”.

– Het Gemeentelijk Museum Gevaert-Minne, ondergebracht in het voormalige huis van de Gevaerts, wordt momenteel gerestaureerd en zal ook andere Latemse schilders in de kijker zetten. Heropening waarschijnlijk eind augustus. Kapitteldreef 45, 9830 Sint-Martens-Latem, www.sint-martens-latem.be. Info : 09 282 17 70.

– Info : Thérèse Gevaert Lindsey, ‘En Béarn sous l’Occupation, Mémoires d’une jeune fille d’une famille de réfugiés politiques belges’, Uitg. Marrimpouey. Pierre Gevaert : ‘L’Avenir sera rural’, Le Courrier du Livre, Paris (1993) en ‘Alerte aux vivants’, Le Sang de la Terre, Paris (2006).

Door Pierre Darge – Portret Wouter Van Vaerenbergh

Edgar Gevaert wou samen met de grote filosofen, leiders, politici en invloedrijke figuren van zijn tijd een ‘Wereldparlement’ oprichten

Onder invloed van George Ohsawa, grondlegger van de macrobiotiek, werd zoon Pierre met Lima een pionier in biovoeding

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content