Aan de rotsige kust van het Zuid-Engelse Kent ligt Prospect Cottage, vroeger de woonplaats van Derek Jarman. De tuin van het vissershuisje is het laatste kunstwerk geworden van de schilder-cineast.

Hier heeft Derek Jarman gewoond. Nu woont hij hier niet meer. Prospect Cottage is een privé-woning. Kijk alstublieft niet door de ramen. Er is alleen maar een boze visser te zien.” Dit bordje is te lezen wanneer je door het raampje van de gele voordeur naar binnen gluurt. Een geestige maar ook discrete boodschap. Jarman is immers niet verhuisd. Hij is een van de vele homoseksuele artiesten die halfweg de jaren ’90 door aids werden geveld.

Op wegenkaarten van Engeland staat Dungeness altijd in het blauw van de zee geschreven. Het is iets groter dan een gehucht en bevindt zich precies halverwege tussen Folkestone en Hastings, daar waar de Engelse kust haar neus in de zee steekt. Er staan nog drie bezienswaardigheden op de kaart: het logo van een industrieel complex, het traject van een toeristische spoorweg (een oude trein die van Hythe tot aan de zee rijdt) en Pilot Inn, een naam die in werkelijkheid op de gevel van een pub staat geschilderd. In het voorwoord van het prachtige boek Derek Jarman’s Garden herinnert Jarmans vriend Keith Collins zich dit etablissement nog heel precies: “Het was een namiddag in de lente en we reden door Kent, op zoek naar een bos met wilde hyacinten. Wat we zagen, zou een van de sequenties worden in de film The Garden. Derek stelde voor om te gaan eten in de Pilot Inn, een pub die bekendstond voor de beste fish and chips van heel Engeland.”

Vroeger, toen er nog geen massa’s volk naar een van de grootste kerncentrales van Groot-Brittannië kwamen kijken, was dit een bloeiend gebied voor de kustvisserij. Daar blijft nu niet veel meer van over. Nog enkele gezinnen kunnen ervan rondkomen en die leven in houten woningen die het midden houden tussen een chalet en een huis. Wat ook nog blijft, is een door de wind verpletterde steppe. De enige verhevenheden zijn scheepsrompen, getekend door het roest dat meedogenloos zijn gang gaat, geholpen door het stuifwater van de golven.

De topografie van deze plek is ook heel speciaal. Het is een uitgestrekte vlakte vol keitjes, zo uitgestrekt dat men vanaf de enige asfaltweg de zee niet kan zien. Wie in de ban is van licht en lichtinval, te beginnen met schilders, fotografen en cineasten, weet dat die in Dungeness gewoon magisch zijn.

“We waren betoverd door het landschap”, nog altijd volgens Keith Collins. “We besloten de oude vuurtoren een bezoekje te brengen. Derek had een heel mooi vissershuisje zien staan en zei dat als het ooit verkocht zou worden, hij het zou kopen. Het had zwartgelakte muren en gele vensterramen. Toen we dichterbij kwamen, zagen we ook een wit-en-groen bordje: Te Koop. Over samenloop van omstandigheden gesproken: de aankoop was dus onvermijdelijk.”

Derek Jarman, die zichzelf een verwoed tuinier noemde, schrijft dat “de bloemen in zijn jeugd glinsterden zoals in een middeleeuws handschrift”. Hij herinnert zich een bepaalde reis met zijn ouders. “Het was in april 1946 in Villa Zuassa, vlak bij het Lago Maggiore. Daar kreeg ik mijn eerste boek cadeau: Beautiful Flowers And How To Grow Them.” Hij herinnert zich ook dat hij, terug thuis, een purperen iris plantte.

Maar op zijn achttiende verliet hij het ouderlijke huis met tuin en ging in Londen wonen, waar hij naam maakte in de filmwereld. Vanaf de jaren ’70 stelde hij zijn schilderstalent ten dienste van de films van Ken Russel en daarna volgden zijn eigen films, eerst in super 8. Zijn vaak provocerende oeuvre liet niemand onverschillig, omdat hij radicale homostandpunten innam.

Vele jaren later werd Derek verliefd op Prospect Cottage. Aanvankelijk wilde hij alles laten zoals het was, met een soort van rotstuintje gemaakt van brokken baksteen, beton en keien uit de zee, zonder zand en met een schaarse beplanting. Maar: “Op een mooie dag wandelde ik langs het strand. Ik zag een heel mooie silex liggen. Ik nam hem mee naar huis en haalde een van de bakstenen weg. Toen begon ik de bakstenen één voor één te vervangen door silex. Het parterre begon eruit te zien als drakentanden.”

Daarna plantte hij achteraan ook nog een egelantier. En toen hij een stuk drijfhout met rare vormen vond, nam hij het mee naar huis en gebruikte het als steun voor de wilde rozenstruik tegen de felle wind. De tuin begon een excuus te worden. Elke ochtendwandeling langs de golven had een doel: oprapen wat de zee uitspuwde. “Ik zag dat als therapie en als medicijn.” Het oog van de schilder, de ontvankelijkheid van de artiest, de blik van de ecoloog en de groene vingers van de tuinier deden de rest.

Wat het meest opvalt, is dat Jarman gebruikmaakte van verstarde elementen, en daarmee bedoelen we niet alleen stenen en keien, hout of stukken metaal gevonden op het strand of elders. Zo werden bijvoorbeeld ook oude, verroeste stukken tuingereedschap Рriek, schoffel, pootstok Рontheven uit hun functie en als het ware aan de aarde toevertrouwd, alsof hun carri̬re was afgelopen. Nog curieuzer zijn zijn combinaties van verschillende materialen: een steen aan een metalen of een houten steel bijvoorbeeld. Grote en kleine totems die bijna een bos aan personages en tekens vormen. Hier en daar merk je tussenvormen tussen sculpturen en planten, zoals de grote bollen cipressenkruid.

Vooral op het hoogtepunt van hun bloei lijken de planten een ode aan het plaatselijke, schrale ecosysteem. De steekbrem bijvoorbeeld is een inheemse plant. Jarman had zich van zijn doorns kunnen bedienen om een defensieve, ondoorzichtige haag aan te planten rond zijn tuin. Maar hij deed het niet, omdat de charme van Dungeness er precies in bestaat dat de huizen op de keien lijken te rusten zonder barrières. Daarom plantte hij twee cirkels aan in steekbrem, met in het midden een schoffel. De kleine plantjes uit het begin van de jaren ’90 zijn nu bijna twee meter hoog. Mocht Derek nog geleefd hebben, dan zou hij ze zeker gesnoeid hebben of gesculpteerd, zoals de rest van zijn tuin.

Hij zou dan ook gemerkt hebben dat de Crambe maritima, de zeekool, hier beter groeit dan in de rest van Engeland. Prachtige, gedraaide bladeren heeft ze. En ze is nog eetbaar ook. Toch at hij er niet van, omdat een bevriende radioloog hem had verteld dat Crambe in aanzienlijke mate radioactiviteit opneemt. En met een kerncentrale in de buurt…

Alles wat er vandaag groeit, Californische klaprozen, zonneroosjes, Helycrisum, venkel of cipressenkruid, werd trouwens gekozen wegens zijn aanpassingsvermogen aan de omgeving. Maar zelfs dan nog was een zorgvuldige aanplanting vereist: er moest een groot plantgat worden gegraven dat verrijkt werd met compost. Dat verklaart de ‘hangende’ tuinen: verhoogde vierkante perken tussen treinbiels waarin echte teelaarde werd aangebracht, verrijkt met humus. Groenten en tuinkruiden zie je hier niet groeien.

Toch is het verkeerd Prospect Cottage te bekijken als de triomf van de mens op de natuurelementen, de bodem en de wind. De tuin van Derek Jarman is eerst en vooral het werk van een kunstenaar die dicht bij de land art staat. De tuin van een man die hopen keien, takken, dwarshout, verroest ijzer heeft weten om te toveren tot een hymne aan het leven, bezaaid met planten en bloemen. Het is op die manier dat Prospect Cottage inslaapt en ontwaakt in het stille en onophoudelijke gemurmel van de kerncentrale van Dungeness.

praktisch

Het boek Derek Jarman’s Garden (foto’s van Howard Sooley) werd uitgegeven door Thames & Hudson in 1996. Het is een ontroerend boek dat heel de ontstaansgeschiedenis van dit avontuur vertelt.

De tuin van Jarman is een uitstekende en verfrissende start bij je aankomst in Dover. Volg de A259 langs de kust in de richting van Hastings. Ter hoogte van New Romney neem je richting kerncentrale van Dungeness. Rij voorbij de toegang tot de centrale (aan de rechterkant) en volg de weg nog een tweetal kilometer, tot aan de laatste weg voor het strand. Die weg (blijkbaar privé) loopt langs Prospect Cottage. De toegang tot de tuin is gratis, maar alle bezoekers worden verzocht de site en zijn bewoner te respecteren.

De pub Pilot Inn bestaat nog altijd en verkoopt nog steeds fish and chips. De gebakken vis is heerlijk. Over de Engelse frietjes zullen we het maar niet hebben.

Hoverspeed biedt almaar snellere en comfortabelere overtochten aan vanuit Oostende. Inlichtingen: 059-55 99 11.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content