EEN SPAANSE SCHONE

Twee ijkpunten in de Aragonese hoofdstad Zaragoza : de Stenen Brug over de Ebro en de enorme basiliek Virgen del Pilar. © ERIC VANCLEYNENBREUGEL

Eeuwige sneeuw, woestijn, diepe canyons, dicht maquis, dorpen en steden met een rijk patrimonium: de contrasten in Aragon, de Spaanse regio tussen Baskenland en Catalonië, zijn niet gewoon. De natuurlijke schoonheid blijft er verbazen.

De wereldtentoonstelling Zaragoza 2008 bracht voor de hoofdstad van Aragon een grondige metamorfose : brede boulevards, tuinen, avant-gardistische gebouwen en bruggen… Maar als de avond valt over Zaragoza, gaat alle aandacht naar het mooi verlichte historische centrum, met de imposante Stenen Brug over de traagstromende Ebro en wat verderop de enorme, 130 meter lange basiliek Virgen del Pilar. De kerk, die in de loop der eeuwen geregeld werd uitgebreid, is bekroond met niet minder dan elf koepels en vier torens. Ze is een prachtig voorbeeld van de mudejarstijl, een mengeling van christelijke en Moorse cultuur, die wel meer moois heeft voortgebracht.

Afgezien van de bezienswaardigheden, valt er in Zaragoza ook altijd iets te beleven. Tijdens ons bezoek is er een middeleeuwse markt in de binnenstad. Er worden traditionele producten verkocht, minstrelen en toernooien evoceren een stuk geschiedenis. Maar dit is klein bier in vergelijking met de ruim 100.000 mensen die jaarlijks deelnemen aan de processies van de Goede Week, of met de negendaagse Fiestas del Pilar in oktober.

GETUIGEN VAN DE RECONQUISTA

Aragon speelde een belangrijke rol in de reconquista, de herovering van het Iberische schiereiland door de christenen op de Arabieren. Uit die bewogen tijden hebben beide beschavingen heel wat bouwwerken nagelaten : kastelen, versterkte steden en dorpen, kloosters, kerken en kapellen, tot in de meest afgelegen valleien van de Pyreneeën. Een van de mooiste voorbeelden van deze mix is het vestingstadje Alquézar, op 120 km ten noorden van Zaragoza, waarvan de Moorse citadel uitkijkt over de rio Vero. Het stadje, genesteld in een uitloper van de Sierra de Guara, speelde lang een strategische rol als buffer en observatiepost boven de vlakte van Barbastro en Huesca, aan de noordelijke grens met de christelijke graafschappen van Sobrarbe. Nadat de Moren in 1067 definitief waren verdreven, werd de naam Al-Qasr (Arabisch voor ‘vesting’) omgevormd tot Alquézar. Op de ruïnes van het Moorse kasteel bouwden de christenen een versterkte kerk en klooster, die in de loop van de tijd, met de opkomst van de kastelen van Loarre en Montearagón, aan belang moesten inboeten.

Zowel de locatie als het dorp, met zijn steegjes en honingkleurige stenen huizen, bekoren. De hoge, gekanteelde wallen rijzen op uit het gebergte en de monumentale kerk boven op dit arendsnest lijkt wel te zweven in het ijle. Groepen vale gieren cirkelen boven de steile wanden van rode kalksteen. Alquézar is een van de mooiste dorpen van Spanje. Dat is paradoxaal genoeg te danken aan de armoede van de bewoners. Want door een gebrek aan middelen kwamen er geen nieuwe gebouwen of urbanistische misbaksels, zoals in de kuststreek.

IN HET LAND VAN DE STILTE

De regio met zijn kristalheldere waterlopen trekt ook heel wat liefhebbers van canyoning. De door wilde bergrivieren doorgroefde Sierra de Guara telt ontelbare diepe kloven. Het gebergte biedt een verbluffend schouwspel van arcades, rotspieken en natuurlijke vestingen in diverse kleuren. Om dit stenen universum te verkennen heb je wel een degelijke uitrusting nodig : helm, neopreenpak, veiligheidsharnas, touwen… Samen met Luis, onze gids, kiezen we voor het gevarieerde parcours van Llanos del Hospital, dat afwisselend passages biedt die te voet en al zwemmend worden afgelegd, met spannende duiksprongen. Bij het abseilen door de watervallen zorgt het frisse water voor welkome verkoeling en krijg je zin om wat te blijven drijven in de natuurlijke bassins met helder water.

De volgende dag staat een andere verkenning op het programma : de afdaling in een ‘droge’ canyon, die van Basender, die uitmondt in de rio Vero. Een meer technisch parcours, door de vele, zeer steile klimpartijen, maar je kunt het wel in elk seizoen afleggen. Op veel plaatsen in de rotswanden zie je grotten en holen. De streek telt heel wat sites met rotsschilderingen, waaronder de door de Unesco beschermde Tozal de Mallata. De rode tekeningen zijn meestal gestileerde, schematische afbeeldingen van pastorale scènes, jachttaferelen of rituele symbolen.

Het landschap mag dan bijzonder indrukwekkend zijn, het is ook bijzonder onherbergzaam. De bevolkingsdichtheid bedraagt slechts twee à drie mensen per vierkante kilometer en sommige gebieden zijn totaal onbewoond. Met uitzondering van een drietal, onlangs opgefriste dorpen, zijn de andere ‘nederzettingen’ eigendom van de staat die ze bewust laat vervallen. Maar die wat vreemde sfeer nodigt wel uit tot avontuurlijke staptochten door het bloemrijke maquis, nu en dan begeleid door een rondcirkelende vale gier of een zeldzame lammergier.

ROTSFORMATIES

Aragon is een zeer ‘stenige’ regio. Op sommige plaatsen doen de rotsformaties denken aan de Corsicaanse Alta Rocca, dan weer aan lieflijke valleien in Oostenrijk of aan de Amerikaanse Far West, zoals in de woestijn van Bardenas Reales, op de grens van Aragon en Navarra. Of nog aan de Marokkaanse Atlas, zoals bij die bizarre Mallos die we in de verte zien als we het dorp Riglos aan de oevers van de rio Gallego naderen. De steile, okerkleurige puddinghellingen reiken naar de hemel als enorme sigaren. Ze zijn erg in trek bij klimmers, hoewel het brokkelige gesteente risico’s inhoudt. Luis adviseert ons eerder de Pyreneeën te gaan verkennen en het natuurpark van de Westelijke Valleien. Hij heeft er enkele mooie vias ferratas uitgezet en stelt voor er een uit te testen : de Artica Lena. De tocht begint meteen goed, met een volmaakt gladde verticale wand van enkele tientallen meters hoog. Niet achterom kijken, gewoon doorklimmen ! Een kleine misstap kan hier grote gevolgen hebben, gelukkig zijn we gezekerd via een kabel langs de rotswand. Wanneer de wind komt opzetten, zijn we aanbeland op een minder steil stuk, op een 300 meter van de top. Eenmaal boven, kunnen we rustig door de weiden weer naar beneden wandelen.

Aan beschermde natuurgebieden is in Aragon geen gebrek : naast het voornoemde natuurpark van de Westelijke Valleien (met een van de laatste Atlantische bossen, waar nog beren huizen), is er helemaal in het oosten het recentere park van Posets-Maladeta, dat grenst aan dat van Ordesa en de Monte Perdido, een voorloper afgebakend in 1918. Het door de Unesco als werelderfgoed beschermde park heeft een bijzondere status : behalve wandelen en klimmen is geen menselijke activiteit toegestaan. Dat de natuur hier — terecht — beschermd wordt, heeft ook te maken met een andere eigenheid van Aragon : de valleien lopen van oost naar west, niet van noord naar zuid zoals elders in de Pyreneeën. Dat heeft zijn impact op het klimaat, maar ook op de flora en fauna van deze wonderlijke regio.

TEKST EN FOTO’S ERIC VANCLEYNENBREUGEL

De wat vreemde sfeer nodigt uit tot avontuurlijke wandelingen door het bloemrijke maquis

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content